Skip to Content

Schoolkeuze basisschool; welke soorten onderwijs zijn er

Schoolkeuze basisschool; welke soorten onderwijs zijn er

Kleine meisjes worden groot, en als ze dan bijna drie jaar zijn wordt het toch wel eens tijd om de knoop door te hakken en een schoolkeuze te maken. Twee jaar geleden, ze was nog geen een jaar zijn wel al op een paar open dagen geweest.

Iemand had me namelijk laten schrikken met de melding dat ik aan de late kant zou zijn voor de inschrijving. Ze kon nog niet eens lopen, laat staan dat je nu al weet welke school er bij je kind past…

Afijn, deze bangerik heeft gelijk een aantal open dagen uitgezocht van scholen die aan de ‘eisen’ voldeden en braaf bezoekjes afgelegd. Gelukkig werd ik overal gerustgesteld. Hier in de stad blijken er maar twee basisscholen te zijn met een wachtlijst; de vrije school en een scholenvereniging dat vrij elitair overkomt.

Voor beide scholen geldt eigenlijk dat je al tijdens de zwangerschap moet aanmelden, tenzij je een broertje of zusje er hebt rondlopen.

Nu zijn er heel veel verschillende basisscholen met diverse achtergronden / filosofieën waardoor er ongelofelijk veel keus is. Ik zal er een paar op een rijtje zetten.

Tips voor het maken van een schoolkeuze

Als je kind vier is mag hij / zij naar school, dit is in Nederland de leeftijd waarop kinderen naar school gaan. Leerplichtig zijn ze echter pas als ze vijf jaar zijn.

Je kan dit jaar dus goed gebruiken om te wennen en af en toe een mid(dagje) thuis houden als het teveel wordt, of als het beter uitkomt met vakanties. Tot je zestiende is je kind volledig leerplichtig, en daarna partieel tot er voldaan is aan de kwalificatieplicht.

Meer informatie daarover vindt je hier.

  • Zoek een school die aansluit bij jouw opvoedstijl / filosofie / geloof.
  • Loop een keer tijdens het halen of brengen langs het schoolplein zodat je ziet wat voor ouders er komen.
  • Bezoek diverse open dagen om te kijken hoe een school er van binnen uitziet.
  • Vraag andere ouders naar hun ervaringen met scholen.
  • Maak een afweging tussen scholen in de buurt (zodat de vriendjes na schooltijd samen kunnen spelen) of een school die echt past bij jullie.
  • Wat is je indruk van de school en het schoolplein? Is het groen, goed onderhouden, veilig, nieuw spelmateriaal.
  • Wat zijn de kernwaarden van een school.
  • Is er een continu rooster of tussenpauze? Hoe lang duurt dat? Kan je in de tussentijd naar huis of niet.
  • Wat is het curriculum; worden er ook uitstapjes en dingen zoals schoolzwemmen georganiseerd.
  • Hoe vaak en door wie en waar wordt er gymles gegeven?
  • Wordt er gebruik gemaakt van laptops / ipads / robots?
  • Is er creatief / technisch onderwijs?
  • Is er een bibliotheek aanwezig op de school?
  • Is het een gezonde school? Zijn bento-lunches toegestaan of alleen brood en water?
  • Waar gaan de vriendjes van je kind heen?
  • Hoe is de voorschoolse en naschoolse opvang geregeld?
  • Komt de schoolfotograaf en maken zij ook broer / zus foto’s (ook als ze nog niet op school zitten)?
  • Hoe scoort de school op de inspectie.
  • Wat voor kindvolgsysteem wordt er gebruikt en hoe vaak worden de kinderen getoetst?
  • Hoeveel kinderen gaan er naar deze school? En hoe groot zijn de klassen?
  • Hoe wordt er om gegaan met pesten?
  • Waar komen de kinderen op school vandaan? Dezelfde wijk of worden ze met de auto gebracht?
  • Is er een wachtlijst?
  • Wat zijn de lestijden?
  • Hoe hoog is de vrijwillige ouderbijdrage?
  • Is er remedial teaching en aandacht voor kinderen die extra begeleiding of juist meer uitdaging nodig hebben.
  • Wordt er huiswerk gegeven?
  • Wat wordt er gevraagd aan ouders? Wat voor ouderparticipatie is er?

Als je op bezoek gaat bij een school is het handig om een vragenlijst mee te nemen met vragen om te stellen. Hier kan je eenvoudig een vragenlijst maken en uitprinten.

Nederlands onderwijssysteem

In Nederland gaan vier-jarigen voor het eerst naar school en blijven tot ze (uitzonderingen daargelaten) twaalf jaar zijn op de basisschool. Echter begint leerplicht pas in het vijfde levensjaar, het eerste jaar is dus vooral heel veel ‘proefdraaien’.

Er wordt begonnen met twee kleuterklassen waarbij spelend leren als basis dient tot er in groep drie wordt begonnen met het leren lezen en schrijven.

In Nederland heb je de volgende indeling;

  • Peuterspeelzaak; van 2(5) tot 4 jaar, dit is vrijwillig.
  • Basisschool; van 4 tot 12 jaar (in principe 8 jaar, maar het kan zijn dat je kind start in groep 0 (over het algemeen als het na oktober jarig is en dus een jaar extra kleutert)
  • Middelbare school; van 12 tot 16/18 jaar
    • het praktijkonderwijs
    • het VMBO (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) zowel theoretisch als praktijk
    • het HAVO (hoger algemeen voortgezet onderwijs);
    • het VWO (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs).
  • MBO; niveau 1 tot en met 4, van 1 tot 4 jaar, vervolg op VMBO
  • HBO; 4 jaar sluit aan op Havo
  • Universiteit; 4 tot 6 jaar; sluit aan op VWO

Lees ook: Is het VMBO wel goed genoeg voor je kind?

Allereerst de indeling van het onderwijs. Grof gezegd zijn er drie categorieën; regulier (openbaar) onderwijs, speciaal onderwijs en bijzonder onderwijs. Het openbare onderwijs wordt volledig betaald door de gemeente en is geschikt voor alle kinderen. H

et bijzonder onderwijs is voor kinderen met leer-, gedrags- of fysieke hindernissen waardoor het reguliere onderwijs niet geschikt is.

Blijft het bijzonder onderwijs over; bijzonder wil niet anders zeggen dan dat de school een bepaalde achtergrond heeft. Dit kan een confessionele achtergrond zijn of een pedagogische achtergrond.

Soorten Openbaar onderwijs

In de tijd van de verzuiling is ook het openbaar onderwijs ontstaan. Een vorm waarbij de overheid verantwoordelijk was voor het aanbod van onderwijs dat niet door een bepaalde godsdienstelijke achtergrond of levensovertuiging werd ingevuld.

In de loop der jaren wordt het openbaar onderwijs steeds meer vrij gegeven en mogen ze zich zelfstandig besturen. Een openbare school mag ook geen eisen stellen aan de leerlingen en moet iedereen die zich daar aanmeldt toelaten.

Confessioneel (Katholiek / Christelijk / Protestant / Islamitisch) onderwijs

Confessioneel onderwijs is onderwijs dat vanuit een bepaalde geloofsovertuiging wordt gegeven. Hieronder vallen;

  • katholieke basisscholen
  • protestantse en christelijke basisscholen
  • joodse basisscholen
  • islamitische basisscholen
  • hindoeistische basisscholen

Van deze scholen mag je verwachten dat ze invulling geven aan hun achtergrond. De mate waarin dit gebeurd kan echter heel erg verschillen. Zo is hier algemeen bekend dat als je katholiek / christelijk onderwijs zoekt voor je kind je het beste terecht kan op een specifieke protestantse basisschool omdat de rest er niets meer mee doet.

Heel wat anders dan vroeger toen ik zelf nog naar het katholieke onderwijs ging en er juist ook heel veel islamitische kinderen en andere geloofsovertuigingen heen werden gestuurd omdat er respect voor het geloof werd bijgebracht.

Natuurlijk hoefden deze kinderen niet mee naar de vieringen die we in de kerk deden. Het confessionele onderwijs krijgt naast de subsidie vanuit de gemeente vaak ook geld vanuit de kerk of geloofsgemeenschap waardoor ze extra faciliteiten kunnen treffen.

Voor het confessionele onderwijs mag een school bepaalde eisen stellen aan je geloofsovertuiging, in de praktijk zal je dit niet snel tegenkomen.

Tot slot heb je nog het bijzonder onderwijs dat is gebaseerd op een bepaalde pedagogische of onderwijskundige achtergrond. Vaak zijn ze onderdeel van een overkoepelend orgaan wat de scholen bezoekt om te kijken of ze nog passen binnen de kaders.

Het kan zelfs zo zijn dat de leerkrachten extra cursussen hebben moeten volgen om deze soort onderwijs te mogen geven. Vaak is het niet voor iedereen weggelegd.

Naast het onderwijs zal je dit voor een deel ook zien terugkomen aan de manier waarop een schoolgebouw is ingericht.

Drie stromen model, filosofisch en meer

Eerst een beetje droge theorie. In het onderwijs werkt men met een drie stromen model. Bij dit model gaan ze uit van geestes-wetenschappelijke stroming (de ouders leven zich in in de kinderwereld e.d.), de empirisch-wetenschappelijke stroming (waarbij je kan denken aan zaken als al die toetsen e.d., er wordt veel theoretisch bekeken dus) en de kritisch-emancipatorische stroming (de wereldverbeteraars).

Hiernaast heb je natuurlijk ook nog meer filosofische denkbeelden of de religieuze overtuiging kan vooral de boventoon voeren. Daarnaast steekt er zo nu en dan een stroming de kop op, die de rol van de opvoeding nuanceren en het kind vooral als een ‘eigenheid’ zien, die gerespecteerd dient te worden.

Binnen deze nuanceringen zijn de meeste opvoedtheorieën wel in te delen.

Dalton onderwijs

Het Dalton onderwijs is aan het begin van de 20e eeuw ontwikkeld in Amerika door de lerares Helen Parkhurst. Het Daltonderwijs is gericht op een brede vorming van het kind. Dit gebeurt op cultureel, sportief, sociaal en emotioneel niveau, maar uiteraard ook op cognitief niveau.

Het Daltononderwijs is een beetje uit protest ontstaan tegen de gewone scholen, waarbij leerlingen eigenlijk vooral theoretisch bezig waren en stil zaten…

Nu is dat natuurlijk ook op gewone scholen steeds meer onder de loep genomen en verandert het onderwijs sowieso op alle fronten. ‘Gewone’ scholen nemen regelmatig dingen over uit het Daltononderwijs! Zo hebben de kinderen op een Daltonschool een behoorlijke vrijheid om aan hun taken te werken.

Deze dag- en weektaken zie je op veel scholen nu terugkomen en gewoon standaard klassikaal onderwijs wordt op heel veel scholen steeds minder vaak gedaan.

De drie basisprincipes van het Dalton onderwijs zijn verantwoordelijkheid, samenwerking en zelfstandigheid. Dit komt er op neer dat de kinderen steeds meer vrijheid wordt geboden om zelf keuzes te maken.

Ze mogen zelf kiezen wanneer ze waaraan werken. Vaak wel na een klassikale instructie. Ze krijgen ook steeds meer zelfstandigheid om deze planning van activiteiten te maken.

Naast de standaard taken is er de keuzekast met extra activiteiten waar de kinderen uit mogen kiezen zodat ze ook even naar een andere ruimte kunnen. Er wordt verwacht dat de kinderen ook gaan samenwerken en elkaar helpen met bepaalde taken.

In de praktijk zie je dat het Dalton onderwijs niet alleen geschikt is voor de ‘gemiddelde’ leerling, maar vanwege de persoonlijke lesprogramma’s ook geschikt is voor kinderen met een achterstand of hoogbegaafdheid. Ze werken op hun eigen niveau aan de stof, maar blijven wel met hun leeftijdsgenootjes in dezelfde klas.

De kernwaarden van het Dalton onderwijs zijn;

  • Verantwoordelijkheid
  • Samenwerking
  • Zelfstandigheid
  • Reflectie
  • Effectiviteit
  • Borging

Meer informatie over het Dalton onderwijs vindt je hier.

Freinetonderwijs

De laatste tijd krijg ik het gevoel dat het freinetonderwijs een steeds grotere opmars aan het maken is. Het wordt steeds populairder, in ieder geval in deze stad. 

Het Freinet onderwijs is vooral gebaseerd op projectmatig onderwijs, waarbij de basis ligt op datgene wat leeft bij de kinderen. Dit kunnen bepaalde feestdagen of gebeurtenissen zijn, maar ook iets wat toevallig zo uitkomt.

Om dat te bepalen is er een zekere mate van democratie nodig. Er is ruimte voor initiatief vanuit de kinderen waar bepaalde ‘verplichte’ onderdelen zoals lezen en rekenen aan worden gekoppeld.

Ook hier is zelfstandigheid heel belangrijk, de kinderen worden verwacht zelf iets uit te zoeken.

Kernwaarden binnen het Freinet onderwijs zijn;

  • Betrokken
  • Bewust
  • Communicatief
  • Onderzoekend
  • met Plezier

Meer informatie over het Freinet onderwijs vind je hier.

Jenaplan onderwijs

Jenaplanscholen werken volgens de methode die Suus Freudenthal heeft opgesteld. Bij het Jenaplan gaat men uit van de uniciteit van ieder mens. Ieder mens is dus ook onvervangbaar!

De eigen identiteit komt eigenlijk in alle overige regels terug. Zo is respect hebben voor elkaar en het oog hebben voor ieders eigenheid een groot goed. Het kind staat dus centraal en niet de leerstof.

Het is niet alleen maar gericht op gewoon leren, maar gaat veel verder met opvoeden. De eigen verantwoording wordt gestimuleerd. Kinderen zitten op deze scholen door elkaar heen en niet in een klas met even oude kinderen.

Halverwege de 20e eeuw werd het Jenaplan onderwijs, bedacht door de Duitse Peter Petersen in Nederland geïntroduceerd. Kenmerkend voor het jenaplanonderwijs zijn vaak de projecten waaraan leerlingen moeten werken waarbij samenwerking belangrijk is.

In totaal zijn er tien essenties geformuleerd die als basis dienen voor het jenaplanonderwijs. Dit zijn achtereenvolgens; ondernemen, reflecteren, plannen, verantwoorden, samenwerken, zorgen voor, creëren, communiceren, presenteren en respecteren.

Dit zorgt ervoor dat er op bepaalde jenaplanscholen ook vanuit een bepaalde geloofsachtergrond wordt gewerkt, maar de school open staat voor andere religies.

De vier kernwaarden / pijlers binnen het Jenaplan onderwijs zijn;

  • Gesprek
  • Spel
  • Werk
  • Viering

Meer informatie over het Jenaplan onderwijs vindt je hier.

Montessori onderwijs

De basis van het Montessori onderwijs werd gelegd door de Italiaanse Maria Montessori. Bij Montessori onderwijs gaat men uit van de aangeboren drang tot ontwikkeling, die ieder kind vanzelf heeft.

Het onderwijs moet op dit gegeven inspelen. Met andere woorden: ‘Leer mij het zelf te doen”. Uiteraard kan je dit gegeven ook prima doortrekken naar jouw manier van opvoeden thuis.

De leerlingen stellen zelf hun leeractiviteit vast aan het begin van de dag en de leerkracht moet door observatie zien waar het kind behoefte aan heeft. In deze klassen zitten drie leeftijdsgroepen bij elkaar.

Het lesmateriaal is in principe zo ontworpen dat een kind zelf kan ontdekken dat hij fouten maakt en hier dus door leert. Is een kind met iets bezig, dan is het ook alleen met dat leerdoel bezig en het lesmateriaal zal niet nog meer vaardigheden nastreven.

Zodra je een Montessori school binnenloopt zie je dit. Het is niet alleen herkenbaar vanwege de inrichting van de lokale en de activiteiten van de kinderen maar ook het ontwerp van het schoolgebouw zelf.

De kinderen krijgen zeer veel vrijheid en leren door middel van speciaal ontwikkelde materialen bepaalde vaardigheden aan.

Het is zelfs zo ontworpen dat het kind door het materiaal gecorrigeerd wordt als het iets niet goed doet. Bij het Montessori onderwijs is er altijd sprake van dubbele klassen zodat je van elkaar kan leren.

De kernwaarden van het montessori onderwijs zijn;

  • Zelfstandigheid in een voorbereide omgeving
  • Vertrouwen in het kind
  • Keuzevrijheid
  • Blijvend ontwikkelen in heterogene groepen
  • Leerkracht als coach
  • Ouders als gelijkwaardige partners

Meer informatie over het Montessori onderwijs vind je hier.

Vrije scholen

Rudolf Steiner is de grondlegger van de antroposofie. Dit is een maatschappelijke stroming, die verder gaat dan een vorm van onderwijs. Hierbij is veel aandacht voor de geestelijke kant van het leven en de verbinding hiervan tussen de mens en de wereld.

De antroposofie is een manier van omgaan met de levenskwesties die iedereen zal tegenkomen en doet dit door innerlijke verdieping. Hierbij wordt gebruik gemaakt van meditatieve en kunstzinnige uitingen.

Het vrijeschoolonderwijs is antroposofisch, maar je kan ook denken aan bepaalde vormen van gezondheidszorg of landbouw die volgens deze principes werken.

Bij het opvoeden is er dus vooral veel aandacht voor het kind en de eigenheid van het kind. In het vrije onderwijs zal het kind dan ook anders uitgedaagd worden dan op een reguliere school.

Zoals de antroposofen het zelf melden op hun site: “Dat vraagt om onderwijs dat verbreedt en de ontwikkeling van een vrije persoonlijkheid aanmoedigt in cognitiviteit, inventiviteit, originaliteit en creativiteit.

Een aanpak gebaseerd op het mensbeeld uit de antroposofie, een visie op de mens, bestaande uit lichaam, ziel en geest.”

De vrijeschool heeft een geheel eigen kijk op onderwijs, die gebaseerd is op het mensbeeld uit de antroposofie. Op een vrijeschool staat de persoonlijke ontwikkeling van het kind centraal.

De term ‘vrij’ in de naam ‘vrijeschool’ slaat niet op het vrij laten van het kind. Er wordt mee bedoeld: de school wil haar pedagogische visie in vrijheid (oorspronkelijk: zonder overheidsbemoeienis) kunnen realiseren en ontlenen aan wat bij de kinderen aan vragen leeft.

De geest moet vrij tot ontwikkeling kunnen komen. Muziek, toneelspelen, beweging en handvaardigheden zijn daarbij net zo belangrijk als lezen, schrijven en rekenen.

De ontplooiing van zijn sociale, kunstzinnige en ambachtelijke vermogens is daarin even belangrijk als de ontwikkeling van zijn intellectuele vermogen.

De vrijeschoolleerkracht beschouwt het kind niet als een onbeschreven blad, maar als een mens met een eigen talent, een eigen voorgeschiedenis en individualiteit.

Het is de kunst om te herkennen wat voor verborgen drijfveren en interesses een kind heeft en een klimaat te scheppen waarin het kind zich kan ontplooien.

Vrijescholen vallen onder het algemeen bijzonder onderwijs.

Als je kiest voor een vrije school, moet je over het algemeen heel vroeg zijn met de inschrijving en is de kans aanwezig dat er een hoger bedrag aan schoolgeld wordt gevraagd in vergelijking met andere scholen.

De pedagogische kernwaarden van een vrije school zijn;

  • Aansluiten bij het kind
  • Ontwikkeling van het kind
  • Hoofd, hart en handen
  • Leren in context en omgeving

Meer informatie over vrije scholen vind je hier.

Ontwikkelings gericht onderwijs

Ontwikkelingsgericht onderwijs legt de nadruk op de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van kinderen. Zingeving en de brede persoonsontwikkeling zijn belangrijke uitgangspunten.

Bij ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) is het van belang dat kinderen uitstijgen boven hun huidige niveau, naar de zone van naaste ontwikkeling. 

De inspirator van deze visie op onderwijs is Frea Janssen-Vos. Zij onderbouwt de waarde van onderwijs aan het jonge kind met leerpsychologie van Lev Vygotsky.

De doelstelling van OGO is het stimuleren van kinderen om hun volledige persoonlijkheid te ontwikkelen.

De belangrijkste principe zijn;

  • zone van naaste ontwikkeling
  • brede persoonsontwikkeling
  • ontwikkelbaar
  • zingeving
  • reflecteren en observeren

Meer informatie over ontwikkelings gericht onderwijs vind je hier.

Gisdo onderwijs

Gisdo staat voor Geïntegreerd Interactief Semi-Digitaal Onderwijs. Leerlingen zijn alleen te motiveren als zij zelf sturing kunnen aanbrengen in hun leerproces.

In de Gisdo-aanpak leert een leerling zelf actief informatie te verzamelen en te delen met anderen. De leraar vervult de rol van coach. De nadruk ligt op discussie, samenwerking, individuele verwerking en reflectie.

Meer informatie over Gisdo onderwijs vind je hier.

Flexibele scholen

Flexibele scholen verzorgen gewoon basisonderwijs en méér op een ongewone manier, namelijk ‘op maat’. En dat voeren we ver door, dus ook in de hoeveelheid onderwijstijd. Zo zijn de scholen 50 weken per jaar open, van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur. Dat is 2.500 uur per jaar.

Er wordt gewerkt in 5 perioden van 10 weken. En zijn slechts 2 weken per jaar gesloten. Elke periode staat een ander thema centraal. Leerlingen kunnen hun schooldag beginnen tussen 8.00 en 10.00 uur of tussen 12.00 en 14.00 uur. De dag kan eindigen tussen de middag of tussen 16.00 en 18.00 uur.

Leeractiviteiten zijn verbonden met het thema, bijvoorbeeld Verkeer en vervoer, Communicatie, Middeleeuwen, Europa, Voeding of Dieren. Dus taal en rekenen, koken en dansen, Engels en filosofie, techniek en expressieve vakken worden concreet doordat ze worden uitgewerkt binnen het onderwerp van het thema.

Alle leerlingen van alle leeftijden werken aan hetzelfde thema. Er wordt individueel gewerkt, in kleine groepjes en in grotere groepen met eigen leerkrachten en thema-experts van buiten. Er wordt op school geleerd en daarbuiten.

Elk thema zijn er excursies. In de hele basisschoolperiode wel 80. Op wat en hoe we het onderwijs organiseren kunnen leerlingen, hun ouders en leerkrachten invloed hebben.

De drie pijlers van Flexibele scholen zijn;

  • jaarrond open
  • mee-ontwerpen en mee-beslissen
  • thematisch onderwijs

Meer informatie vind je hier.

Steve Jobsschool

Dat het onderwijs in ontwikkeling blijft en er steeds nieuwe stromingen ontstaan bewijzen de O4NT (Onderwijs voor nieuwe tijd) scholen, ook wel bekend als Steve Jobsschool genoemd.

Deze bestaan pas sinds 2013 in Nederland. En zijn vernoemd naar de oprichter van Apple. In deze vorm van onderwijs speelt de tablet dan ook een hele grote rol. De basis ligt bij het bieden van een uitdagende leeromgeving waarbij gebruik gemaakt wordt van de modernste leermiddelen.

Naast de gangbare verplichtte stof worden kinderen gestimuleerd om hun eigen talent te ontdekken die in de huidige maatschappij van grote nut kunnen zijn.

De pedagogische kernwaarden van dit soort onderwijs zijn;

  • Avontuurlijk leren
  • Elk kind telt mee
  • Open voor iedereen
  • Kleurrijk en vernieuwend

Meer informatie over Steve Jobsscholen vind je hier.

Brede Scholen

Brede scholen zijn scholen die ingebed zijn in een groter geheel van opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur.

Meestal kun je voor één of meer van deze buitenschoolse activiteiten in hetzelfde gebouw terecht. De overgang van school naar naschoolse opvang verloopt dan heel soepel. Brede scholen heten ook wel:

  • Vensterschool
  • Spilcentrum
  • Open Wijk school
  • Integraal Kindcentrum

Mocht er naar je mening iets onjuist tussen staan dan hoor ik het graag, let wel op dat niet alle scholen op precies dezelfde manier invulling geven zodat er kleine afwijkingen kunnen ontstaan.

Meer informatie over het kiezen van een school en de schoolsoorten in Nederland vind je hier.

Onze keuze

Onze voorkeur gaat momenteel uit naar het Dalton onderwijs. Dit is gebaseerd op drie dingen; gevoel, achtergrond en locatie. Het is een van de scholen in deze wijk. Ik vind het namelijk ook belangrijk dat kinderen vriendjes maken die in de buurt wonen zodat ze ook buiten schooltijd met elkaar kunnen spelen.

De uitgangspunten spreken ons ook enorm aan. Het idee dat ze op hun eigen niveau stof aangeboden krijgen in kleine klassen vind ik erg belangrijk. Daarnaast leren ze om te plannen, vaardigheden die op de middelbare school extra goed van pas komen. 

Nog een pluspuntje is dat vanwege de kinderen met een achterstand of juist een hoogbegaafdheidsrugzakje die hier ook naar school gaan de school extra subsidie krijgt dat bijvoorbeeld wordt gestoken in het bieden van zwemlessen.

Het idee van een kleinschalige school met nog geen 100 leerlingen, rustige klassen en leerkrachten die positief op me over kwamen zorgden voor een goede eerste indruk tijdens de open dag.

Plus natuurlijk het feit dat onze dochter gelijk gestimuleerd werd om te gaan ontdekken en overal aanzat.

Fijn vond ik ook dat de school gewoon school was, en niet met allemaal tierenlantijntjes vanwege de open dag. We werden erg open en vriendelijk ontvangen en mochten overal kijken. Kregen zelfs een rondleiding door de directeur (wat best logisch is op zo’n kleine school ;-) ).

Die middag was er ook een pleinfeest. We werden uitgenodigd om daarvoor terug te komen en zelf de sfeer te ervaren en ook te zien of we ons thuis zouden voelen tussen de overige ouders.

Tot slot gaan ze in januari 2016 met een groep 0 beginnen. Dan kan ze alvast een half jaar kennismaken daar op school voor ze naar de kleuterklas gaat. Kleine meisjes worden dan echt groot!

Zorgt er ook voor dat ze maar een maandje samen met haar broertje naar de peuterspeelzaal gaat die we gelijk vandaag daar hebben ingeschreven. Ze hebben daar namelijk liever niet kinderen uit hetzelfde gezin in dezelfde klas.

Nu alleen nog zien hoe ik dat in de ochtenden ga versieren dat ik werk en dus extra kinderen in huis heb… Als iemand een fiets weet waar vijf kinderen in passen houdt ik me aanbevolen!

Waarop hebben jullie de schoolkeuze van je kind bepaald?

Floortje
  1. Leerkracht says:

    Geweldig stukje informatie verstrekking. Een blog waar een moeder (of vader) ook wel degelijk wat aan heeft. Bedankt!

    Vg,
    Felix

  2. Sigrid says:

    Schoolkeuze is zo persoonlijk! De eerste school voelde gelijk zo goed dat we daar voor gegaan zijn. De beste bevestiging is toch dat je kind het goed heeft. Qua type onderwijs vind ik dat alles zo z’n voor en na’s heeft. Juist omdat elk kind zo anders is en andere behoefte heeft… De oudste is wat dat betreft best bepalend. In ons geval is de oudste het best op zijn plek, denkt ik, bij traditioneel onderwijs. Maar onze dochter had ik graag naar een vrije school gedaan. Maar ja, dat doe je dan weer niet zo snel. Ik niet althans. En afstand is ook zeker belangrijk! Een leuke en spannende keuze! Maar volgens mij komt het helemaal goed bij jullie!!

  3. Nathalie says:

    Goede keuze hoor, ik heb zelf een jaar in Daltononderwijs gestaan. Het is een fijne manier van werken, zowel voor de kinderen als voor de leerkracht. Leuk dat het kleine klassen zijn want eigenlijk is vaak DAT de reden dat je ook goed passend onderwijs kan geven. Top! Veel succes.

  4. Barbara says:

    Schoolkeuzes, het blijft lastig. Riana zit nu op een katholieke school die niet echt meer het geloof direct uitdraagt in de klas, wat voor mij ook niet hoeft. Ze hebben een moderne visie die wij geschikt vonden voor onze dame en binnen een jaar is de nieuwe school af (wordt nu gebouwd, volgt binnenkort een blog over) en zijn ze in staat de kinderen nog meer individueel te begeleiden naar behoefte. Ze heeft het er ontzettend naar de zin, we zijn dik tevreden.

  5. Tamara says:

    Lastige keuze he school? Ik vond het tenminste erg moeilijk om een goede plek voor Maxim te vinden. Zeker vanwege zijn achterstand!

Comments are closed.