Skip to Content

Spelling oefenen kinderen; spelletjes, werkbladen en opdrachten

Spelling oefenen kinderen; spelletjes, werkbladen en opdrachten

Als je kind moeite met spelling heeft, is dit lastig omdat het niet alleen de schrijfvaardigheid belemmert maar ook tot ver in de volwassenheid voor faalangst kan zorgen: schrijf je dit woord met een d of een t? En het maakt nogal uit of het meervoud van mol als molen of mollen geschreven wordt om een tekst goed te kunnen begrijpen.

Het is daarom belangrijk dat een achterstand met spelling niet té groot wordt en dus op tijd te beginnen met spelling oefenen.

Ook omdat dit weer invloed kan hebben op de middelbare schoolkeuze en het advies dat school daarvoor geeft. In dit artikel gaan we in op hoe je spelling thuis kunt oefenen met je kind.

5 tips voor een kind die zwak in spelling is

Om goed te kunnen oefenen met spelling, is het aan te raden om deze 5 adviezen mee te nemen. Deze zijn speciaal opgesteld voor zwakkere spellers en worden zo op de basisschool ook meegenomen in de extra instructie of begeleiding.

Spelling oefenen op het niveau wat het kind beheerst

Als je een te hoog niveau gaat oefenen is dit frustrerend en ontmoedigend. Een te laag niveau is even fijn, maar al gauw gaat de lesstof op school in rap tempo verder en heb je kans verder achter te raken of je kind raakt verveeld omdat het veel te makkelijk is. Een juist niveau sluit aan bij wat het kind al weet en pakt achterstanden aan.

Hoe kom je achter het niveau?

Je kunt vragen of school het PI-dictee af kan nemen. Dit is een dictee in zinvorm, de leerling schrijft het woord op. Het aantal foutieve woorden wordt van het totaal aantal woorden afgetrokken.

Hier ontstaat een score uit die het beheersingsniveau aangeeft. Maar ook komt uit het PI-dictee naar voren in welke spellingcategorieën de gemaakte fouten vallen.

Hierbij kun je denken aan lange en korte klanken, verkleinwoorden, woorden met een v of een f. Er zijn heel veel spellingcategorieën. Het is aan te raden om te kiezen voor de categorie waar de meeste fouten in gemaakt worden in plaats van alles te behandelen in één keer.

Het PI-dictee kun je na 3 maanden weer afnemen en dan kijken wat de voortgang van het kind is. Ook komt er uit het PI-dictee een DL (didactische leeftijd). Zelf vind ik het altijd prettig om te weten hoe een kind scoort. In groep 3 bouw je pas op in didactische leeftijd.

Een kind wat vier maanden in groep 3 zit, heeft een DL van 4. Per schooljaar kun je 10 DL opbouwen, dit door de vakanties. Een DL van 20 staat gelijk aan eind groep 4. De opbouw in DL ziet er zo uit:

  • 0-10 DL: begin tot eind groep 3
  • 10-20 DL: begin groep 4 tot eind groep 4
  • 20-30 DL: begin groep 5 (20) tot eind groep 5 (30)
  • 30-40 DL: begin groep 6 (30) tot eind groep 6 (40)
  • 40-50 Dl: begin groep 7 (40) tot eind groep 7 (50)
  • 50-60 DL: begin groep 8 (50) tot eind groep 8 (DL 60)

Een kind wat op het PI-dictee een DL scoort van 33 en in groep 8 zit, heeft dus een didactische leeftijd qua spellen van 3 maanden onderwijs in groep 6 en loopt dan bijna 2 jaar achter qua spelling.

Je kunt hier een spellingstest laten invullen. Deze geeft de uitslag en geeft adviezen met welke oefenstof gestart kan worden. Of hier de spellingstoets in te laten vullen, je ontvangt dan een uitgebreide foutenanalyse.

Het is effectief om je kind een hele zin te laten schrijven en dit te observeren, dit geeft jou als ouder inzicht in de manier waarop hij of zij het aanpakt.

Choose your spellingbattles

Oftewel: Kies 1 of 2 categorieën waarmee je gaat oefenen.

  • Dat kan hier, hier staan alle verschillende spellingcategorieën op.
  • De oefensite van de school hier biedt onder het kopje ‘alle groepen’ spelling 2.0 aan. Deze oefenstof kan je kind achter de tablet of laptop maken. Er kan ook geoefend worden met werkwoordspelling.
  • Zelf gebruik ik voor de klas vaak de site van meester Klaas. Naast een oefendictee, kun je ook een spellingtoets maken waarbij je een uitgebreide analyse krijgt van de fouten. Je kunt er CITO mee oefenen maar ook spelling op categorieën. Je vindt de site hier.

Kracht van herhaling

Moest jij vroeger ook het woordpakket overschrijven en als je een foutje maakt dit woord tien keer of 20 twintig keer goed herschrijven? Het blijkt dat herhaling bij zwakke spellers onmisbaar is. Zo train je de spellingsregel en het woordbeeld in. Door vaak, kort en met veel herhaling te oefenen boek je het beste resultaat.

Je kunt bij de leerkracht om spellingsbladen en oefenmateriaal vragen, bijvoorbeeld uit de methode spellingsprint, maar het loont ook om dagelijks te oefenen via de laptop/tablet via één van de bovengenoemde oefensites.

Spellingsregels uitleggen

Kinderen die moeite hebben met spelling hebben vaak de spellingsregel niet geautomatiseerd of hebben moeite met de ‘weet’-woorden. Weetwoorden leer je aan door deze:

  • te bekijken
  • Te lezen
  • Om te draaien
  • Op te schrijven
  • En dan na te laten kijken

Vooral het nakijken is zo belangrijk, veel spellingszwakke kinderen lezen het geschrevene niet na en zien dan ook niet de foutjes die ze maken.

Het programma BLOON wordt zowel op school als thuis gebruikt om extra met spelling te oefenen. Er wordt gewerkt volgens de stappen die hierboven beschreven zijn (bekijken, lezen, omdraaien, opschrijven, nakijken. De eerste letters samen vormen BLOON).

Er zijn standaardlijsten waar geoefend mee kan worden, maar de groepsleerkracht kan ook specifieke lijsten klaarzetten om mee te oefenen.

Samen nakijken en bespreken

Als een kind een zin geschreven heeft, laat deze zin dan goed nalezen / nakijken. Bespreek welke spellingsregel aan bod komt in de zin. Oefent je kind bijvoorbeeld in de categorie van v/f en schrijft het vijfen of vijven, bespreek dan hoe het komt dat het vijven hoort te zijn.

Hoe gaat RT op school om met spelling?

Als ik kinderen op school begeleid met spelling dan volg ik onderstaande stapjes:

  • Luister naar het woord
  • Hak het in klanken
  • Schrijf het woord op en kleur de klanken (PI-spello principe)
  • Lees het woord
  • Is het goed geschreven?

Overleg met de groepsleerkracht

Het kan zijn dat de groepsleerkracht voorstelt om het woordpakket van een lagere klas erbij te pakken. Vraag dan om extra oefenbladen en hoe dit in de klas aangeboden wordt om zo dezelfde aanpak door te voeren en geen verwarring te zaaien.

Mirjam de Stigter