Skip to Content

32x 10 minuten spelletjes in de klas & energizers kleuters

32x 10 minuten spelletjes in de klas & energizers kleuters

Heb je weleens van ‘energizers’ gehoord? Een energizer staat voor een korte opdracht in de les of tussen de lessen door. Denk aan een kort beweegspelletje of een tien minutenspelletje.

Het allerbelangrijkste is dat een energizer voor plezier maken zorgt. Door een energizer is er een betere focus op de leerstof en het is een uitlaatklepje voor alle opgebouwde energie.

Steeds meer basisscholen passen dit frequent in hun lesprogramma toe. Bijvoorbeeld als de kinderen eerst ruim een half uur in de kring hebben gezeten, eerst een energizer inzetten en dan pas over tot de rekenles.

Voorbeelden van energizers voor kleuters

Dansen

Dansen is altijd een goede activiteit en uitermate geschikt als energizer. Door te dansen maak je plezier, beweeg je even lekker en is de variatie van beweegvormen ook groter.

Liedjes waarop je kan dansen zijn:

  • Het vliegerlied (hier)
  • Tsjoe Tsjoe Wa (hier)
  • Baby Shark (hier)
  • Hoofd schouders knie en teen (hier)
  • Andere liedjes van Mini Disco zoals Soco Batu Vera (hier)
  • Verschillende liedjes van kinderen voor kinderen zoals: ‘Hupsakee’ (hier) of ‘Fitlala’ (hier)

Ik houd van…

De volwassene (leerkracht of ouder) vertelt waar hij van houdt. Bijvoorbeeld ik houd van chocola. Als de kinderen het hiermee eens zijn, dan gaan ze staan.

Als ze twijfelen en het er een beetje mee eens zijn, dan gaan ze met de knieën en rug gebogen staan. Zijn de kinderen het niet eens met de uitspraak? Dan blijven ze zitten.

Als voorbeelden kun je deze stellingen opnoemen, begin elke keer met: ‘ik houd van’…

  • Blauw
  • Chocolade
  • Snoep
  • Muziek
  • Vakantie
  • Stil zitten
  • Tekenen
  • Rekenen
  • Taart
  • Vroeg opstaan
  • Buiten spelen
  • De hond uitlaten

Blaas de veer weg

Je hebt hiervoor veertjes nodig. Verdeel het aantal kinderen in twee- of drietallen. Ieder groepje krijgt een veer. Klap in je handen en het gaat beginnen. Elk groepje blaast naar de veer, zodat deze niet op de grond komt.

Er mag enkel geblazen worden om de veer in de lucht te houden, het gebruik van handen, armen of hoofden is dus niet toegestaan als hulpmiddel. Wie zijn veer het langste in de lucht kan houden heeft gewonnen.

Liften

Iedereen zit in een kring, en krijgt een nummer van 1 tot ?, afhankelijk van het aantal personen.

Dan begint het “liften”, en iedereen doet ritmisch tegelijk mee met de volgende vier liftgebaren:

  1. Met beide handen tegelijk klappen op de knieën/bovenbenen
  2. In de handen klappen. Rechterduim omhoog steken, en over je schouder bewegen
  3. Linker duim omhoog steken, over je schouder bewegen

Nummer 1 begint te liften. Wanneer iedereen zijn rechterduim omhoog steekt, noemt nummer 1 zijn eigen nummer, en wanneer hij zijn linkerduim omhoog steekt, noemt hij een nummer van iemand anders uit de kring.

De persoon die dat nummer heeft, zegt zijn eigen nummer op het moment dat iedereen zijn rechterduim omhoog steekt, en noemt het nummer van iemand anders wanneer hij zijn linkerduim opsteekt.

Dit gaat door, totdat iemand zich vergist met een nummer, of vergeet te liften wanneer zijn nummer genoemd is. Deze persoon is af, en gaat achteraan de rij zitten. De kinderen schuiven (indien mogelijk) een plaatsje op, en de nummering verandert.

Doel van het spel is in deze variant, om te proberen om net zo lang geen fouten te maken, totdat je op nummer 1 zit. Het spel kan eigenlijk eindeloos doorgaan, totdat de kinderen geen zin meer hebben.

Variant: In de kennismakingsvariant worden geen nummers maar dieren, stripfiguren, landen enzovoorts gegeven.

Wie is het?

Als spelleider neem je 1 persoon uit de klas in gedachten. Iedereen uit de klas gaat staan. Om de beurt stelt iemand uit de klas een vraag aan de spelleider om er achter te komen wie de spelleider in gedachten heeft.

Bijvoorbeeld: Heeft hij/zij een bril? Antwoord: Nee. Dan mag iedereen met een bril gaan zitten. Antwoord: Ja. Dan mag iedereen zonder bril gaan zitten.

Vervolgens komt de volgende vraag. Hoeveel vragen heeft de klas nodig om achter de persoon te komen die de spelleider in gedachten heeft.

Follow the leader

De leerkracht of een leerling, geeft een ritme aan met twee handen op de tafel. De hele groep moet het ritme volgen. De leider mag 3 keer van ritme veranderen en vervolgens de volgende aanwijzen die het ritme aangeeft.

Alle vogels vliegen

De kinderen hebben hun handen plat op tafel of op hun schoot liggen. Wanneer de leerkracht zegt: ‘alle vogels vliegen’ moet iedereen met de armen in de lucht ‘fladderen’. Maar wordt er een onmogelijke combinatie genoemd, bv. ‘Alle auto’s vliegen’, dan moeten de handen op tafel blijven liggen.

In snel tempo worden zo wel en niet vliegende dieren of dingen genoemd: alle tafels vliegen, alle adelaars vliegen, alle stoelen vliegen, etc. Wie zijn handen omhoog steekt bij iets wat niet kan vliegen is af.

Cool Down!

Alle leerlingen staan naast hun stoel. Het is stil en rustig. De leerkracht beweegt het hoofd met een rustige rollende beweging van de kin op de borst naar de nek, met de klok mee.

Daarna haalt hij de schouders op en laat ze weer zakken en herhaalt dan een aantal keer. Vervolgens rechterarm over het hoofd en met het lichaam doorbuigen naar links en vice versa. Paar keer herhalen.

Klapspel

Alle leerlingen zitten in een kring. Iedereen krijgt een nummer dat hij goed moet onthouden. Nu begint het spel. Iedereen slaat 1 keer met zijn handen op zijn dijbeen, klapt één keer vóór zich in zijn handen en knipt steeds één keer met de vingers van zijn linker- en één keer met die van zijn rechterhand.

Eén leerling, die vooraf is aangewezen, noemt tijdens het knippen met zijn linkerhand zijn eigen nummer en tijdens het knippen met zijn rechterhand een willekeurig andere nummer dat aan iemand in de groep is gegeven.

Degene die dit nummer heeft moet dan de volgende ronde precies zo doorgaan. Het spel moet relatief langzaam worden gespeeld, totdat iedereen de volgorde van de bewegingen feilloos beheerst.

Hoe sneller het tempo, hoe moeilijker het spel wordt. Rustig beginnen, langzaam opvoeren.

De poptwist

De poptwist dans je op heel snelle muziek. De bewegingen zijn als volgt:

  • je begint met je linkerbeen, die steek je naar voren: hak, teen, hak, teen
  • dan je rechterbeen: hak, teen, hak, teen
  • je linkerbeen naar achteren; teen, hak, teen, hak..
  • en je rechterbeen naar achteren; teen, hak, teen, hak
  • daarna trek je je linkerknie omhoog en iets naar rechts…ook 2x
  • en inderdaad; nu je rechterknie omhoog en iets naar links
  • daarna schop je met je linkervoet een denkbeeldige bal weg die vlak voor je rechtervoet ligt, 1x!!! (schop weg)
  • hetzelfde met je rechtervoet die de ‘bal’ voor je linkervoet wegschopt.. (denkbeeldig dan hè?) en dat ook 1x; (schop weg)
  • spreid, (een sprongetje in de lucht en met gespreide benen weer op de grond komen)
  • en sluit! Bij sluit draai je een kwartslag naar rechts.

Dit doe je een paar keer achter elkaar, op het tempo van de muziek. Wie opgelet heeft ziet dat je dus steeds met links begint.

Bij het aanleren nog geen muziek gebruiken en alles in kleine stapjes aanleren. Na ieder aangeleerd stukje kun je dat stukje op muziek oefenen, tot ze de hele dans achter elkaar kunnen.

Iedereen is anders

De kinderen gaan zonder te praten door elkaar heenlopen. Op een sein van de spelleider zoeken de kinderen een partner, die in een bepaald opzicht een overeenkomst met hem heeft: dezelfde schoenen, dezelfde kleur ogen, dezelfde hobby of iets dergelijks.

De kinderen mogen er niet bij praten, dus als ze in tweetallen bij elkaar staan, weten ze niet of ze elkaar op dezelfde overeenkomst hebben uitgekozen.

Als iedereen een partner gevonden heeft, wisselen ze uit welke overeenkomst ze in gedachten hadden. Dit spel kan gepaard gaan met een nabespreking waarbij de verschillen besproken worden.

Voor meer van deze energizers kun je hier kijken.

Energizers online

Online zijn er ook verschillende energizers die je kunt meedoen.

5 energizers voor in de klas

In dit korte filmpje worden vijf verschillende energizers uitgelegd. Dit is zowel voor de leerkracht als de hele klas meteen bruikbaar. Bekijk met elkaar de instructie en bespreek daarna welke je uit gaat voeren. Een verstopchallenge bijvoorbeeld of Simon. Simon kun je ook op het digibord vinden, je kunt het als weekchallenge doen.

Cupsong

De cupsong is een liedje waarbij met bekers een ritme gespeeld wordt. In dit filmpje kun je de instructie vinden van de cupsong. En als je veel geoefend hebt, kun je het met de hele klas met het liedje van Anna Kendrick (hier) meedoen.

Aerobic

Op YouTube zijn verschillende clipjes te vinden van iemand die aerobic uitoefent en het voordoet.. Je hoeft het dus alleen maar na te doen! Het zijn korte clipjes en daardoor geschikt als energizer, omdat ze niet langer als 10 minuten duren en het zonder gesproken uitleg is. Je kijkt één van deze serie clips hier.

5 minuten spelletjes voor in de klas

Of het nu in de klas of thuis is, het kan zijn dat je ter afwisseling een kort spelletje wilt laten uitvoeren om zo de aandacht erna weer beter vast te houden. Of omdat je ziet dat er anders stuiterballen door je klas of huis gaan, tijd om de energie er op een leuke manier uit te laten gaan. Hierbij wat tips:

Juf Steen

Alle kinderen staan op een rij, met de handen op de rug. Voor de rij staat één kind, die de juf of meester speelt, met de rug naar de rij toe. De kinderen in de rij geven achter hun rug een steen door.

Plotseling draait ‘de juf’ zich om en blijven alle kinderen stil staan. De juf probeert te raden wie de steen heeft. Raadt ze fout, dan mag het kind dat de steen vastheeft een stap naar achteren doen. Zo wordt het steeds moeilijker om de steen door te geven.

Raadt de juf goed? Dan gaat het spel gewoon verder en mag niemand een stap naar achteren. Het kind dat het eerst 3 stappen naar achteren heeft gezet, wint.

Commando handen in de lucht

De leerkracht geeft op een snel tempo opdrachten die met de handen uit te voeren zijn. Dit is een afgeleide van het commando pinkelen; een spelletje waarbij je met de pinken (of andere vingers) op de tafel trommelt en bij een commando een bepaalde opdracht uitvoert.

Bijvoorbeeld:

  • Handen in de lucht
  • Handen achter je
  • Handen boven je hoofd
  • Handen op de tafel
  • Handen over elkaar

De klas mag dit alleen uitvoeren als er ‘commando’ voor de opdracht gezegd wordt. bijvoorbeeld: ‘commando klappen, commando over elkaar’. Als dit niet gezegd is, maar een kind doet wel wat er gezegd wordt, dan is het kind ‘af’.

Vriezen en dooien

De kinderen staan bevroren in de klas. De leerkracht zet muziek aan. Nu noemt de leerkracht een lichaamsdeel dat ontdooid kan worden en dus wel mag bewegen. De rest van het lichaam is nog steeds bevroren.

Er komen steeds meer lichaamsdelen bij die ontdooid zijn, tot een maximum van 5. Daarna bevriest iedereen weer compleet en begint het spel opnieuw.

Dansen in de spiegel

Alle kinderen zoeken een maatje. Zet muziek aan. Het ene kind maakt een beweging, het andere kind doet dit precies na. Net of je in de spiegel kijkt. Wissel na een tijdje van rol.

Tik tik wie ben ik?

Eén kind doet de ogen dicht. Een ander kind tikt op de rug en zegt: ‘Tik tik, wie ben ik?’ Het kind moet raden wie het is. Goed geraden? Nog een keer met een ander kind! Fout geraden? Het kind dat getikt heeft, is nu zelf aan de beurt.

Wat is anders?

Eén kind komt voor de klas. Iedereen kijkt goed naar dit kind. Daarna mag het op de gang, dus buiten het zicht van de klas, iets aan zichzelf veranderen.

Bijvoorbeeld de schoenen uit, een trui achterstevoren, een staart in het haar maken enzovoorts.

De kinderen in de klas mogen raden wat er anders is. Wie het goed geraden heeft, mag daarna zelf naar de gang om iets aan zichzelf te veranderen.

Wafwaf

Dit is een spannend sluipspel, waarbij jonge hondjes het botje van de waakhond proberen te pakken. Ga in een kring op de grond zitten, wijs een waakhond aan. Deze zit geblinddoekt in het midden van de kring. Het is nacht en de waakhond waakt over zijn bot.

Daag de ‘jonge hondjes’ in de kring uit om geruisloos naar de waakhond te sluipen en het bot te pakken. Wanneer de waakhond iets hoort, wijst hij in die richting en roept: wafwaf!

Degene die het probeert te pakken mag dan niet verder. Wie het bot weet te pakken, wordt de nieuwe waakhond.

Groepsfoto

Wijs een fotograaf aan. De andere spelers gaan dicht bij elkaar staan voor de groepsfoto. Nadat de fotograaf de groep een tijdje goed heeft bekeken, wordt hij naar buiten gestuurd.

Eén kind uit de klas verstopt zich vervolgens achter de groep. De fotograaf komt terug en moet raden wie er ontbreekt, vóór de groep hardop tot tien kan tellen.

Als hij erin slaagt, mag hij de foto maken. Zo niet, dan wordt er een nieuwe fotograaf gekozen voor een nieuwe fotosessie.

Woordzoekers

Deel woordzoekpuzzels uit aan de leerlingen en kijk wie als eerste alle woorden kan vinden.

Bingo

Speel een snel spelletje bingo met getallen, woorden of afbeeldingen.

20 Vragen

Laat een leerling een voorwerp bedenken en laat de rest van de klas ja/nee-vragen stellen om te raden wat het is.

Raad het geluid

Laat een mysterieus geluid horen (bijvoorbeeld dierengeluiden) en laat de leerlingen raden wat het is.

Wie of wat ben ik?

Plak een naam of een beroep op het voorhoofd van een leerling en laat ze raden wie ze zijn door ja/nee-vragen te stellen.

Letter scramble

Geef een woord en laat de leerlingen zoveel mogelijk nieuwe woorden maken door de letters te herschikken.

Hints

Laat leerlingen woorden of zinnen uitbeelden zonder te spreken, terwijl anderen raden wat het is.

Galgje

Bedenk een woord en zet voor iedere letter een streepje op het bord. Vervolgens moeten de leerlingen raden welk woord het is door omstebeurt een letter te noemen. Is de letter goed, dan wordt die op de juiste plaats neergezet, is hij niet goed wordt er een onderdeel van een galgje getekend. Het doel is dat de klas het woord raadt voordat het galgje compleet is.

Korte verhalen

Laat elke leerling één zin toevoegen aan een verhaal, waarbij de zin moet aansluiten op de vorige zin.

Stiltespel

Zie wie het langst stil kan zijn zonder te praten of te bewegen. De laatste die nog stil is, wint.

Energizers voor thuis

Ook thuis kun je energizers goed gebruiken, zeker met huiswerk thuis oefenen of gewoon voor het beleven van plezier ervan.

Voor een kinderfeestje is een energizer ook altijd fijn, het zorgt ervoor dat je heerlijk met elkaar kunt lachen. En daarna weer geconcentreerd aan een knutselopdracht of speurtocht kunt deelnemen.

Spelletjes
Mirjam de Stigter