Skip to Content

Kleutercito afgeschaft, welk alternatief kindvolgsysteem kiezen scholen nu om de voortgang bij te houden van kleuters?

Kleutercito afgeschaft, welk alternatief kindvolgsysteem kiezen scholen nu om de voortgang bij te houden van kleuters?

Een CITO toets maken.. voor zowel kinderen als ouders is dit altijd een belangrijk moment. Ik weet nog goed hoe zenuwachtige ouders vrij snel na de CITO-afname vroegen hoe het gegaan was en hoe kinderen soms konden zuchten bij het maken van zo’n boekje. Op het rapport van leerlingen in de basisschoolleeftijd is het inmiddels vaste prik: de CITO-toetsen en bijbehorende score.

Toen ik nog juf bij de kleuters was nam ik twee kleuterCITO’s af: CITO-taal en CITO-rekenen. Elke CITO bestond uit verschillende onderdelen. Enkele onderdelen die bij CITO-taal getoetst werden zijn: woordenschat, klank en rijm en boekoriëntatie. En bij de CITO-rekenen kwamen onder andere de onderdelen getalbegrip, meten en meetkunde langs.

Kleutercito afgeschaft

Kleutercito afgeschaft, welk alternatief kindvolgsysteem kiezen scholen nu om de voortgang bij te houden van kleuters? - Mamaliefde

Per 2021 worden deze CITO-toetsen voor kleuters afgeschaft omdat het niet aansluit bij de ontwikkeling die kleuters doormaken. Kleuters spelen de hele dag door en leren daar enorm veel van. Om dan ineens een boekje te maken met opdrachtjes, terwijl ze niet vaak in een boekje werken, is verwarrend en geeft niet altijd een goed beeld.

Ook omdat faalangst bij het maken hiervan de kop kan opsteken en zo zeggen tegenstanders, een toets blijft toch een momentopname. Maar een meetinstrument voor de ontwikkeling van de kleuter is wel belangrijk; hoe geven scholen daar vorm aan nu de CITO voor groep 1 en 2 verdwijnt?

Observaties door de leerkrachten

Stap een willekeurige kleuterklas binnen en je ziet waarschijnlijk meteen de hoeken die er zijn.

De huis- of poppenhoek met het bekende keukentje, de water- of zandhoek waarin met water, zand en attributen wat afgemeten wordt, de leeshoek met boekjes rond het thema en de bouwhoek met blokken en ander constructiemateriaal zijn in zo’n beetje iedere kleutergroep wel terug te vinden.

Er kan nog wel eens het beeld heersen dat kleuters alleen maar spelen en niets leren, maar juist in hun spel en in de hoek waarin ze spelen leren ze heel veel. Bij het thema supermarkt kan de huishoek omgetoverd zijn tot een supermarkt waarin de kinderen met een mandje boodschappen kunnen doen.

Naast sociale regels als goedemorgen / goedemiddag zeggen, de caissière aankijken en bedanken, op je beurt wachten in de rij en niet voordringen, zijn ze ook aan het tellen en rekenen. Hoeveel wortels ze nodig hebben en hoeveel euro 1 appel kost. Ze maken een boodschappenlijstje door dit na te stempelen of uit te knippen en zijn zo met taal bezig.

Leerkrachten observeren dit spel, spelen waar nodig mee en verrijken het spel door attributen of rollen toe te voegen aan het spel.

Het observeren van dit spel kan met behulp van observatielijsten waar vragen opstaan om doelen af te vinken over bijvoorbeeld het tellen (kun je tellen tot 10) of door een vrije observatie uit te voeren. Dit doen ze niet 1 keer maar meerdere keren in het schooljaar om zo de ontwikkeling goed te volgen.

Leerlingvolgsysteem

Behalve de observaties maken de leerkrachten ook gebruik van leerlingvolgsysteem. Er zijn er verschillende in Nederland, in dit artikel de keuze om de leerlijnen van ParnasSys in het kort toe te lichten:

ParnasSys

ParnasSys is het leerlingvolgsysteem waar leerkrachten ook het digitale rapport in kunnen maken, notities van oudergesprekken in bewaren en waar de toetsresultaten in opgeslagen worden. In hogere groepen kunnen ouders een inlogcode krijgen om deze resultaten ook zelf mee te kunnen kijken. ParnasSys heeft ook een observatiesysteem. Voor de kleuters is dit in een half jaar gedeeld.

Groep 1 kinderen werken het eerste half jaar aan de a-doelen, kinderen die verder zijn kunnen ook al aan de 1b-doelen werken (die dus voor het tweede half jaar van groep 1 zijn). Voor de kinderen die nog verder zijn, zijn er 1c-doelen. Dit zijn extra doelen en deze hoeven niet door iedereen behaald te worden.

Dit is ook zo voor groep 2. Er zijn 2a-doelen voor het eerste half jaar, 2b-doelen voor het tweede half jaar en 2c-doelen voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben.

Deze doelen gelden op verschillende gebieden, de school kan kiezen welke lijnen hij volgt:

  • Motoriek
  • Sociaal-emotioneel
  • Rekenen
  • Taal
  • Spel

De groene kleur staat voor de doelen die behaald zijn. De rode kleur voor doelen waar aan gewerkt wordt, de leerling uit dit voorbeeld heeft bij taal 80% van de 2a-doelen voor beginnende geletterdheid behaald. En de lichtoranje kleur is voor wat nog niet ingepland is (de extra doelen).

Elk van de lijnen is weer onderverdeeld in sublijnen, bij motoriek wordt zo gekeken naar de grove en fijne motoriek.

Hoe komt de juf tot een besluit of een kind toe is aan groep 3?

Naast de observaties in de hoeken, het afvinken van de doelen voor het leerlingvolgsysteem zijn er nog andere toetsjes die ze af kunnen nemen, dit heeft alles met de visie van de school te maken..

Beginnende geletterdheid

Kan een kind de eerste en laatste letter van het woord horen? Kan het kind al een woordje schrijven? Kent het kind de kleuren? Enkele onderdelen die de toets ‘beginnende geletterdheid’ meet. Dit kan het beeld van de leerkracht nog extra inkleuren door zo meer feitjes te vergaren.

AVI en DMT toets afnemen

Kleutercito afgeschaft, welk alternatief kindvolgsysteem kiezen scholen nu om de voortgang bij te houden van kleuters? - Mamaliefde

Er zijn kleuters die al kunnen lezen, voor deze kinderen neemt school vaak de AVI- of DMT-toets af. De AVI-toets is een kort verhaaltje, door te kijken naar hoe foutloos en snel een leerling deze tekst leest, komt er een score uit. Bijvoorbeeld E3, wat staat voor leesniveau eind groep 3. Zo kan er in groep 3 op het goede leesniveau ingestoken worden en frustratie voorkomen worden.

De DMT-toets is een lange lijst met woordjes. Een kind leest 3 minuten individueel bij een leerkracht, onderwijsassistent of intern begeleider. Het doel van de drieminutentoets is meten hoe nauwkeurig en snel het kind kan lezen. Dit meet de toets aan de hand van het aantal foutloos gelezen losse woorden.

De leerling krijgt een kaart waarop vijf of vier rijen van dertig losse woorden staan. Het kind moet proberen om in één minuut zo veel mogelijk van die woorden hardop te lezen. De woorden moeten per rij, van boven naar beneden, worden gelezen.

Het belangrijkste is dat het er weer naar het kind gekeken wordt in de klas, in plaats van het kind op papier.

Mirjam de Stigter