Skip to Content

Foekepotterij

Foekepotterij

In de wirwar van lokale tradities die ons land rijk is, valt de foekepot op als een charmant en oud gebruik, vooral geliefd in een beperkt aantal regio’s tijdens het carnavalsseizoen. Dit oude muziekinstrument, ook wel bekend als rommelpot of konkelpot, heeft zijn wortels in de volksmuziek en heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de vroege Middeleeuwen.

Foekepotten traditie

De traditie van het foekepotten vindt plaats op verschillende data, afhankelijk van de regio. In Noord-Brabant, Yerseke, Tholen (Zeeland), Noord-Vlaanderen, de Achterhoek, Noord-Duitsland, en Denemarken, gaan kinderen met de foekepot langs de deuren op oudjaarsdag, Driekoningen of de dinsdag voor Aswoensdag (de laatste dag van carnaval).

Streekgebruik en variaties

Verschillende streken hebben hun eigen draai gegeven aan het foekepotten. In sommige gebieden, zoals Goor, worden nog steeds echte foekepotten gemaakt van varkensblazen. Elders, zoals in Hasselt en omgeving, is 11 november de datum om de foekepot voor de dag te halen. Deze variaties voegen een kleurrijk palet toe aan de traditie.

Oorspronkelijk werd de foekepot gemaakt van een varkensblaas, maar de moderne tijd heeft geleid tot ‘moderne’ varianten, waarbij kinderen met plastic tassen langs de deuren gaan om lekkernijen op te halen. Toch zijn er nog steeds plaatsen waar het ambachtelijke proces van het maken van echte foekepotten van varkensblazen in ere wordt gehouden.

Historische betekenis

Foekepotterij - Mamaliefde

Het gebruik van de foekepot dateert terug tot ver vóór 1900, waar ‘de kleine man’ zichzelf moest bedruipen in zijn levensonderhoud. Het instrument diende als een manier voor kinderen van de lagere bevolkingsgroep om langs de deuren te gaan bij de beter gesitueerden. Het sonore geluid van de foekepot werd begeleid door een bedelliedje, en in ruil ontvingen de kinderen iets eetbaars.

Het foekepotten, een traditie die door de eeuwen heen is doorgegeven, heeft een diepe historische betekenis. Op schilderijen uit 1650 is al een jongen te zien met een foekepot, wat aangeeft dat het gebruik toen al bekend was. Het heeft zich over verschillende regio’s verspreid, zij het op verschillende tijdstippen, en is door de jaren heen aangepast aan de veranderende maatschappij.

Foekepot maken

Het maken van een echte foekepot is geen alledaagse klus, vooral omdat het traditioneel van een varkensblaas werd gemaakt. Tegenwoordig worden echter vaak moderne materialen gebruikt, zoals plastic of rubber. Het instrument zelf is een wrijvingstrommel, waarbij een stokje met hars over een gespannen vlies wrijft, resulterend in het kenmerkende geluid: foeke, foeke, foeke.

Foekepotten liedjes

Het bijbehorende liedje, gezongen met enthousiasme door de kinderen, weerklinkt door de straten:

Rommelpotterij frroep, rommelpotterij frroep
geef me een centje en dan ga’k (weer) voorbij
‘k heb geen geld om brood te kopen
daarom moet ik met de rommelpot gaan lopen. frroep
rommelpotterij, rommelpotterij,
geef me een centje dan ga’k (weer) voorbij.

Dit liedje, dat regionaal aangepast kan worden, draagt bij aan de gezellige sfeer van het foekepotten.

Internationale varianten

Niet alleen in Nederland, maar ook internationaal heeft de foekepot zijn equivalenten. In Noord-Duitsland en Denemarken kent men de rommelpot, terwijl in Brazilië de foekepot bekend staat als cuica en veel wordt gebruikt in sambamuziek tijdens carnavalsfeesten. Hongarije heeft zijn eigen versie als begeleiding in citera-orkesten, en in Italië staat het bekend als cupa-cupa.

Een levendige traditionele erfgoed

De foekepot, met zijn rijke geschiedenis en regionale variaties, blijft een levendige traditie binnen het Nederlandse culturele erfgoed. Het brengt niet alleen vreugde en gezelligheid tijdens het carnavalsseizoen, maar herinnert ons ook aan de veerkracht en creativiteit van gemeenschappen die door de eeuwen heen deze traditionele praktijk hebben gekoesterd en doorgegeven.

Dus, wanneer de kinderen met hun foekepotten langs de deuren gaan, laten we genieten van de melodieën en de verbindende kracht van deze eeuwenoude traditie. Foeke, foeke, foeke!

Linda van Aken