Skip to Content

Postnatale depressie na bevalling; Signalen en tekenen voor omstanders om te voorkomen

Postnatale depressie na bevalling; Signalen en tekenen voor omstanders om te voorkomen

Een postnatale depressie komt vaker voor dan je denkt. In Nederland krijgt maar liefst 1 op de 8 vrouwen hiermee te maken na een bevalling.

Naast bekende vrouwen zoals Adele, Gwyneth Paltrow en Alanis Morisette die hun ervaringen gebruiken om hier meer aandacht voor te vragen, is er de campagne ‘Hey! Het is oké, maak postnatale depressie bespreekbaar!’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). 

Een postnatale depressie heeft ook invloed op de omgeving; het gezin, familie en vrienden. Weet of vermoed je dat iemand in je omgeving last heeft van een postnatale depressie, maar weet je niet hoe je daar het beste over kan beginnen? En wil je graag helpen maar weet je niet hoe? 

Zorg dat je geïnformeerd bent, ook als omstander!

Op dit moment zit praten over depressie, en specifiek een postnatale depressie, nog in de taboesfeer. Er wordt nogal makkelijk overheen gepraat.

Na de bevalling word je als moeder geacht op een roze wolk te zitten, maar als deze wolk voor jou niet zo roze is, krijg je te horen dat het wel meevalt, dat het erbij hoort, of dat het de hormonen zijn.

Daarom is het erg belangrijk dat er genoeg informatie beschikbaar is, niet alleen voor de moeder, maar ook voor de omstanders.

Daarnaast is het van belang dat er voor iedereen meer bekendheid komt rondom postnatale depressie, zodat de symptomen vroegtijdig gesignaleerd kunnen worden in de omgeving. Deze informatie vind je onder andere bij de verloskundige, in het ziekenhuis of op een kraammarkt.

Karin den Oudsten (hypnotherapeute, coach en ervaringsdeskundige) heeft zelf weleens op een kraammarkt gestaan en werd daar door andere professionals letterlijk ‘weggeduwd’ omdat haar informatie negatief zou zijn.

Terwijl het doormaken van psychische klachten niet als ‘negatief’ bestempeld zou moeten worden, maar als een realistische mogelijkheid. Daarom is het goed dat er een omslag plaatsvindt in het denkproces en dit onderwerp uit de taboesfeer wordt gehaald.

Voor partners is het daarom heel goed om ook te zorgen dat je op de hoogte bent. Lees erover, verdiep je in de materie zodat je na de bevalling de signalen kan herkennen. Vaak zijn de eerste signalen pas na weken zichtbaar en dan is de kraamverzorgster alweer het huis uit.

Het kan ook pas maanden later aan het licht komen, waardoor Karin situaties hoort waarin vrouwen met depressieve klachten terecht komen bij de huisarts en dit niet meer relateren aan de bevalling.

Erkenning

Belangrijk is dat de moeder zelf de situatie erkent. Juist als omstander kan je het verschil maken door het gesprek op gang te brengen. Je kan de eerste stap nemen als je ziet dat iemand in je omgeving kampt met (signalen van) een postnatale depressie.

Als een moeder ondanks de klachten toch gewoon wil gaan werken, kan en wil ze nog niet geholpen worden.

Een tip die Karin geeft is dat je wel kan vragen of de moeder iemand kent in de omgeving met vergelijkbare klachten. Daarmee voorkom je dat de moeder zich gedwongen voelt om over haar eigen situatie te praten, maar wel zelf tot inzicht kan komen zonder zich aangevallen te voelen.

Geef daarnaast duidelijk aan dat je er voor de ander bent, en vraag of je ergens mee kan helpen. Maar push vooral niet een bepaalde richting op, herstel begint bij de moeder zelf.

Karin: “Een herstelproces is eigenlijk een optelling van alle kleine stukjes inzichten die je in jezelf krijgt.” Als de moeder ertoe in staat is, laat haar dan verwoorden waarover ze verdrietig is en waardoor ze opnieuw uit balans kan raken.

Luister echt naar de ander

Hoe vaak komt het niet voor dat als een moeder van een pasgeboren baby ‘klaagt’ over de slapeloze nachten, het vele huilen en dat het door de omgeving wordt afgedaan als ‘dat hoort erbij’ of ‘niet zo aanstellen’?

Maar liefst 55,6% van de vrouwen vindt het lastig om haar (signalen van) postnatale depressie aan te kaarten bij anderen. 47,4% van de vrouwen is bang om gezien te worden als een slechte moeder en 52,2% van de vrouwen wil anderen niet belasten met hun situatie (bron: flitspeiling VWS). 

Probeer dus met een open houding te luisteren naar de ander. Toon begrip en luister naar wat de moeder te zeggen heeft en probeer vooral geen tips te geven of direct met oplossingen te komen.

Zelfvertrouwen

Een postnatale depressie kan een flinke aanslag zijn op het zelfvertrouwen van de moeder. Het is belangrijk om haar eigenwaarde te vergroten, zodat ze al haar gevoelens durft te bespreken. Door de moeder keuzevrijheid te geven, kan ze zelf ontdekken wat haar kan helpen om te herstellen. 

“Geef haar ook de ruimte om alle emoties te verwerken” is het advies van Karin den Oudsten. Door de moeder aan te sporen om vooral ‘leuke dingen te gaan doen’ ga je voorbij aan het feit dat een depressie een psychische aandoening is die je heel erg serieus moet nemen.

Wat moet je vooral niet zeggen?

Vrouwen met een postnatale depressie kunnen zich enorm schuldig voelen wanneer ze merken dat ze zich niet blij en gelukkig voelen. Opmerkingen uit de omgeving kunnen dat schuldgevoel aanwakkeren en daardoor averechts werken.

Uit onderzoek van Trimbos blijkt dat negatieve uitspraken en vooroordelen over de moeder het herstelproces daadwerkelijk belemmeren.

Eén van de uitspraken die Karin tegenkwam in haar eigen praktijk was dat er tegen een moeder gezegd is dat “Ze zich er maar overheen moest zetten, zet gewoon je schouders eronder”.

Met name uitspraken die tijdens de kraamperiode gezegd worden, blijven bij de moeders hangen. Andere voorbeelden van uitspraken die Karin den Oudsten tegen komt in de praktijk en je vooral niet tegen moeders met psychische klachten moet zeggen zijn:

  • Ga maar eens lekker genieten
  • Blijf positief
  • Kom eens uit je cocon
  • Je mag je niet zo voelen
  • Er zijn moeders die het veel erger hebben dan jij

Met dit soort uitspraken bagatelliseer je haar gevoelens. Bovendien maak jij voor haar de keuze om deze aandoening te ontkennen. Met als resultaat dat de moeder zich niet gezien, gehoord en begrepen voelt. Een averechtse werking dus.

Wat moet je juist wel vragen?

Wat Karin den Oudsten vooral wel adviseert om te vragen of zeggen, zijn dingen als:

  • Vraag of je iets voor haar kan doen.
  • Bevestig dat ze een goede moeder is, ondanks dat ze zich zo rot voelt.
  • Vertel haar dat je er voor haar bent, zodat ze haar gevoelens kan uiten.
  • Stel aan haar voor om over een paar dagen weer eens te bellen of langs te komen.
  • Vraag waarmee je haar zou kunnen helpen om te herstellen.
  • Laat haar emoties ervaren en geef de moeder de tijd om te huilen.

Durf het zelf los te laten als er emoties bij komen en geef de moeder de vrijheid om te huilen.

Voor partners

De partner van de moeder speelt een grote rol in het gehele proces. Niet alleen in de verzorging van hun kindje, maar ook als ondersteuning voor de moeder.

Hoewel mannen van nature het liefst meteen een oplossing gaan zoeken, kan het voor de moeder juist waardevol zijn als ze medeleven ervaart. Praat met haar, leg een arm om haar heen en vraag wat je voor haar kunt doen. 

Voor lotgenoten

Het kan natuurlijk voorkomen dat je zelf in een vergelijkbare situatie hebt gezeten en te maken hebt gehad met depressieve gevoelens. Het voordeel is dat je dan uit eigen ervaring weet hoe het kan zijn. Maar besef wel dat iedere situatie weer anders is.

Het is belangrijk om er voor de ander te zijn, maar houd in de gaten dat het jouw verhaal is en wees dus terughoudend met wat je vertelt. Anders kan haar situatie ondergesneeuwd raken en wordt het voor haar lastiger om bij haar eigen gevoelens en gedachten te blijven.

Ondersteun waar nodig

De steun die een moeder nodig heeft of kan helpen, kan heel breed zijn. De ene moeder vindt het fijn als je langskomt en een kopje koffie komt drinken of haar juist liever meeneemt naar buiten.

De ander zou het fijn vinden als je een paar uur de zorg voor de baby overneemt of als je een keer een avondmaaltijd kookt of de was vouwt. De een wil er graag over praten, de ander vooral niet.

Om er achter te komen waarmee je het beste de moeder kan ondersteunen, kun je vragen waar de ander behoefte aan heeft en waar je mee kan helpen.

Belangrijk is om open het gesprek aan te gaan en niet vanuit je eigen achtergrond of ervaring te spreken of tips te geven.

Geef je grenzen aan

Tot slot is het belangrijk om zelf je eigen grenzen aan te geven. Het kan heel intensief zijn als iemand in de omgeving een postnatale depressie heeft. Mensen zijn van nature geneigd om een ander te willen helpen, maar dat kan ten koste gaan van je eigen energie.

Als je merkt dat de moeder ergens mee zit, maar het komt jou op dat moment niet uit om erover te praten, geef dan aan dat je nu even geen tijd hebt maar later die dag terugbelt, of maak een afspraak om langs te komen.

Op die manier geef je aan er wel voor de ander te willen zijn, maar is ook meteen duidelijk waar jouw grenzen liggen. Door zelf open en eerlijk te zijn voorkom je dat een relatie of vriendschap eindigt. Een postnatale depressie is geen kwestie van een paar dagen, maar kan maanden of zelfs meer dan een jaar duren.

Meer informatie

Meer informatie over postnatale depressie of hoe je de ander het beste kan helpen, vind je op de website van Hey Helpt.nl

Karin den Oudsten kreeg na haar eerste bevalling een postnatale depressie en na de bevalling van haar tweede kind een kraambedpsychose.

Nu is ze hypnotherapeut en coach, helpt ze moeders met deze klachten en geeft ze trainingen aan kraamverzorgenden, studenten verloskunde en aan verpleegkundigen in het Erasmus MC en LUMC op dit gebied.

Daarnaast is ze de grondlegger van stichting Me Mam, een platform voor moeders met psychische klachten rondom zwangerschap en heeft ze voor al haar inspanningen de Libelle Ster Award 2017 gewonnen.

Postnatale depressie na bevalling; Signalen en tekenen voor omstanders om te voorkomen - Mamaliefde

Omschrijving van de afbeelding

Linda van Aken