Skip to Content

Verlatingsangst peuters

Verlatingsangst peuters

Verlatingsangst is een veelvoorkomend verschijnsel bij peuters. Het is een normale ontwikkelingsfase waarin peuters angst en onzekerheid ervaren wanneer ze gescheiden worden van hun ouders of verzorgers. In dit artikel bieden we een gedetailleerde gids voor ouders om verlatingsangst bij peuters te begrijpen en ermee om te gaan. We bespreken de symptomen, oorzaken en geven praktische tips om deze fase soepel te doorlopen.

Wat is verlatingsangst?

Verlatingsangst is een fase in de ontwikkeling van een peuter waarin hij of zij angst en onzekerheid ervaart wanneer gescheiden van de primaire verzorger. Het kan zich manifesteren als huilen, protesteren, vastklampen aan de ouder of weigeren om alleen te zijn. Deze angst ontstaat meestal rond de leeftijd van 8 tot 18 maanden en kan tot ongeveer 3 jaar duren.

Symptomen van verlatingsangst

  • Huilen en protesteren wanneer de ouder uit het zicht verdwijnt
  • Weigeren om de ouder uit het zicht te laten
  • Vastklampen aan de ouder of verzorger
  • Angstig of onrustig worden in nieuwe of onbekende omgevingen
  • Moeite hebben om alleen te spelen

Verlatingsangst bij baby’s

Dit komt trouwens ook voor bij baby’s. Ongeveer tussen de zeven en de twaalf maanden wil je kind alleen nog maar te maken hebben met de mensen die het dichtst bij hem staan, namelijk mama en papa.

Dit is de eenkennigheidsperiode en eigenlijk elke baby gaat daar doorheen. Voor die tijd maakt de baby nog geen onderscheid tussen mensen en is iedereen die lief lacht goed.

Tussen de acht en achttien maanden is de eenkennigheidsperiode het sterkst. Dit kan vrij lang duren, zelfs tot de twee jaar. De angst die het kind voelt in die periode is echt.

Het is vreselijk bang om verlaten te worden, zelfs twee minuten even wat pakken in de keuken is voor het gevoel van je kind al te lang. De angst dat het alleen achter zal blijven geeft een paniekreactie.

Oorzaken van verlatingsangst

Verlatingsangst heeft verschillende oorzaken, waaronder:

  • Zich bewust worden van de scheiding: Peuters beginnen zich bewust te worden van het feit dat ze gescheiden kunnen worden van hun ouders of verzorgers. Dit besef kan gevoelens van angst en onzekerheid veroorzaken.
  • Ontwikkeling van objectpermanentie: Naarmate peuters ouder worden, ontwikkelen ze objectpermanentie, wat betekent dat ze begrijpen dat objecten blijven bestaan, zelfs als ze niet zichtbaar zijn. Dit kan leiden tot het gevoel dat de ouder nooit meer zal terugkeren wanneer hij of zij uit het zicht verdwijnt.
  • Veranderingen in de omgeving: Grote veranderingen, zoals verhuizing, het starten van de kinderopvang of de komst van een nieuw gezinslid, kunnen de angst bij peuters versterken.

Meer informatie vind je hier.

Waarom mama?

Er kunnen verschillende oorzaken zijn dat je kind even alleen maar mama wil. Bijvoorbeeld omdat het ziek is en alleen maar met mama wil knuffelen.

Je kind wegbrengen naar het kinderdagverblijf of oma en opa heeft dan ook niet altijd zin. Ook papa is op die momenten niet goed genoeg. Dat betekent dan toch echt dat je even een streep door je agenda moet halen.

Naast ziek zijn kan een grote verandering een rol spelen. Bijvoorbeeld een verhuizing, of gezinsuitbreiding. Het kind heeft feilloos door dat er iets verandert en moet even wennen aan de nieuwe situatie. Of alleen de gedachte er aan.

Tot slot kan het een variant zijn op scheidingsangst bij peuters. Op die leeftijd ontdekt je kind namelijk zijn eigen karakter en dat het zelf invloed kan uitoefenen op de wereld om zich heen.

Wat kan botsen met de regels die jullie als ouder hanteren. Dat is dus voor je peuter even zoeken hoe het met die confrontatie om moet gaan, om aan de ene kant trouw te blijven aan zichzelf maar ook de relatie met mama en papa in stand houden.

Hoe hiermee om te gaan?

Deze voorkeur is een situatie die regelmatig voorkomt. Het kan erg vervelend voelen, zeker voor de ouder die afgewezen wordt. Probeer je het toch niet teveel aan te trekken. Vaak gaat het in fasen, de ene keer korter en wisselt het per dag en de andere keer langer en duurt het een paar maanden.

Een voorkeur voor één van de ouders betekent echter niet dat de ander afgewezen wordt. Soms wordt het ook bewust gespeeld; als mama er niet is moet het mama zijn en andersom.

Na een tijdje de pijlen gericht te hebben op één van de ouders, komt er vanzelf een moment dat de aandacht weer verdeeld wordt. Je kan er ook het beste van maken en ‘genieten’ dat je kind nu even iets meer van de andere partner wil.

  • De gevoelens en emoties van je kind zijn echt. Het kan heel erg lastig zijn op een gegeven moment en ontzettend vermoeiend, maar het best is om ze serieus te nemen. Sommigen vinden misschien dat je toegeeft, maar je kind doet het niet met opzet. Je kindje ontzeggen waar het dan behoefte aan heeft voelt voor hem / haar gelijk aan niet eten of drinken. Natuurlijk binnen alle redelijkheid. Een kind mag een voorkeur hebben voor één van beide ouders, maar zal wel moeten accepteren dat beide ouders voor het kind zorgen.
  • Vaak is er in bepaalde situaties, zoals tijdens het inslapen of als het moe is de behoefte het grootste naar één van de ouders. Dit kan je compenseren door op de andere momenten je kindje iets meer aandacht te geven. Gewoon even lekker gek doen; stoeien, door de lucht laten vliegen, kietelen en ga zo maar door. Je kind vergeet dan dat het op dat moment liever mama heeft.
  • Bouw geleidelijk de momenten waarop je aanwezig bent af. Blijf bijvoorbeeld eerst in dezelfde ruimte als je partner aandacht geeft aan het kind. Daarna kan je even oefenen door een minuutje de kamer te verlaten, dan drie minuten, vijf minuten etc. Totdat je gewoon weg kan gaan.
  • Ook bij baby’s kan je ze bijvoorbeeld laten wennen dat je even weggaat en laten zien dat je weer terugkomt. Bijvoorbeeld door kiekeboe te spelen. Achter een doek is al voldoende, want je kind ziet je gezicht dan niet meer en ervaart dat je weer terugkomt. Ook met je stem kan je laten weten dat je gewoon in de buurt blijft. Communiceer ook altijd duidelijk wat de plannen zijn en neem je kind serieus. Wil het bijvoorbeeld niet meer naar de opvang of school en moet mama blijven, meld dan al ‘s avonds dat het morgen weer zo ver is. Dan kan je kind zich er toch op voorbereiden.
  • Als je in een nieuwe situatie komt voor je kind gun het hem of haar dan om even de kat uit de boom te kijken. Het ene kind gaat spelen en trekt alles uit de kast, een ander kind moet eerst even wennen. Door zelf ‘het goede voorbeeld’ te geven door te gaan zitten, krijgt je kind ook zelfvertrouwen. Je kan het stimuleren om te spelen, maar kan als het behoefte heeft terugkeren.
  • Als je kind ziek is en alleen maar wil knuffelen kan dat heel vervelend zijn als jij even moet werken. Probeer dan minimaal in dezelfde ruimte te zijn. Zodat je toch een soort van contact hebt. Misschien kan je even op de bank zitten zodat het tegen je aan kan leunen. Als er geslapen wordt kan je een poging doen om het in te halen.

Omgaan met verlatingsangst

Bied een veilige hechtingsbasis: Zorg voor een veilige en liefdevolle relatie met je peuter. Dit helpt hem of haar zich veilig en geborgen te voelen, zelfs wanneer jij er niet bent.

Stel routines en voorspelbaarheid in: Peuters gedijen goed bij routines en voorspelbaarheid. Dit helpt hen om te weten wat ze kunnen verwachten en vermindert de angst.

Geef positieve aandacht en bevestiging: Geef je peuter voldoende positieve aandacht en bevestiging, zowel fysiek als verbaal. Dit versterkt het gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen.

Oefen met korte afscheidingsmomenten: Begin met het oefenen van korte afscheidingsmomenten. Laat je peuter wennen aan het idee dat je even weg bent, maar altijd weer terugkomt. Bouw de duur van de scheiding geleidelijk op.

Stel vertrouwde routines in: Creëer vertrouwde routines voor het afscheid nemen, zoals een speciale afscheidsknuffel of -kus. Dit kan je peuter geruststellen en helpen de scheiding beter te verwerken.

Wees geduldig en begripvol: Verlatingsangst is een normale fase en het vergt geduld en begrip van ouders. Toon begrip voor de emoties van je peuter en geef hem of haar de tijd om deze fase te doorlopen.

Communiceer met de verzorgers: Als je peuter naar de kinderopvang gaat of bij een oppas blijft, communiceer dan met de verzorgers over de verlatingsangst. Werk samen om strategieën te ontwikkelen om je peuter gerust te stellen en te ondersteunen.

Verlatingsangst is een normale fase in de ontwikkeling van peuters. Hoewel het soms uitdagend kan zijn, kunnen ouders met begrip, geduld en de juiste strategieën hun peuter helpen deze fase soepel door te komen. Door een veilige hechtingsbasis te bieden, routines te stellen en geduldig te zijn, kunnen ouders de verlatingsangst verminderen en het zelfvertrouwen van hun peuter vergroten. Onthoud dat elk kind uniek is en zijn eigen tempo heeft bij het overwinnen van verlatingsangst.

Linda van Aken