Skip to Content

Paniekaanvallen kind

Paniekaanvallen kind

Ook een kind kan last hebben van paniekaanvallen. Alle kinderen zullen weleens bang zijn, maar dat is normaal. Het wordt een ander verhaal als het kind door de angst zo gegrepen wordt dat het echt in paniek raakt en dat dit zijn leven ook beïnvloedt. Hoe handel je als je kind door de angst zo gegrepen wordt dat het echt tot paniek leidt?

De functie van angst

Op zich heeft angst een functie. Het waarschuwt je in situaties dat je op moet letten om geen gevaar te lopen. Voor kinderen kunnen veel dingen al beangstigend zijn. De hond die je onderweg tegenkomt of misschien wel het water ingaan in het zwembad. Maar ook verlatingsangst of bang zijn in het donker zijn heel ‘gewone’ angsten die praktisch ieder kind wel heeft (gehad).

Angst op zich is dus functioneel. Helaas kan het wel zo zijn dat die angst zo heftig is dat het niet meer in verhouding staat tot dat wat er echt aan de hand is én jouw zoon of dochter zo in zijn greep is, dat het echt in paniek raakt. 

Wat is paniek

Onder paniek verstaan we die angst die niet zomaar weg zal trekken en die veel heftiger naar voren komt. Het is dan niet meer mogelijk om nuchter na te denken en te beseffen dat de angst (paniek) ongegrond is of in ieder geval te overdreven.

Nu zal uiteindelijk die paniekaanval in principe ook vanzelf overgaan. Alleen kan deze zoveel gedaan hebben met het kind, dat het een extra angst creëert. Een paniekaanval komt in principe plotseling. 

Angst voor de angst

Heeft iemand een paniekaanval meegemaakt, dan kan het gebeuren dat dit zoveel impact heeft gemaakt, dat die persoon er alles aan doet om dat niet meer mee te hoeven maken.

Er wordt een angst voor de angst ‘geboren’ en daardoor kunnen weer fobieën ontstaan. Het kind zal, als het steeds last heeft van deze paniekgevoelens, gaan proberen om de situatie te vermijden.

Het kind zal hierdoor minder goed in zijn vel komen te zitten en het kan zeker ook invloed hebben op bijvoorbeeld zijn sociale contacten. Niet in de laatste plaats omdat er dingen kunnen gebeuren die ze eng vinden als ze bijvoorbeeld gaan spelen bij een vriendje. Dus blijven ze liever thuis. 

Angststoornis

Een paniekaanval kan op zichzelf staan, maar kan ook een voortvloeisel zijn vanuit een angststoornis. Hieronder verstaan we dus de eerdergenoemde fobieën, maar ook sociale stoornissen. Of een gegeneraliseerde angst. Een paniekaanval kan echter ook ontstaan door bijvoorbeeld een enge gebeurtenis. 

Wat zijn kenmerken van een paniekaanval?

Bij een paniekaanval kunnen de volgende klachten aanwezig zijn:

  • Duizeligheid
  • Trillen
  • Zweten
  • Snelle hartslag
  • Snel ademen
  • Benauwd zijn/het gevoel hebben dat je het benauwd hebt
  • Handen en voeten kunnen gaan tintelen 
  • Droge mond
  • Bang zijn om flauw te vallen, dood te gaan of gek te worden

Heeft mijn kind een angststoornis

Wanneer weet je nu of je kind last heeft van een angststoornis? Je kunt hiervoor de hulp inschakelen van de huisarts of bijvoorbeeld een jeugdarts. Zij zullen zowel met jou als met het kind in gesprek gaan en ook je kind observeren.

Is je kind daar oud genoeg voor, dan zal hij of zij een vragenlijst in mogen vullen. Indien nodig, kan de huisarts het kind doorsturen naar een psycholoog.

Een angststoornis heeft de volgende kenmerken:

  • De angst duurt lang en is heftig
  • Door de angst vermijd je kind bepaalde dingen
  • De angst is niet terecht/staat niet in verhouding en past niet bij de leeftijd van het kind
  • De angst tast de levensvreugde van je kind aan

Wanneer moet je hulp zoeken?

Heeft je kind een keer een paniekaanval, dan zal je niet meteen alle registers hoeven opentrekken. Dit doe je echter wel als de paniek het leven van het kind echt beïnvloedt.

Durft je zoon of dochter niet meer te gaan spelen, bijvoorbeeld, of zal hij of zij echt niet meer alleen naar school durven lopen, dan is het uiteraard verstandig om hierop in te springen.

Je kind zal misschien eerst alleen niet naar een bepaald vriendje durven, maar daarna helemaal niet meer ergens anders heen durven om te spelen. Vervolgens durft je kind ook niet meer naar oma en uiteindelijk zelfs helemaal de straat niet meer op.

Om even een voorbeeld te geven. Omdat de angst meestal steeds verder uitbreidt, moet je hier ook niet te lang mee wachten. Want dan wordt het alleen maar lastiger om het weer kwijt te raken.

Hoe help jij je kind?

Maak niet de fout om je kind te veroordelen om zijn angst. Hij of zij is echt bang en dit neem je gewoon serieus. Laat je kind weten dat je er voor hem/haar bent en dat je helpen wilt. Ga niet mee in de angst, blijf zelf rustig.

Als jij ook paniekerig gaat reageren omdat je kind in paniek is, maak je het allemaal nog erger. Zijn veilige haven blijkt ook bang te zijn, dus is hij zijn baken kwijt én je bevestigt dat het eng is (in zijn ogen). Laat je kind merken dat je in hem gelooft.

Natuurlijk zullen er kinderen zijn die er helemaal niet over kunnen of willen praten. Is dit het geval omdat het juist met jou er niet over praten wil, dan kan je kijken of een ander vertrouwd persoon wel kan praten met je zoon of dochter. Of zoek dus professionele hulp.

Andere belangrijke punten

Naast praten is het ook zaak dat je zorgt voor een fijne sfeer in huis en voor een veilige haven. Zorg voor leuke activiteiten en laat je kind ook regelmatig spelen met andere kinderen.

Leef gezond, dus zorg dat je kind gezond eet, lang genoeg slaapt en lekker buiten beweegt. Geef je kind leuke activiteiten om te doen. Dit kan in verenigingsverband zijn maar ook gewoon met het gezin. 

Leren omgaan met angst

Gaat je kind in therapie dan zal het leren hoe het met angst om moet gaan. Vaak zal de therapie bestaan uit cognitieve therapie.

Hij leert de paniek herkennen en hiermee om te gaan. Zo leert hij bijvoorbeeld dat de angst weer verdwijnt na een paar minuten. Als hij dat al beseft zal de angst al minder bedreigend zijn. Hij leert te ontspannen en dat je daarmee de paniek kunt beïnvloeden.

Hierdoor wordt het al minder eng en heeft je kind toch het gevoel dat het wel degelijk invloed kan uitoefenen. Ook leert hij om te gaan zien of de angst wel terecht is. Natuurlijk zijn er meer mogelijkheden en zijn er ook op alternatief vlak mogelijkheden. Zoek een therapie die bij je kind past en waar jijzelf ook achter staat!

Linda van Aken