Zo af en toe laat de zon zich voorzichtig al even zien. Dan kan de temperatuur ook flink toenemen en is het heerlijk vertoeven buiten. De kinderen vinden het heerlijk om alleen buiten te spelen. Lekker bewegen en ze kunnen er hun energie kwijt. Als ik stil zit kan het echter wel flink koud zijn. Daarom vlucht ik snel naar binnen, terwijl de kinderen nog heerlijk buiten willen spelen.

Nu is de tuin daarop aangepast. Hij is kindveilig en ze kunnen hooguit nat worden van het regenwater of vies van het spelen met de aarde. Vaak zet ik wel de deur op een kiertje of het raam open zodat ik ze kan horen. En kan ingrijpen bij ruzie of iets dergelijks. Maar vanaf welke leeftijd kan je kind rustig buiten spelen?

Baby’s en dreumesen 0 – 2 jaar

Op deze leeftijd kan je kinderen niet zonder toezicht buiten laten spelen. Hoe kindveilig je tuin ook is, kinderen zien geen gevaar en alles een aanleiding om te testen. Alles wat ze zien, stoppen ze in hun mond. Zelfs als je geen giftige planten in je tuin hebt staan kan je kind er minimaal heel erg ziek van worden van wormen en dergelijke. Of wat dacht je van het per ongeluk omstoten.

Als je kind nog niet kan lopen zal ik het nu ook nog niet lang buiten laten spelen. Aan de grond is het veel kouder. Een wandeling naar de eendjes daarentegen kan het hele jaar door. In de zomer is het voor deze kinderen voldoende om het binnenspeelgoed naar buiten te verplaatsen. Een nieuwe speelomgeving beidt nieuwe kansen.

Peuters 2 – 4 jaar

Dit is de leeftijd waar mijn eigen kinderen nu in zitten en ik vind het een heel lastige fase. Peuters willen graag zelfstandig zijn maar zijn nog onbetrouwbaar. Ze willen heel graag, maar hebben een korte termijn geheugen en zijn zo weer vergeten welke afspraken ze hebben gemaakt. Omdat de oudste bijna vier jaar is vertrouw ik ze nu sinds kort in de achtertuin met zijn tweeën. Wel alleen als ik ook in de buurt kan blijven en regelmatig een blik naar buiten werp. Geen tripjes naar zolder dus om de wasmachine aan te zetten.

Kleuters van 4 tot 6 jaar

Kleuters worden daadwerkelijk zelfstandiger spelen, ze zijn echter nog zeer impulsief en hebben nauwelijks besef van gevaar. In de achtertuin spelen kan zonder problemen en in overleg kunnen ze ook in de voortuin spelen of zelfs een blokje om naar het huis van een vriendje of vriendinnetje. Mits ze de stoep niet hoeven te verlaten, wat bij ons helaas al een probleem is zodra ze de carport verlaten. Je kunt dan samen afspraken maken over wat wel en niet mag.

Bijvoorbeeld wat te doen als onbekende mensen je aanspreken. Zonder daarvoor je kind bang te maken. Onder toezicht van bijvoorbeeld de buurvrouw kan je kind ook rustig spelen in de speeltuin om de hoek.

Kinderen 6 tot 9 jaar

Zes- en zevenjarigen spelen nog overwegend nabij hun eigen woning. Acht- en negenjarigen kunnen af en toe zelfstandig op stap, mits de route rustig en bekend is en de eindbestemming niet te ver weg. Favoriet bij acht- tot negenjarigen zijn straat en plein, jeugdlandjes, avonturenspeeltuin, open speelvelden, ballen.

Op deze leeftijd zijn veel kinderen dol op voetbal, fietsen, skaten, verstoppertje spelen et cetera. Ze hebben dus fysieke ruimte nodig voor hun spel. Klimtoestellen zijn nog steeds in trek, zolang ze spannend zijn en ze hun eigen grenzen kunnen verleggen.. Teveel verbieden heeft geen zin, de meeste kinderen kennen best zelf hun grens. Bovendien moeten ze ervaren wat wel en niet mag.

Kinderen van 9 tot 12 jaar

In groep 6 tot en met 8 wordt het verschil tussen jongens en meisjes groter, worden kinderen zelfstandiger en willen ze graag afspreken met vrienden. Hoe groter de actieradius, hoe belangrijker afspraken als: zeg vooraf naar welk vriendje je gaat, houd je aan de afgesproken tijd. Geef desnoods een telefoon mee zodat je ze kan bereiken. Speelvelden zijn nog steeds in trek, zolang ze voor meerdere leeftijden geschikt zijn. Al is het maar om te chillen… Het draait steeds meer om leeftijdsgenootjes ontmoeten. Dat gebeurt natuurlijk ook op andere, meer informele ‘hangplekken’.

Tips bij het buitenspelen

  • Ieder kind is anders en heeft een eigen ontwikkelingstempo. Meisjes rijpen vaak op jongere leeftijd dan jongens. Houd rekening met individuele verschillen.
  • Buiten spelen is méér dan alleen bewegen. Fantasie, constructiespel, bouwen, rollenspellen, leren omgaan met anderen; kinderen hebben er behoefte aan.
  • Maak altijd vooraf duidelijke afspraken: hoe laat moet het thuis komen, waar mag het spelen? Maar ook bij wie kan het aankloppen, in geval van nood al is het maar om naar de wc te gaan?
  • Speelplekken moeten als zodanig herkenbaar zijn voor kinderen en schoon en veilig zijn.
  • Ideaal zijn speelplekken met voor alle leeftijden wat wils (jonge kinderen vinden het prachtig om naar stoere skaters te kijken). Scherm het deel voor de kleinsten wel af.
  • Kinderen hebben uitdaging nodig en gecontroleerde situaties waarin ze hun eigen grenzen leren kennen en hoe om te gaan met risico’s (ook als het gaat om het omgaan met gevaar).
  • Zorg dat kinderen weerbaar zijn en voor zichzelf kunnen opkomen. Leer dat ze nooit iets tegen hun zin hoeven doen en bijvoorbeeld nooit in hun eentje met iemand meegaan. Zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld vergroten de weerbaarheid.

Geschikt buitenspeelgoed vind je hier.

Mag jullie kind alleen buitenspelen?

Lees ook

Linda van Aken