Skip to Content

Kind heeft geen zin in school; wat als je niet wil leren of weigert werken

Kind heeft geen zin in school; wat als je niet wil leren of weigert werken

Het overkomt ons allemaal. We hebben geen zin om op maandag naar ons werk te gaan. Bij kinderen geldt dit net zo, zij hebben ook weleens geen zin om naar school te gaan. Dit is niet gek. Vijf dagen lang zit je op school tussen 25 of meer (soms drukke) kinderen, moet je gehoorzamen en aan het werk.

Een offday is dus heel normaal. Maar wat als de frequentie toeneemt? Dan kan er weleens meer aan de hand zijn.

De boodschap achter de boodschap

“Ik heb geen zin om naar school te gaan, mama”, zegt onze kleuter op maandagmorgen terwijl zij nog onder haar warme dekens ligt. Als ouder moet je zien te achterhalen waar dit vandaan komt.

Is het ogenschijnlijk onschuldig, omdat ze lekker warm onder haar dekbed wil blijven liggen? Of zit er meer achter. Jij kent je kind het beste. Ben je zelf ook zoekende hoe je dit moet interpreteren? Ga dan het gesprek met haar aan.

Is het de eerste keer en heb je het vermoeden dat er niets aan de hand is, dan kun je haar natuurlijk uit bed lokken door onder haar voeten te kietelen. Je merkt snel genoeg hoe ze erop reageert.

De donderdag erop krijg je weer: “Ik heb geen zin om naar school te gaan, mama” te horen. Dan moeten de eerste alarmbellen gaan rinkelen.

Frequentie

Als je kind er nog niet over wilt of durft te praten, probeer dan verbanden te zoeken. Zegt ze het alleen op maandag? Vertelt ze dit altijd wanneer ze gym heeft? Is het opeens gekomen en zie je dat ze per dag meer in zichzelf kruipt?

Komen er nooit meer vriendinnetjes spelen? Ga het gesprek aan door je uit te spreken wat je waarneemt wanneer ze niet uit zichzelf komt met hetgeen waardoor haar zin in school afneemt.

Voor de eerste keer naar school

Ons vierjarig kleutertje loopt naar school met een veel te grote rugtas op haar rug. Ze vindt het spannend. Heel logisch. Want de eerste keer naar een nieuwe omgeving, kindjes en juf is ook spannend.

Onze dochter loopt schuchter naar haar stoeltje in de kring. Ze gaat zitten en kijkt voorzichtig om zich heen. Na een dikke knuffel loop ik het lokaal uit met vochtige ogen. Zelfs moeders heeft er even moeite mee.

Gedurende de week zie ik dat ze vermoeider raakt, maar ze zegt niet meer dat ze geen zin in school heeft. Stel dat dit wel het geval is, geef haar even de tijd. Het hoeft niet meteen iets te zeggen.

Geef haar de tijd om te wennen op school. Als ze na een maand nog steeds met tegenzin naar school gaat, maak dan even een praatje met de juf wanneer jouw kind uit school komt.

Zij kan je vertellen hoe jouw kind erbij zit in de klas. Misschien heeft ze in de ochtend thuis wat opstartproblemen. En eenmaal in de klas vindt ze haar plekje en doet wat er van haar verwacht wordt.

Angst

Een kind kan bang zijn voor school. Er komt veel op ze af. Je moet leren om je staande te houden binnen de groep, te luisteren naar de juf, de lesstof eigen te maken, vragen te stellen.

Er komen nog veel meer vaardigheden bij kijken gedurende een schooldag. Er zijn diverse soorten angst:

  • Faalangst: Leg de lat hoog, maar niet onbereikbaar. Kinderen kunnen perfectionistisch zijn/worden. Als zij die lat onbereikbaar leggen, gaan ze het nooit halen. Dit kan leiden tot demotivatie. Wat ervoor kan zorgen dat zij geen zin meer hebben om naar school te gaan. Omdat ze voor hun gevoel toch altijd falen.
  • Angst voor leeftijdsgenoten: Jezelf durven zijn in de groep is niet vanzelfsprekend. Het heeft tijd nodig voordat dit voldoende is ontwikkeld.
  • Angst om zonder ouders te zijn: Kinderen die de veiligheid voornamelijk van ouders ervaren, hebben de tijd nodig om deze veiligheid ook te voelen bij nieuwe kinderen en de juf.

Pesten

Pesten. Iets waar je als ouder je kind absoluut voor wilt behoeden. Sommige volwassenen hebben er nog steeds last van als zij in hun jeugd gepest zijn. Het kan een reden zijn dat je kind niet naar school wil. Ik begrijp dat.

Waarom zou je naar een omgeving gaan waar je gepest wordt? Een kind kan zelf naar je toe komen om te vertellen dat hij gepest wordt. Maar het gebeurt vaak genoeg dat kinderen hier niet over durven te praten.

Onze dochter zei laatst: “Ik heb buiten gespeeld. Maar met wie zeg ik niet.”
Wij dachten dat ze met haar klasgenoot had gespeeld op wie ze verliefd is.
– “Oh, heb je met Simon gespeeld?”
“Zeg ik niet.”
“Was het leuk, meisje?”
En op dat moment wordt ze stil.
“Is er wat gebeurd?
Ze barst in snikken uit en duwt haar gezichtje tegen me aan.
“Ze lachten me uit, mama. Toen ik uitgleed.”

Het lijkt een klein voorval. Maar kan in het hoofdje van een kind kan dit heel groot worden. Neem het dus serieus. Blijf in gesprek met je kind. Geef aan dat haar klasgenoten haar vast niet uitlachten, maar het voorval grappig vonden. Bekrachtig je kind door te vertellen wat ze in zo’n situatie kan doen als ze verdrietig wordt.

Zo zorg je er ook voor dat jouw kind de volgende keer weer haar hart bij je uitstort. Bedenk samen een oplossing hoe je kind weer met vertrouwen naar school gaat.

Blijft het bij deze ene keer, dan zal ze de volgende week vast weer met deze kinderen tikkertje spelen. Houden de pesterijen langer aan? Dan is een gesprek met de leerkracht raadzaam.

Lees ook: Mijn kind wordt gepest op de middelbare school; wat kan ik doen als ouder?

Moeite met meekomen

Leerlingen krijgen lesstof aangereikt waarvan het onderwijs denkt dat een gemiddeld kind dit aan moet kunnen.

Er is een normaalverdeling in de intelligentie van kinderen. En aan beide uiteinden van deze verdeling zitten ook kinderen. Er zijn kinderen die moeilijker de lesstof tot zich kunnen nemen.

Kinderen hebben goed in de gaten wanneer ze ‘anders’ zijn. En je wilt niet anders zijn of opvallen op de verkeerde manier. Dit kan dus een reden zijn waarom jouw kind niet naar school wil. Voer het gesprek tijdens het puzzelen, zo is het makkelijker voor kinderen om te praten. Zet haar in haar kracht.

Zinnen die kunnen helpen:

  • Wat goed van je dat je me dit vertelt
  • Jij weet wat het is om hard te moeten werken, dat is heel belangrijk
  • Wat anderen van je vinden is niet belangrijk. Wat jij van jezelf vindt is belangrijk
  • Wat kinderen over jou zeggen, dat zegt eigenlijk meer over hen
  • Het is heel knap van je dat je hulp aanvaardt
  • Ik ben trots op jou
  • En leg ’s avonds een briefje op haar kussen met lieve woorden. Herhaling doet leren ?

Verveling

Aan de andere kant van de normaalverdeling zitten de kinderen die de lesstof sneller tot zich nemen. Zij vallen ook op in de klas. Kinderen kunnen verveeld raken wanneer zij niet uitgedaagd worden.

Wat heeft het dan voor nut om naar school te gaan, denken deze kinderen. Bovendien kan dit leiden tot buiten gesloten worden van de groep. Een optelsom waarom jouw kind niet naar school wil gaan.

Ook hier zijn gesprekken de uitkomst. Met zowel jouw kind alsmede de docent. Is je kind liever met haar handen bezig, dan kun je het haar ook laten tekenen of uitbeelden.

Geen klik met de juf of meester

Een jaar lang moeten kinderen luisteren naar dezelfde leerkracht. Of naar twee leerkrachten wanneer het een duobaan is. Het moet dan ook maar klikken met deze meester of juf. Hopelijk is de leerkracht zo professioneel dat hij of zij niets laat merken in zijn gedrag. De gevoelssprieten van kinderen zijn erg scherp.

Zij kunnen aanvoelen dat de meester minder een klik met hen heeft. Daarnaast kan het ook gebeuren dat jouw kind geen klik met de meester heeft. Probeer hem te stimuleren door aan te geven wat het hem kan opleveren als hij zich erover heen zet dat hij dit jaar geen klik heeft met de meester.

De leerkracht is er wel voor je kind om het onderste uit de kan te halen.

Gebeurtenis

Er kan iets gebeurd zijn. En dit kan van alles zijn. Het kan zelfs niets te maken hebben met school. Misschien is de hond overleden, heeft ze pijn in haar lichaam of is ze overgevoelig.

Het kan allemaal van invloed zijn op het gedrag. En dus ook het gedrag met betrekking tot school. Het is best lastig om daarachter te komen. Soms weet het kind zelf niet eens waar haar gedrag vandaan komt.

Laat haar bijvoorbeeld opschrijven wat er allemaal in haar hoofdje rondzwerft. Of doe een dansje en zeg dat ze er alles uit mag dansen wat ze in haar heeft. En jullie eruit moeten schreeuwen wat er uit je lichaam moet.

Geef het goede voorbeeld. Bijvoorbeeld: “Ik ben boos, omdat ik vergeten ben brood te halen.” En zo hoop je dat zij meegaat in het spel.

Gewoon geen zin

Gewoon geen zin hebben hoort er ook bij. Het is heel gezond om even te voelen wat je niet wilt. Om daarna ook door te zetten als je er geen zin in hebt. Een mooie levensles.

Hoe kun je je kind helpen?

Als je in gesprek gaat met je kind, houdt dan alle opties open. Probeer open vragen te stellen. Langzaamaan kun je de redenen afstrepen van dit lijstje en kom je tot de ware reden. Praten, dansen, zingen, huppelen, puzzelen, tekenen. Het kan allemaal.

Slaapklets

In de avond komen er veel gedachtes los. Kinderen of eigenlijk mensen overdenken de dag. Een mooie manier om dit alvast te bespreken voordat ze er in bed over gaan nadenken is het boek: Slaapklets. In de avond bespreken we de dag naar aanleiding van de plaats.

Daarna is het tijd voor leuke opdrachten. Zoals: gooi samen met papa of mama je knuffel tegen het plafond. Speel poppensoktoneel of doe een krokodil na die keelpijn heeft.

Als afsluiter ligt je kind in bed en krijgt zij een massage op haar rug, duelleren we wie de hardste knuffels geeft of geef ik zoentjes op haar knie, teen of neus.

Meer informatie vind je hier.

Slaap lekker

In de avond loop je nog één keer de kinderkamers binnen voordat je gaat slapen. Je ziet dat de knuffel stevig wordt vastgehouden door je slapende dochter. “Slaap lekker, meisje. Morgen weer een nieuwe dag zonder zorgen. Of met zorgen. Het maakt niet uit, want ik weet ook dat je die kunt oplossen.”

Anita Schokker