Skip to Content

60 Kinderliedjes teksten; lijst van bekende en minder bekende nummers met teksten

60 Kinderliedjes teksten; lijst van bekende en minder bekende nummers met teksten

Kinderliedjes zijn al jarenlang een belangrijk onderdeel van de kindertijd. Of het nu gaat om een vrolijk deuntje om de dag mee te beginnen, een wiegeliedje om de kleintjes in slaap te sussen, of een interactief liedje om samen te zingen en dansen, kinderliedjes hebben altijd een speciale plek gehad in het leven van kinderen over de hele wereld.

In dit artikel zullen we een lijst van bekende en minder bekende kinderliedjes met teksten presenteren, die ouders, grootouders, opvoeders en kinderen kunnen gebruiken om samen te zingen en te genieten van de muziek.

Inhoud toon

Kinderliedjes

Nederlandse kinderliedjes zijn liedjes die speciaal zijn geschreven voor kinderen om hen te vermaken, te leren en te inspireren. Deze liedjes hebben vaak vrolijke melodieën en eenvoudige, gemakkelijk te onthouden teksten die kinderen kunnen zingen en meezingen. Hier zijn nog enkele populaire Nederlandse kinderliedjes:

Alle eendjes zwemmen in het water

Alle eendjes zwemmen in het water
Falderal de riere
Falderal de rare

Alle eendjes zwemmen in het water
Fal de ral de ral de ra

Altijd is Kortjakje ziek

Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week maar ‘s-zondags niet
‘s-Zondags gaat zij naar de kerk
Met een boek vol zilverwerk
Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week maar ‘s-zondags niet

Appel, peertje en banaan

Appel, peertje en banaan
Fruit dat moet je eten
Stop het nu maar in je mond
Fruit dat is gezond

Aram sam sam

A Ram Sam Sam A Ram Sam Sam
Guli Guli Guli Gul Ram Sam Sam
A Ram Sam Sam A Ram Sam Sam
Guli Guli Guli Guli Ram

Berend Botje

Berend Botje ging uit varen,
met zijn scheepje naar Zuid-Laren.
De weg was recht, de weg was krom,
nooit kwam Berend Botje weerom.

Eén twee drie vier vijf zes zeven,
waar is Berend Botje gebleven?

Hij is niet hier, hij is niet daar,
Hij is naar Amerika.

Berend Botje ging uit varen,
met zijn scheepje naar Zuid-Laren.
De weg was recht, de weg was krom,
nooit kwam Berend Botje weerom.

Eén twee drie vier vijf zes zeven,
waar is Berend Botje gebleven?
Hij is niet hier, hij is niet daar,
Hij is naar Amerika.

Bingo

We hebben een grote zwarte hond
En Bingo is zijn naam
We hebben een grote zwarte hond
En Bingo is zijn naam
B I N G O, B I N G O
En Bingo is zijn naam
B I N G O
BINGO!

Boer wat zeg je van mijn kippen

Boer wat zeg je van mijn kippen,
boer wat zeg je van mijn haan?
Hebben ze dan geen mooie veren,
of staat jou de kleur niet aan?

Boer wat zeg je van mijn kippen,
boer wat zeg je van mijn haan?

Clowntje Piet

Clowntje Piet heeft verdriet.
Hij vertoond zijn kunstjes niet.
Zijn ballon, die ging stuk.
Tjongetjongetjonge wat een ongeluk.
Maar toen, kwam de circusdirecteur.
Met een heel grote ballon.

Boem, retteketet (2x)
En het clowntje kon weer lachen
Boem, Retteketet (2x)
En het clowntje had weer pret.
Retteketet.

De kat van Ome Willem

De kat van ome Willem is op reis geweest
Op reis geweest, op reis geweest
De kat van ome Willem is op reis geweest
Waar ging die dan naar toe
Hij is voor zeven maanden naar Parijs geweest
Parijs geweest, Parijs geweest
Zodat ie nu alleen maar franse kranten leest,
Bonjour en voulez-vous.

(en verder)

De kop van de kat is jarig

De kop van de kat was jarig,
zijn pootjes vierden feest.
Het staartje kon niet meedoen
dat is pas ziek geweest.
Het kwam pas uit het ziekenhuis,
en had zo’n pijn in z’n keel.
En al dat dansen en dat springen
dat was hem veel te veel.

De wielen van de bus

De wielen van de bus gaan rond en rond,
rond en rond, rond en rond!
De wielen van de bus gaan rond en rond,
als de bus gaat rijden!

Overige Coupletten:

De deuren van de bus gaan open en dicht
De lichten van de bus gaan aan en uit
De wissers van de bus gaan heen en weer
De toeter van de bus zegt toet, toet, toet!
De mensen in de bus gaan op en neer
De baby’s in de bus zeggen meh meh meh
De buschauffeur zegt dag, dag, dag

Dit zijn mijn wangetjes

Dit zijn mijn wangetjes,
en dit is mijn kin.
Dit is mijn mondje,
met tandjes er in.
Dit zijn mijn oren, mijn ogen, mijn haar,
nu nog mijn neusje en dan ben ik klaar.

Drie keer drie is negen

Drie maal drie is negen
Ieder zingt zijn eigen lied
Drie maal drie is negen
En … (naam kind) zingt zijn lied

En … (naam kind) moet een liedje zingen
Troelala troelala
En … (naam kind) moet een liedje zingen
Troela la lala

Drie kleine kleutertjes

Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek
Boven op een hek
Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek
Op een mooie warme dag in september

Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek
Boven op dat hek
Waarover spraken zij, die drie daar op dat hek
Op een mooie warme dag in september

’t Was over krekeltjes en korenbloemen blauw
Korenbloemen blauw
’t Was over krekeltjes en korenbloemen blauw
Op een mooie warme dag in september

Een, twee, drie vier, hoedje van Papier

Eén twee drie vier, hoedje van hoedje van.
Eén twee drie vier, hoedje van papier.
Als ‘t hoedje dan niet past,
Zet ‘t in de glazen kast.
Eén twee drie vier, hoedje van papier.

Er zat een klein zigeunermeisje

Er zat een klein zigeunermeisje
Huilend op een steentje
Huilend, huilend, helemaal alleen
Sta op, meisje lief en droog je traantjes af
En kies een kindje uit de kring
Die met jou dansen mag
La la la la la la la la la la la la

Hansje Pansje Kevertje

Hansje pansje kevertje,
die klom eens op een hek.
Neer viel de regen,
die spoelde alles weg.
Op kwam de zon,
die maakte alles droog.
Hansje pansje kevertje,
die klom toen weer omhoog.

Heb je wel gehoord van de zeven

Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven
Heb je wel gehoord van de zevensprong
Hij zegt dat ik niet dansen kan
Maar ik kan dansen als een edelman
En dat is 1
Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven
Heb je wel gehoord van de zeven
Hij zegt dat ik niet dansen kan
Maar ik kan dansen als een edelman
En dat is 1, en dat is 2
Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven
Heb je wel gehoord van de zevensprong
Hij zegt dat ik niet dansen kan
Maar ik kan dansen als een edelman
En dat is 1, en dat is 2, en dat is 3

Enzovoort tot en met 7.

Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen

Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
Oren, ogen, puntje van je neus
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen

Hop Hop Hop

Hop! hop! hop! paardje in galop
Over hekken, sloten henen
Maar voorzichtig – breek geen benen
Hop! hop! hop! paardje in galop

Hop! hop! ho! paardje eet geen stro
‘k Zal het paardje haver kopen
Dat het in galop kan lopen
Hop! hop! ho! paardje eet geen stro

Hop! hop! hop! paardje in galop
Over hekken, sloten henen
Maar voorzichtig – breek geen benen
Hop! hop! hop! paardje in galop

Hop Marjanneke

Hop Marjanneke, hop Marjanneke
Laat de poppetjes dansen
Gist’ren was er de Prins in ‘t land
En nu die kale Fransen

Hop Marjanneke, hop Marjanneke
Hop Marjanneke Jansen
Hij wiegt het kind en hij roert de pap
En laat zijn vrouwtje dansen

Ik heb mijn wagen volgeladen

‘k Heb m’n wagen volgeladen,
vol met oude wijven.
Toen we op de markt kwamen
begonnen zij te kijven
Nu neem ik van mijn levensdagen
geen oude wijven op m’n wagen.

Refrein: Hop paardje hop. (2x)

k Heb m’n wagen volgeladen,
vol met oude mannen.
Toen we op de markt kwamen
Begonnen ze saam te spannen
Nu neem ik van mijn levensdagen
geen oude mannen op m’n wagen.   Refrein

‘k Heb m’n wagen volgeladen,
vol met jonge meisjes.
Toen we op de markt kwamen
zongen zij als sijsjes
Nu neem ik van mijn levensdagen
alleen nog jonge meisjes op m’n wagen. Refrein

Ik stond laatst voor een poppenkraam

Ik stond laatst voor een poppenkraam
O, O, O
Daar zag ik zoveel poppen staan
Zo, zo, zo
De poppenkoopman ging op reis
De poppen raakten van de wijs
Ze deden allemaal zo (3 keer)

Ik zag twee beren broodjes smeren

Ik zag twee beren
broodjes smeren
Oh dat was een wonder
het was een wonder
boven wonder
dat die beren
smeren konden.
Hi hi hi
Ha haha
Ik stond er bij en ik keek er naar.

‘k Zag twee apen, wortelen schrapen
O, dat was een wonder
’t Was een wonder, boven wonder
Dat die apen, schrapen konden
Hi, hi, hi! Ha, ha, ha
‘k Stond erbij en ik keek ernaar

Ik zag twee leeuwen
heel hard schreeuwen
Oh dat was een wonder
Het was een wonder
boven wonder
dat die leeuwen
schreeuwen konden
Hi hi hi
Ha ha ha
Ik stond er bij en ik keek er naar

In de maneschijn

In de maneschijn
In de maneschijn
Klom ik op een trapje naar het raamkozijn
En je raadt het niet
En je raadt het niet
Zo doet een vogel
En zo doet een vis
Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is
En dat is 1
En dat is 2
En dat is dikke dikke dikke tante Kee
En dat is recht
En dat is krom
En dan draaien we het wieltje nog eens om, rom bom

In een groen knollenland

Al in een groen, groen, groen, groen knollenland
Daar zaten twee haasjes heel parmant
En de een die blies de fluitefluitefluit
En de ander sloeg de trommel
Daar kwam opeens een jager, jagerman
En die heeft er één geschoten
En dat heeft, zo je denken, denken kan
De ander zeer verdroten

In Holland staat een huis

In Holland staat een huis (3x) ja ja
Van je tingele tingela hop sa sa
In Holland staat een huis (2x)
In dat huis daar woont een man (3x) ja ja
Van je tingele tingela hop sa sa
In dat huis daar woont een man (2x)

En die man die kiest een vrouw (3x) ja ja
Van je tingele tingela hop sa sa
En die man die kiest een vrouw (2x)

En die vrouw die kiest een kind (3x) ja ja
Van je tingele tingela hop sa sa
En die vrouw die kiest een kind (2x)

Jan Huygen in de ton

Jan Huygen in de ton
Met een hoepeltje erom
Jan huigen, jan huigen
En de ton die viel in duigen

Jongens, meisjes aan de kant

Jongens, meisjes, aan de kant,
daar komt mama olifant.
Grote poten, grote oren
en een lange slurf van voren.
Jongens, meisjes, aan de kant,
daar komt mama olifant.

En nu heel zachtjes…

Jongens, meisjes, aan de kant,
daar komt baby olifant.
Kleine poten, kleine oren
en een kleine slurf van voren.
Jongens, meisjes, aan de kant,
daar komt babyolifant.

En nu heel hard…

Jongens, meisjes, aan de kant.
daar komt papa olifant.
Grote poten, grote oren,
en een lange slurf van voren.
Jongens, meisjes, aan de kant,
daar komt papa olifant.

Klap eens in je handjes

lap eens in je handjes
Blij, blij, blij
Op je boze bolletje, allebei
Handjes in de hoogte
Handjes in je zij
Zo varen de scheepjes voorbij
Zo varen de scheepjes voorbij

Klein, klein kleutertje

Klein klein kleutertje
Wat doe je in mijn hof
Je plukt er alle bloempjes af
Je maakt het veel te grof

O mijn lieve mamaatje
Zeg het niet tegen papaatje
Ik zal zoet naar school toe gaan
En de bloemetjes laten staan

Moriaantje

Moriaantje zo zwart als roet
Ging eens wandelen zonder hoed

Maar de zon scheen op zijn bolletje
Daarom droeg hij een parasolletje

Moriaantje zo zwart als roet
Ging eens wandelen zonder hoed

Maar de zon scheen op zijn bolletje
Daarom droeg hij een parasolletje

Olifantje in het bos

Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los

Olifantje in de stad
Eet toch niet zoveel patat
Want het is echt niet gezond
En dan krijg je een dikke kont
Olifantje in de stad
Eet toch niet zoveel patat

Olifantje op de stoep
Stap niet in de hondenpoep
Anders krijg je vieze schoenen
En dan moet je heel hard boenen
Olifantje op de stoep
Stap niet in de hondenpoep

Olleke Bolleke, Rebusolleke

Olleke, bolleke, rebusolleke
Olleke, bolleke, knol

Onder moeders paraplu

Onder moeders paraplu
Liepen eens twee kindjes,
Hanneke en Janneke,
Dat waren dikke vrindjes,

En de klompjes gingen van klik-klak-klik,
En de regen deed van tik-tak-tik
Op moeders paraplu,
Op moeders paraplu.

Toen kwam Jan de wind erbij,
Die joeg eerst heel zoetjes,
Toen al hard en harder maar
De regen in hun snoetjes.

En Jan de wind die rukte en trok,
En op en neder ging de stok
Van moeders paraplu,
Van moeders paraplu.

Maar Hanneke en Janneke,
Dat waren flinke klantjes!
Die hielden stijf de paraplu
In allebei hun handjes,

En ze lachten blij van hi-ha-hi,
En ze riepen: Jan, je krijgt ‘m nie nie nie,
‘t is moeders paraplu,
‘t is moeders paraplu.

Op een grote paddestoel

Op een grote paddestoel
Rood met witte stippen
zat kabouter Spillebeen heen en weer te wippen
Krak zei toen de paddestoel
met een diepe zucht
Allebei de beentjes
Hoepla in de lucht

Maar kabouter Spillebeen
Hield niet op met wippen
Op die grote paddestoel
Rood met witte stippen
Daar kwam vader Langbaard aan
en die riep toen boos
“Moet dat stoeltje ook kapot,
Spillebeen, schei uit!”

Olifantje in het bos

Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los

Op een klein stationnetje

Op een klein stationnetje
‘s Morgens in de vroegte
Stonden zeven wagentjes
Netjes op een rij
En het machinistje
Draaide aan het wieletje
Hakke hakke puf puf
Weg zijn wij

Op een klein stationnetje
‘s Morgens in de vroegte
Stonden zeven wagentjes
Netjes op een rij
En de conducteurtjes
Gooiden met de deurtjes
Hakke hakke puf puf
Weg zijn wij

Ora viva

Ora viva
Even klappen, even klappen
Ora viva
Even klappen, jaja

Papegaaitje leef je nog?

Papegaai is ziek
en hij moet sterven,
geef hem appelmoes
al van conserven,
voor onze gaai, voor onze gaai,
voor onze allerliefste, zoete papegaai.
Papegaaitje leef je nog
Ieja deeja
Ja, meneer ik ben er nog
Ieja deeja
‘k Heb m’n eten opgegeten
En m’n drinken laten staan
Ieja deeja
Poef!

Roodborstje tikt tegen het raam

Roodborstje tikt tegen ‘t raam, tik, tik, tik
Laat mij erin, laat mij erin
‘t Is hier te guur en te koud naar mijn zin
Laat mij er in, ja er in
‘t Meisje deed open en strooid’ op haar schoot
Kruimeltjes suiker en kruimeltjes brood
Dat was het roodborstje wel naar de zin
Vloog toen het bos maar weer in

Schipper mag ik over varen

Schipper mag ik overvaren?
Ja of nee

Moet ik dan ook tol betalen?
Ja of nee

Ja / Nee

Hoe?

Kruipen, springen, huppelen, als een slang, op een been, etc.

Schuitje varen

Schuitje varen, theetje drinken,
Varen we naar de Overtoom.
Drinken er zoete melk met room.
Zoete melk met brokken,
Kindje mag niet jokken.

Schuitje varen, theetje drinken,
Varen we naar de Overtoom.
Drinken er zoete melk met room.
Zoete melk met brokken,
Kindje mag niet jokken.

Schuitje varen, theetje drinken,
Varen we naar de Overtoom.
Drinken er zoete melk met room.
Zoete melk met brokken,
Kindje mag niet jokken.

Slaap kindje slaap

Slaap, kindje, slaap
daar buiten loopt een schaap.
Een schaap met witte voetjes
dat drinkt zijn melk zo zoetjes.
Slaap, kindje, slaap
daar buiten loopt een schaap.

Tien kleine visjes, die zwommen naar de zee

Tien kleine visjes
Die zwommen naar de zee
Moeder zei:
Ik ga niet mee
Ik blijf lekker in die oude boeren sloot
Want in de zee zwemmen haaien
En die bijten je
blub, blub, blub, blub,blub
blub, blub, blub, blub, blub
blub, blub, blub, blub, blub

Negen kleine visjes
Die zwommen naar de zee
Moeder zei:
Iik ga niet mee
Ik blijf lekker in die oude boeren sloot
Want in de zee zwemmen haaien
En die bijten je
blub, blub, blub, blub,blub
blub, blub, blub, blub, blub
blub, blub, blub, blub, blub

Enz.

Eén klein visje
Die zwom naar de zee
Moeder zei:
Maar ik ga niet mee
Ik blijf lekker in die oude boeren sloot
Want in de zee zwemmen haaien

En die bijten je dood…..

Tikke Takke Regen

Tikke takke regen
Tik tak op het dak
Tikke takke regen
Op de wegen
Plens, plens, plas plas plas
Druppeltjes op mijn regenjas

Tussen Keulen en Parijs

Tussen Keulen en Parijs,
Leidt de weg naar Rome,
Al wie met ons mee wil gaan,
Die moet onze manieren verstaan.

Zo zijn onze manieren,
Zo zijn onze manieren,
Zo zijn onze manieren, manieren,
Zo zijn onze manieren!

Twee emmertjes water halen

Twee emmertjes water halen
Twee emmertjes pompen
De meisjes op de klompen
De jongens op hun houten been
Rij maar door mijn poortje heen

Van je ras ras ras
Rijdt de koning door de plas
Van je voort voort voort
Rijdt de koning door de poort
Van je erk erk erk
Rijdt de koning naar de kerk
Van je één….twee….drie

Twee handjes op de tafel

Twee handjes op de tafel
Twee handjes in de zij
Twee handjes op de schoudertjes
Op het hoofdje allebei
Nu maken we twee vuistjes
Zo stevig als het maar kan
Daar gaan we nu mee trommelen
Va je rommeldebommeldebom
De duimpjes zijn de dikste
De pinkjes zijn maar klein
Nu moeten alle handjes
Weer vlug op je ruggetje zijn

Twinkel Twinkel Kleine Ster

Twinkel, twinkel kleine ster
o wat ben je hoog en ver.

Als een kleine diamant
sta je boven het donkere land.
Als de zon is weggegaan
kom je aan de hemel staan.

Vader Jacob

Vader Jacob (2x)
Slaapt gij nog (2x)
Alle klokken luiden (2x)
Bim Bam Bom (2x)

Wie niet lopen wil

Wie niet lopen wil
Wie niet lopen wil
Sta stil
Wie niet lopen wil
Wie niet lopen wil
Sta stil

Witte Zwanen, Zwarte Zwanen

Witte zwanen, zwarte zwanen!
Wie gaat er mee naar engelland varen?
Engelland is gesloten
De sleutel is gebroken
Is er dan geen timmerman
Die de sleutel maken kan?

Laat doorgaan
Laat doorgaan
Wie achter is moet voorgaan!

Zappelin

We zaten met een zucht
Al boven in d elucht
We zaten zo gezellig in een schui-hui-tje
En niemand kon ons zien
We hadden pret voor tien
Lang leve de Zappelin

Ze kunnen zeggen wat ze willen

Ze kunnen zeggen wat ze willen maar de olifant
Die heeft de dikste billen van het hele land
En de giraf de aller-langste ne-e-ek
En het nijlpaard de aller-grootste bek bek bek
De flamingo heeft de aller-dunste poten
De palmboom de aller-hardste noten
De krokodil de aller-grootste mo-o-ond
En de baviaan de aller-roodste kont kont kont

Zeg ken jij de mosselman

Zeg ken jij de mosselman,
de mosselman, (2x)
Zeg ken jij de mosselman,
die woont in Scheveningen

Ja ik ken de mosselman,
de mosselman, (2x)
Ja ik ken de mosselman,
die woont in Scheveningen

Samen kennen we de mosselman,
de mosselman, (2x)
Samen kennen we de mosselman,
die woont in Scheveningen

Zeg Roodkapje waar ga je hene

Zeg roodkapje waar ga je heen
Zo alleen, zo alleen
Zeg Roodkapje waar ga je heen
Zo alleen

Ik ga bij grootmoeder koekjes brengen
In het bos, in het bos
Ik ga bij grootmoeder koekjes brengen
In het bos

In het bos wonen de wilde dieren
In het bos, in het bos
In het bos wonen de wilde dieren
In het bos

Ben niet bang voor de wilde dieren
Ben niet bang, ben niet bang
Ben niet bang voor de wilde dieren
Ben niet bang

Pas maar op daar komt de wolf
Pas maar op, pas maar op
Pas maar op daar komt de wolf
Pas maar op…

Zo gaat de molen

Zo gaat de molen, de molen, de molen
Zo gaat de molen, de mo-ho-len

Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken
Zo gaan de wieken, de wie-hie-ken

Zo gaan de handjes, de handjes, de handjes
Zo gaan de handjes, de ha-ha-ndjes

Zo gaan de voetjes, de voetjes, de voetjes
Zo gaan de voetjes, de voe-hoe-tjes

Linda van Aken