Skip to Content

Wie is Sint Nicolaas?

Wie is Sint Nicolaas?

Morgen is het zover, dan viert een groot deel van Nederland Sinterklaas. Afgelopen weekend hadden we er discussie over. Wat vieren we nu eigenlijk? De discussie ging vooral over of het nu de sterfdag of geboortedag was. Dat leverde wat googlewerk op waarbij ik allerlei leuke feitjes tegenkwam over de ontwikkeling van het feest door de eeuwen heen.

Het leek me leuk om dit op een rijtje te zetten en met jullie te delen. Wat vieren we nu eigenlijk met Sinterklaas?

Naamdag Heilige Sint Nicolaas

Wat googlewerk leverde op dat het gaat om de naamdag van Sint-Nicolaas. Die echter niet 5 december is, maar 6 december. De dag dat wij vieren dat hij weer naar huis gaat om daar zijn verjaardag te vieren.

Terwijl dit in werkelijkheid zijn sterfdag in 342 of 352 was. Zijn geboortedag is onbekend, maar vermoedelijk in het jaar 280 in Lycië. Dit ligt aan de zuidkust van Turkije en behoorde destijds tot het Romeinse Rijk.

Dat zou betekenen dat Sinterklaas momenteel 1734 jaar oud is. Het vermoeden is dat de viering van de naamdag van Sint-Nicolaas in het verleden is gecombineerd met het Germaanse feest de Wilde Jacht van Wodan. Iets wat je bij meer katholieke feesten tegenkomt.

Sinds wanneer vieren we Sint Nicolaas?

Het feest van de heilige Nicolaas van Myra werd oorspronkelijk gevierd in de Grieks-Orthodoxe kerk. Pas in de 7e eeuw breide dit uit van Griekenland naar Rome. Een huwelijk van een Byzantijnse prinses met de keizer van het Duits-Italiaanse Romeinse rijk in de 10e eeuw zorgde voor uitbreiding naar het noorden.

De heilige Nicolaas van Myra was begraven in Myra. In 1087 werden zijn relieken echter door Italiaanse kooplieden overgebracht naar Bari in Oost-Italië. Dit om ze te beschermen tegen het uitbreidende Islam. In Bari werd er een speciale kerk gebouwd, de Basiliek van Sint-Nicolaas.

In de Middeleeuwen werd Sinterklaas gevierd op kloosterscholen. In een mirakelspel verscheen de heilige aan de kinderen. De ijverige leerlingen werden beloond en de luie leerlingen kregen een vermaning. Er waren ook speciale Sint-Nicolaasbroederschappen waarvan de leden de naamdag van hun beschermheilige vierde op 6 december.

Van ongeveer 1300 tot 1600 was het gebruikelijk om jaarlijks een kinderbisschop met aanhang te kiezen. Deze werden de onnozele kinderen genoemd en van 6 tot 28 december met voedsel en cadeaus voorzien.

Andere kinderen kregen een dag vrij om 6 december thuis het feest van hun patroonheilige te vieren. Bijvoorbeeld door verkleed in een optocht door de stad te lopen en geld van de voorbijgangers te ontvangen.

Later in de middeleeuwen ontstonden er Sint-Nicolaasmarkten waarbij er na afloop van een kerkbezoek op de markt cadeaus gekocht werden. Sint-Nicolaas werd ook wel de huwelijksmaker genoemd, onder andere vanwege de legende waarin hij drie meisjes een bruidsschat geeft.

Op de markt werd een speculaaspop gekocht die een jongen gaf aan een meisje, als deze aangenomen werd beloofde dat veel goeds voor de relatie.

Vanaf de 15e eeuw zet men al de schoen rond Sinterklaas. Dit begon in Utrecht waarbij sinds 1427 arme gezinnen op 5 december een kinderschoen konden achterlaten bij de Nicolaaskerk.

Nadat door ‘rijk’ Utrecht Pakjesavond was gevierd werden de schoenen gevuld en mochten deze op 6 december opgehaald worden. Deze traditie van één keer de schoen zetten en op 6 december cadeautjes uitpakken is in België nog steeds gebruikelijk.

In Nederland mochten gezinnen in de 16e eeuw ook al de schoen zetten. Er zijn schilderijen waarbij dit tafereel vastgelegd werd, inclusief wat er in de schoen terechtkwam.

Naast speelgoed zoals een pop, waren lekkernijen zoals kruidnoten, borstplaat, marsepein, taaitaai en chocoladeletters toen al gebruikelijk. Jongens vonden vaker een roe of zakje zout. Nooit geweten dat deze lekkernijen al zo lang meegaan.

Met de hervorming van de katholieke feestkalender van 1969 werd Nicolaas als officiële heilige geschrapt. Later kwam het Protestantisme ook in opmars en kwam er een verbod op het zetten van de schoen en het vieren van Sinterklaas. Onder leiding van Maarten Luther verschoof het geven van cadeautjes naar het kerstfeest.

Later kwam dit feest weer in de opmars en werd het een echt straatfeest waarbij er overvloedig alcohol gedronken wordt. Het feest kreeg een pedagogische functie en werd onderdeel van de opvoeding en onderwijs.

Sinterklaas was geen boeman meer maar werd gebruikt om gehoorzaamheid en ijver bij te brengen. Sint-Nicolaas werd in de vorm van een bisschop weer in het leven geroepen, het geheimzinnige rondom het zetten van schoentjes was er vanaf.

Sinterklaas in de persoon zoals wij hem nu kennen werd geïntroduceerd door de onderwijzer Jan Schenkman. Hij was ook de persoon die Sinterklaas met een stoomboot uit Spanje liet komen met een knecht die later Zwarte Piet werd genoemd. Zijn prentenboekje ‘Sint Nicolaas en zijn knecht’ werd heel beroemd.

In 1888 werd in Venray voor het eerst een intocht georganiseerd. Amsterdam was de eerste stad die sinds 1934 hier een jaarlijks terugkerend evenement van maakte.

Pakjesavond in de vorm zoals wij kennen is er pas sinds de Tweede Wereldoorlog. Met in het begin veel zelfgemaakte cadeautjes, en naar mate de economie toenam grotere en duurdere cadeautjes.

De laatste jaren is er steeds meer discussie over de rol van Piet; in hoeverre past zijn onderdanige rol nog in deze inclusieve maatschappij? Daarom is er de afgelopen jaren ‘geëxperimenteerd’ met witte en regenboog pieten bij de intocht of op tv.

Dragen ze geen oorbellen meer, die een teken zijn van de slavernij of de felrode lippen. Steeds meer instanties kiezen er ook voor om dit feest niet meer te vieren.

Linda van Aken