Skip to Content

Winnen en verliezen; wat als je kind niet tegen verlies kan?

Winnen en verliezen; wat als je kind niet tegen verlies kan?

“Anita, zullen we pesten?” Ik kijk mijn man bedenkelijk aan. “Het kaartspel Aniet. Als ik je wil pesten heb ik daar geen toestemming voor nodig.” We delen de kaarten. Met nog maar één kaart over voel ik de spanning oplopen.

BAM! Die harten 3 past precies op de klaver 3, die zonet door mijn man is opgegooid. Ik doe een dansje en kan mijn lach niet onderdrukken. Maar je kunt niet altijd winnen en daar komen kinderen ook achter. Maar hoe ga je daar mee om met verliezen?

Leeftijd

Vanaf een jaar of 4 begrijpt een kind hoe een spelletje met de daarbijbehorende spelregels gaat. Onze dochter van 4,5 jaar rent snel naar de spelletjeskast wanneer we klaar zijn met eten. In de wintertijd spelen we vaak nog een spel met z’n allen.

Onze oudste dochter rolt al met haar ogen wanneer haar zusje alweer met ‘ganzenbord’ komt aanzetten. “Altijd kies je die!” Tijdens het spel maakt het onze 4-jarige niet uit of ze wint of verliest. Als ze maar met haar lievelings rode gans mag lopen.

Na een tijdje komt het winnaarselement wel om de hoek kijken. Onze 7-jarige dochter zit daar middenin. Wanneer zij verliest van haar zusje is het huis te klein. En dan heeft ze nog niet eens zo’n zusje wat haar overwinning overweldigend viert.

Waarom roept verliezen zulke sterke emoties op?

Lat te hoog/onbereikbaar: onze dochter van 7 jaar wil winnen. Ze verwacht van zichzelf dat wanneer ze iets doet, zij dit ook perfect moet doen. Als zij dus een spel verliest doet ze het niet perfect en is ze teleurgesteld in zichzelf.

Verwachting: een spel is niet altijd te voorspellen en je kan dus ook niet verwachten, wanneer je goed je best doet, ook gaat winnen. Zo werkt dat niet bij alle spelletjes. Neem nou ‘Yatzhee’: Het is maar net wat je dobbelt.

Hoe komt het tot uiting:

  • Verlies uit zich in verschillende emoties.
  • Boosheid: vliegende dobbelstenen, kletterende schaakborden of wapperende speelkaarten. Bij de emotie boosheid kan het weleens voorkomen dat er spelletjes door de kamer vliegen. Het kind heeft zichzelf niet meer onder controle en de woede moet er op de één of andere manier uit.
  • Verdriet: stromende tranen over de wangen. Voor de zoveelste keer wordt het pionnetje voor zijn hokje door een ander van het bord gegooid. Verdrietig zijn om iets wat niet lukt, mag er zijn. Als ze er maar niet in doorschieten.
  • Ontwijkend gedrag: daarnaast is er ontwijkend gedrag. Een kind wil geen spelletje meer spelen, omdat zij het risico niet wil lopen dat ze verliest. Dat ze dan nooit gaat winnen neemt ze maar op de koop toe. Blijf als ouder alert, blijf je kind betrekken bij de spelletjes.

Uiteraard krijg je hier straks nog tips over.

Doorzettingsvermogen

Altijd willen winnen is geen slechte eigenschap. Doordat je telkens wilt winnen, creëer je doorzettingsvermogen en ambitie. Doorzettingsvermogen is iets waar je je hele leven wat aan hebt.

Het stellen van hoge doelen is goed. Doordat een kind niet altijd genoegen neemt met een tweede plek zal hij zich harder inzetten om ‘die gouden medaille’ te veroveren.

Weerbaar

Verliezen is heel waardevol. Het maakt je weerbaar tegen tegenslagen. In het leven ontkom je niet aan tegenslagen. Des te mooier is het dat kinderen het op jonge leeftijd al tegenkomen.

Je kunt ze zo in een veilige situatie oefenen hoe ze hiermee om kunnen gaan.

Tips kind leren omgaan met omgaan en verliezen

  • Blijf spelletjes spelen: blijf samen gezellig spelletjes spelen. Door te blijven spelen, creëer je meer momenten om te oefenen hoe je om kunt gaan met verliezen.
  • Emotie benoemen: benoem welke emotie je ziet opkomen bij je kind terwijl je een spel speelt. Leg het spel desnoods even stil. Zo maak je hem bewust van zijn emotie en kan hij leren het zelf te gaan herkennen
  • Rust: bedenk samen een plannetje wat je kunt doen wanneer je ziet dat de boosheid en het verdriet te ver oplopen.
  • Voordeel uitdragen: vertel jouw kind wat de positieve aspecten zijn van het willen winnen. Het is ook een heel mooie eigenschap.
  • Goede voorbeeld: het is een inkoppertje, maar zelf het goede voorbeeld geven bij verlies is belangrijk.
  • Lat lager leggen: bespreek vooraf aan het spel wat zij van zichzelf verwacht en of dit reëel is. Leg uit dat verliezen niet erg is. Speel ook eens een spel waar winnen geen factor speelt. Bijvoorbeeld samen een puzzel leggen. Zo kun je langzaam opbouwen naar een spel met meer competitie.
  • Doel uitleggen: het doel van het spel is om plezier te hebben met elkaar. Dat neemt niet weg dat je wilt winnen. Plezier en winnen mogen naast elkaar staan, als het winnen maar niet de overhand gaat nemen.
  • Speel in teams: wanneer je als team verliest, is het verlies niet alleen aan je zelf te wijten. Zo draag je allemaal gelijke last.
  • Spelregels: pas zo nodig de spelregels aan. Bespreek dit van te voren met alle deelnemers. Leg uit wat het doel is om de spelregels wat soepeler te maken.
  • Complimenteer: geef een compliment aan je kind wanneer zij niet uit haar slof is geschoten na een potje Skip-Bo. Zo versterk je het gedrag dat zij goed is omgegaan met verlies.
  • Een boek dat je kind kan helpen om dit te begrijpen; winnen en verliezen vind je hier.

Sporten

Individueel

Verliezen met sporten kan ook moeilijk zijn. Zeker wanneer je kind een individuele sport beoefent, zoals tennis. De impact van het verlies is nog groter dan bij een random spelletje. Je speelt deze sport omdat je het leuk vindt en er goed in wilt zijn.

Je doet je uiterste best bij een training en wilt beter worden. Als je dan verliest is dat vele malen heftiger dan bij een mens-erger-je-nietpotje waarbij het om geluk gaat en het een spel is waar je niet voor hoeft te trainen.

Teamverband

Speel je een potje voetbal dan voelt het verlies anders. Je draagt het verlies als team. Maar dit zegt niets over de impact van het verlies. Het kan maar net zijn dat jouw dochter als keeper het doelpunt doorlaat in de laatste minuut. Het kan voor haar voelen alsof de wedstrijd is verloren door haar actie.

Prestatiecultuur

We leven heden ten dage in een prestatiecultuur. Het draait om cijfers. Dit voelen de kinderen. De maatschappij heeft een hoge verwachting van iedereen en dat legt druk op de kleine schoudertjes.

Probeer ze mee te geven dat het gaat om het proces en om het plezier van het spel. ´Meedoen is belangrijker dan winnen’ is niet voor niks een veel gehoorde zin.

Met nog maar één kaart in mijn handen loopt de spanning op. Vervolgens gooit mijn man de joker op! Mijn gezicht staat op onweer. Mijn man lacht. “Anita, ik zie dat je boos bent. Dit mag er zijn.”

De draak! Die vliegende kaarten die naar zijn hoofd slingeren heeft hij dan ook zeer zeker verdiend.

Hoe reageert jouw kind op winnen of verliezen?

Anita Schokker