Skip to Content

De mooiste minder bekende kerken in Europa

De mooiste minder bekende kerken in Europa

een bezoekje waard zijn. De komende 20 kerken zijn minder bekend en staan niet (allemaal) in de “must see”-lijstjes die je op internet kunt vinden. Dus, ben je bij je volgende vakantie in de buurt, ga er dan zeker één bezoeken.

Sint-Janskathedraal, ’s-Hertogenbosch (Nederland)

Deze kathedraal is gebouwd in de stijl van de late Brabantse gotiek. Deze variant op de Franse gotiek is rond 1300 ontstaan en is herkenbaar aan de wat meer bescheiden bouw en gebruik van lichte natuursteensoorten. Hoogtepunt binnen is een beeld van Onze-Lieve-Vrouwe van ’s-Hertogenbosch, omringd door bloemen en een zee van kaarsjes. Het wordt de Zoete Moeder genoemd. Ook de buitenkant van de kathedraal is een tijdje stilstaan waard. Op de luchtbogen zitten allemaal kleine beeldjes. Ze beelden een beroep uit of dieren en draken. Eén beeldje is nog niet zo oud: zoek de engel met de mobiele telefoon…

Meer informatie vind je hier.

Grote of St.Bavokerk, Haarlem (Nederland)

De Grote Kerk is een laatmiddeleeuws gebouw aan de Grote Markt. De kruiskerk is gebouwd tussen 1370-1520 in de gotische bouwstijl. Midden op het kerkgebouw staat een hoge houten, laatgotische vieringtoren. Tijdens de Reformatie namen de protestanten de kerk over. Zij plunderden en vernielden de kerk en de priester werd gedood. Bijzonder is het ontbreken van de luchtbogen, terwijl de aanzetten wel aanwezig zijn. In de kerk liggen ongeveer vierhonderd grafstenen. De nummers op de stenen staan in grafboeken geregistreerd. Onder het koor bevindt zich het graf van de schilder Frans Hals. Andere bekende personen die in de kerk begraven liggen, zijn de kerkschilder Pieter Saenredam en de schrijver Willem Bilderdijk, die als laatste in de kerk begraven werd.

Ook bijzonder zijn de 17e-eeuwse preekstoel, de koorbanken (1512) met houtsnijwerk, de koperen lezenaar met pelikaan (1499) en het koorhek met koperen maaswerk. Kijk ook vooral even omhoog naar de mooie, houten gewelven en de prachtige glas-in-loodramen.

Meer informatie vind je hier.

O.-L-V.-Munsterkerk, Roermond (Nederland)

Deze kerk is gebouwd in laatromaanse stijl en behoort tot de Rijnlandse romaanse groep. De officiële naam van de kerk luidt Onze Lieve Vrouwe Munsterkerk. De naam munster is afkomstig van het Latijnse monasterium wat klooster betekent en geeft dus aan dat de kerk oorspronkelijk een abdijkerk was. De kerk werd gebouwd als onderdeel van een cisterciënzer vrouwenabdij, de Munsterabdij, gesticht rond 1218 door graaf Gerard III van Gelre. Omdat de kerk ook gebruikt zou gaan worden als grafkerk voor de graaf en zijn familie moest het gebouw meer macht uitstralen dan gebruikelijk was.

Uiteindelijk werden alleen Gerard III zelf en zijn vrouw Margaretha van Brabant in de kerk begraven; hun praalgraf bevindt zich onder de koepel. Hun zoon Otto II volgde zijn vader op als graaf van Gelre en Zutphen van 1229 tot zijn dood in 1271. Het oudste deel van de kerk is de klaverbladvormige koorpartij, die sterk verwant is aan die van romaanse basilieken in Keulen, Neuss en Speyer. De halfronde hoofdapsis heeft drie ook halfronde, op elkaar aansluitende straalkapellen. Tussen apsis en transept zie je twee koortorens, een typisch Rijnlands kenmerk, evenals de dwerggalerijen in de koorapsis en de transepten.

Ook de achtzijdige kruisingtoren is een Rijnlands kenmerk. Schip en zijbeuken zijn overwelfd met kruisribgewelven. Omdat de kerk hiermee de belangrijkste constructieve eigenschappen van de vroege Gotiek bezit, wordt zij ook wel tot de romanogotiek gerekend. In 2020 vierde de munsterkerk haar 800 jarig bestaan.

Meer informatie vind je hier.

Onze Lieve Vrouw, Brugge (België)

Deze kerk is één van de oudste in Brugge, en een toeristische trekpleister. Ze was tot op het einde van het ancien régime een collegiale kerk met een proost en een kapittel van kanunniken, daarna een decanale kerk. Het oudste deel, de middenbeuk, werd opgetrokken in Doornikse steen, in de typische Scheldegotiek. Ook de voor- en de westgevel zijn in de stijl van de Scheldegotiek, met de twee typische traptorentjes en het gebruik van blauwsteen. Het koorgedeelte en de apsis, gebouwd tussen 1270 en 1280, stralen de klassieke Franse gotiek uit, maar dan wel volledig in baksteen. In 1370 kwam de noordelijke beuk er en in 1450 de zuidelijke.

Omstreeks 1465 werd het Paradijsportaal opgetrokken in Brabantse gotiek. De toren is het hoogste gebouw in de stad. De kerk telt vijf beuken. Midden in de middenbeuk verdeelt het doksaal, dat uit drie delen bestaat, de kerk in twee delen: het hoogkoor en het schip. De apostelbeelden zijn van de 17e eeuw.

Meer informatie vind je hier.

Basilique Saint-Sernin de Toulouse, Toulouse (Frankrijk)

Eind vierde eeuw werd op deze plaats een basiliek opgericht waarin het lichaam van de H. Sernin werd bewaard. Men kwam vanuit alle hoeken van Europa naar de kerk om er de vele door Karel de Grote geschonken relikwieën te aanbidden. Tevens was en is de kerk een belangrijke halteplaats op weg naar Santiago de Compostella. De huidige kerk werd gebouwd om die grote toeloop te kunnen opvangen. De bouw begon rond 1080 en werd halverwege de 14de eeuw voltooid en is in de 19de eeuw gerestaureerd.

De kooromgang die Corps-Saints wordt genoemd, dankt zijn naam aan de vele altaarstukken en relikwieën. De schrijnen van bewerkt, verguld en beschilderd hout bevatten de relikwieën van de populairste heiligen. In de centrale zijn 17de-eeuwse beeldhouwwerken en mooi 14de-eeuws houtsnijwerk met daarop de apostelen te bewonderen. Daartegenover in de cryptewand prijken zeven bas-reliëfs van marmer. Om deze kooromgang te kunnen bezoeken, betaal je een klein bedrag, maar dat is het echt waard.

Meer informatie vind je hier.

Kathedraal van Chartres, Chartres (Frankrijk)

Al bijna 800 jaar staat de kathedraal van Chartres als een eenzaam baken in de velden. Sinds de 13e eeuw is er weinig veranderd. Ondanks de branden, revoluties, twee wereldoorlogen en overijverige restaurateurs is de kerk praktisch intact gebleven sinds de inzegening van 1260. De huidige kathedraal staat op de plek van vroegere kerken, waarvan de oudste uit de 8e eeuw dateert.

De belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de kerk is het geschenk van de Santa Camisia, een relikwie van onschatbare waarde van Karel de Kale, de kleinzoon van Karel de Grote. Dit was het kleed dat Maria zou hebben gedragen bij de geboorte van Christus en maakte van Chartres het belangrijkste pelgrimsoord in Europa (het relikwie wordt nog steeds in de schatkamer bewaard). In de 10e eeuw was de School van Chartres één van de belangrijkste studiecentra in Europa.

De gebrandschilderde ramen met de unieke blauwe kleur zijn beroemd. Ze vormen de meest complete collectie middeleeuwse glas ter wereld. Het 12e-eeuwse koninklijke portaal, inclusief de ramen, waaronder het spectaculaire raam ‘De blauwe maagd’, overleefden de brand.

De 13e-eeuwse ramen elders in de kerk zijn een stralende uitbeelding van Bijbelse en historische gebeurtenissen, bevolkt met ridders, boeren, koningen, in bont geklede edelvrouwen en een veelheid aan ambachtslieden, waarmee een fascinerend beeld van het religieuze en dagelijkse leven in de middeleeuwen is vastgelegd. Ieder raam vertelt een geschiedenis, van links naar rechts en van beneden naar boven.

Meer informatie vind je hier.

Kathedraal van Valencia, Valencia (Spanje)

Het grootste deel van de kerk is tussen de 13de en 15de eeuw gebouwd; in de daaropvolgende eeuwen zijn er nog afzonderlijke gedeelten bijgebouwd. Hierdoor heeft de kathedraal zowel romaanse, gotische als barokke invloeden, wat uitstekend te zien is aan de drie toegangspoorten.

Het oudste portaal, in Romaanse bouwstijl, komt uit op de kleine Plaza de Almoina. De gotische Puerta de los Apóstoles die uitkomt op de Plaza de la Virgen, stamt uit de 14de eeuw. De originele stenen apostelbeelden, waar deze ingang naar vernoemd is, worden in het kathedraalmuseum bewaard. Dit portaal is vooral bekend omdat het Watertribunaal hier elke donderdag om 12uur zijn bijeenkomsten houdt. De hoofdingang van de kathedraal, de Puerta de los Hierros, stamt uit 1703. Dit barokke portaal, de “ijzeren poort”, is opgebouwd uit drie lagen en is versierd met talloze zuilen en heiligenfiguren.

Het is gewijd aan Maria, de Moeder Gods, vandaar de letter “M” vlak boven de boog. Als je de kathedraal binnengaat, denk je in een nogal sobere kerk te staan, omdat de zuilen en het plafondgewelf heel eenvoudig zijn. De rijksversierde kapellen en zijruimten, waar talloze relikwieën te ontdekken zijn, zijn echter niet sober. Onder andere één met olieverfschilderijen van Goya. Het middelpunt van de kathedraal wordt gemarkeerd door een koepel van 40 m hoog en het hoofdaltaar, waar 12 olieverfschilderijen met taferelen uit het leven van Maria hangen.

In de Capilla de la Resurrección (kapel van de wederopstanding), die aan de achterkant van het hoofdaltaar staat, bevindt zich een bijzondere bezienswaardigheid: hier wordt de gemummificeerde linkerarm van de heilige Vicente Mártir bewaard. Deze relikwie werd in de 12de eeuw op bedevaart meegenomen naar Jeruzalem, maar bleef achter in Italië. Pas in 1970 is de arm van de heilige weer naar de kathedraal van Valencia teruggebracht.

Meer informatie vind je hier.

Basilica de El Escorial, El Escorial (Spanje)

Het imponerende grijze kloosterpaleis van Filips II steekt duidelijk af tegen de bergen van de Sierra de Guaderrama. Het werd tussen 1563 en 1584 gebouwd en aan St.-Laurentius gewijd. De strenge, sobere bouw leidde tot een nieuwe bouwstijl die één van de meest invloedrijke in Spanje zou worden. Het interieur is eerder bedoeld als mausoleum en plaats van inkeer, dan als schitterende residentie. De artistieke rijkdom, waaronder enkele zeer belangrijke kunstwerken van de koninklijke verzameling, bevindt zich in de musea, de Kapittelzalen, de kerk, het pantheon en de bibliotheek.

De koninklijke vertrekken zijn sober ingericht. Filips II bouwde dit kloosterpaleis als laatste rustplaats voor zijn vereerde vader, keizer Karel V (koning Carlos I van Spanje), die hij in 1556 opvolgde. Het gigantische gebouw heeft een prachtig uitzicht over het Spaanse land. De officiële rondleiding gaat in 45 minuten door de Koninklijke Vertrekken en het Koninklijk Pantheon, maar je kunt ook in eigen tempo door het complex. In de basiliek mochten burgers vroeger niet komen. Het monnikenkoor boven is nog steeds niet toegankelijk.

In de basiliek zie je 45 altaren. De gekruisigde Jezus is één van de indrukwekkendste beelden. Naast het hoofdaltaar staan bronzen beelden van Karel V en Filips II.

Meer informatie vind je hier.

Mosteiro dos Jerónimos, Lissabon (Portugal)

Het klooster, dat de rijkdom in het tijdperk van de ontdekkingsreizen toont, is het hoogtepunt van de Manuel-architectuur. Manuel I gaf rond 1501, vlak na Vasco da Gama’s terugkeer van zijn historische reis, opdracht tot de bouw, die met “pepergeld” werd bekostigd; een heffing op kruiden, edelstenen en goud. Het klooster werd tot 1834 bestuurd door de Orde van H. Hiëronymus. In dat jaar werden de religieuze orden ontbonden. Bijzonder zijn het Zuidportaal met de geometrische architectuur en de uitbundige versieringen, de Kloostergang in Manuelstijl en het Schip.

Meer informatie vind je hier.

St. Paul’s Cathedral, Mdina (Malta)

Dit is een prachtige barokke kathedraal, de voormalige hoofdkerk van het bisdom Malta. Voor de kathedraal staan twee kanonnen, waarvan er één het Latijnse opschrift draagt “Niepoort me fecit Hagae 1641”: Niepoort heeft me gemaakt te Den Haag 1641. De Nederlanders verkochten in die tijd aan iedereen kanonnen, zelfs aan aartsvijand Spanje, en kennelijk ook aan de johannieter ridders. Het eerste wat opvalt binnen in de kerk zijn de grafstenen samengesteld uit marmer in allerlei kleuren.

De Siciliaanse broers Antonio en Vincenzo Manno beschilderden de gewelven met voorstellingen uit het leven van de apostel Paulus. In het gewelf van de apsis zit De Schipbreuk van Paulus van Mattia Preti; deze schildering is bewaard gebleven uit de vorige kathedraal, die door de aardbeving werd verwoest. Het hoogaltaar is vervaardigd uit marmer en lapis lazuli. De koorbanken dateren deels van de 18e eeuw. De kerk bezit een schat aan zilveren beelden, die in beslag werden genomen door de Fransen. De Maltezen mochten ze terugkopen tegen een veelvoud van de oorspronkelijke waarde.

Meer informatie vind je hier.

Cattedrale di Santa Maria del Fiore, Florence (Italië)

In dit rijtje met kerken is deze misschien wel één van de bekendste. Deze kerk is één van de grootste van Europa. Gedurende de middeleeuwen was Florence één van de belangrijkste steden van het Italiaanse schiereiland geworden. Bij een stad met die positie hoorde een grote kathedraal en eind 13e eeuw besloot het stadsbestuur dan ook dat de oude kathedraal moest worden vervangen door een kerkgebouw dat de macht van Florence uitstraalde. De nieuwe kathedraal werd aan Maria gewijd, maar de naam Santa Maria del Fiore verwees ook naar destijds gebruikelijke naam van de stad, Fiorenza.

De hoogtepunten aan deze kerk zijn de prachtige voorgevel en de grote koepel (zowel van binnen als van buiten). Het interieur is schitterend. Door de enorme afmetingen en omdat veel kunstwerken verloren zijn gegaan of zijn verplaatst naar het Museo dell’Opera del Duomo maakt het interieur een sobere indruk. Het opmerkelijkste kunstwerk in de kathedraal is het enorme fresco van het Laatste Oordeel aan de binnenzijde van de koepel. Naast de dom staat de campanile. Hij is uit de 14de eeuw en is 85 meter hoog en daarmee 6 meter lager dan de dom, die 91 meter hoog is. De campanile is te beklimmen. De bekleding van de toren bestaat uit diverse soorten marmer. Daardoor was het mogelijk om de diverse kleurnuances te verkrijgen.

Meer informatie vind je hier.

Karlskirche, Wenen (Oostenrijk)

De kerk heeft een portico naar antiek voorbeeld. In de kerk kun je met een glazen lift naar 30 meter hoogte in de koepel worden gebracht, waardoor de mooie plafondschildering goed zichtbaar is. De twee zuilen aan de voorzijde van de kerk zijn geïnspireerd op de Zuil van Trajanus in Rome; zij versterken de Bijbelse toespelingen op de Tempel van Salomo.

Op 22 oktober 1713, tijdens de laatste grote pestepidemie in Wenen, beloofde keizer Karel VI in de Stephansdom, een kerk voor zijn patroon Carolus Borromeus te bouwen, als de epidemie tot een eind zou komen. De gelofte “Vota mea reddam in conspectu timentium deum” (naar Psalm 21) bevindt zich in gouden letters onder de puntgevel aan de voorzijde. Wegens de gelofte is sprake van een votiefkerk. Toen de pest in 1714 tot een einde was gekomen, schreef de keizer voor de bouw een wedstrijd uit onder architecten.

Aan beide zijden van het koor en als opgang naar het oratorium zijn ongewoon grote wenteltrappen aangebracht. Het tabernakel is gemaakt van Laaser marmer uit de Dolomieten en de altaartreden van zwart Nassauer-marmer. De grote, van binnen holle, zuilen zijn gemaakt van Zogelsdorfer stein.

Boven de kerkzaal verheft zich een koepel met een doorsnee van 25 meter. Onderaan is de koepel niet rond maar enigszins ellipsvormig. Een verband met Romeinse bouwwerken en met de Hagia Sophia in Constantinopel werd al in 1733 gemaakt. Daarbij werd Wenen gezien als een combinatie van het nieuwe Jeruzalem, Rome en Constantinopel. De bouwkosten werden mede gedragen door Spanje, het hertogdom Milaan en de Nederlanden.

Meer informatie vind je hier.

Stift Melk, Melk (Oostenrijk)

De Abdij van Melk (Stift Melk) is een benedictijnenabdij en werd in 1089 gesticht in een kasteel, dat markgraaf Leopold II aan de Benedictijnen geschonken had. De rots waarop de abdij staat, met uitzicht op de Donau, was waarschijnlijk al in de Romeinse tijd bewoond. In de tiende eeuw stond er een kasteel van een Beierse graaf. De collegiale kerk is het herkenningspunt van de stad Melk en de Wachau en wordt beschouwd als één van de mooiste barokke kerken in Oostenrijk. De kerk is een machtige gewelfde hal met kapellen en galerijen, evenals een enorme, 64 meter hoge trommelkoepel.

Op de gevel zijn de twee heiligen van de kerk, Petrus en Paulus, en boven het portaal staan ​​beelden van de aartsengel Michaël (links) en een beschermengel (rechts). Op het fronton tussen de twee torens staat een enorm standbeeld van de verrezen Christus, met aan zijn zijde twee engelen. Het luxueuze interieur, rijkelijk versierd met bladgoud, stucwerk en marmer, is versierd met goud, oker, oranje, groen en grijs.

Het centrale thema van het vergulde hoogaltaar is het afscheid van de apostelen Petrus en Paulus van elkaar. Volgens de legende werden ze op dezelfde dag uit de Mamertine-kerker geleid voor executie. Een enorme gouden kroon over de twee vergulde figuren toont het martelaarschap van de twee in christelijke zin. De twee apostelen zijn omgeven door sculpturen van profeten uit het Oude Testament. Boven alles zit God de Vader op de troon onder het kruis.

Verder zie je de prachtige fresco’s van Johann Michael Rottmayr op het plafond van de pastorie en in het schip in verschillende allegorische voorstellingen. In de koepel zie je het “Hemelse Jeruzalem” met God de Vader, Christus en de Heilige Geest hoog in de lantaarn. Ze worden omringd door de apostelen, Maria en een kudde heiligen, die een speciale betekenis hebben voor Melk.

Meer informatie vind je hier.

Lees ook; Stift kerk

Matthiaskerk, Boedapest (Hongarije)

Oorspronkelijk was dit de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk. De huidige naam werd in de 19de eeuw gegeven ter ere van koning Matthias Corvinus, die het kerkgebouw vergrootte. Bovendien trad hij er ook in het huwelijk, in 1461 en een tweede keer in 1476. Ter vervanging van de Onze-Lieve-Vrouwekerk liet koning Béla IV in de 13de eeuw een driebeukige basiliek bouwen. Ten tijde van de Turkse bezetting van Boeda in 1541 werd de christelijke inrichting gesloopt en de muren behangen met tapijten, waarna de kerk omgebouwd werd tot moskee.

Na de bevrijding door de christelijke legers schonk koning Leopold I de kerk aan de jezuïeten, die er barokelementen aan toevoegden. In 1867 werden keizer Frans Jozef van Oostenrijk en zijn vrouw Elisabeth er gekroond tot koning en koningin van Hongarije. Later gaf de koning de opdracht om het monument te verbouwen in neogotische stijl. Tegen de hoofdgevel leunt de rijzige, 80m hoge Matthiastoren met een vierkante basis die op de hogere bouwlagen achthoekig wordt en eindigt in een stenen spits. Links van het portaal bevindt zich de kleinere Bélatoren in romaanse stijl. Boven het hoofdportaal prijkt een timpaan met Madonna tussen twee engelen.

De dakbedekking bestaat uit veelkleurige gelakte tegels, die vaak voorkwamen in de 15de eeuw. Het Zuidportaal of Mariaportaal (rechts) is uit de tijd van Lodewijk I de Grote. Op het fronton prijkt een bas-reliëf waarop Maria knielt tussen de apostelen. Boven op het gewelf troont God met de kroningskroon en de aardbol. Aan weerskanten van de deur staan beelden van de H. Stefanus en de H. Ladislas. Ga de kerk in via het Mariaportaal. Binnen is de kerk rijk beschilderd. Naar aanleiding van de kroning in 1867 hingen de verschillende Hongaarse provincies hun vlaggen op in het schip. Op het hoogaltaar in het neogotische koor zie je een beeld van Maria met gouden stralenkrans, en op de preekstoel staan de vier evangelisten en de kerkvaders afgebeeld. Er is een mooi museum voor de Sacrale Kunst.

Meer informatie vind je hier.

Bazylika Mariacka, Krakau (Polen)

Aan de rand van het marktplein staat de Mariakerk, ook wel de Maria-Hemelvaartkerk genoemd. Het is een gotische kerk met een gedetailleerd interieur en staat vooral bekend om het hoogaltaar van Veit Stoss. De Mariakerk is vanwege de grote hoeveelheid kunstschatten één van de belangrijkste bezienswaardigheden van Krakau. Sinds 1962 mag de Mariakerk zich een basiliek noemen. Op de plaats van een romaans kerkgebouw uit de jaren 1221-1222 werd vanaf 1355 een begin gemaakt met de bouw van de huidige kerk. De kerk is een klassiek voorbeeld van Poolsgotische architectuur. De kerk kreeg in de jaren 1750-1753 een vijfzijdig barok portaal.

In dezelfde periode werd het interieur van de kerk ook verrijkt met 26 barokke altaren en ander barok kerkmeubilair. De houten deuren zijn versierd met de uit hout gesneden hoofden van profeten, apostelen en Poolse heiligen. De Mariakerk heeft twee torens. De noordelijke toren, de zogenaamde Hejnałtoren, is met 81 meter de hoogste toren en heeft een laatgotische spits als afsluiting. Om de spits hangt een vergulde kroon uit 1666. De zuidelijke toren is met 69 meter minder hoog en heeft een renaissancebekroning. Het wereldberoemde hoogaltaar is gemaakt door de Neurenbergse beeldhouwer Veit Stoss.

Meer informatie vind je hier.

Týnkerk, Praag (Tsjechië)

De gotische spitsen van deze kerk zijn hét herkenningsteken van de Oude Stad. Met de bouw van de huidige kerk werd begonnen in 1365. Al snel speelde hij een belangrijke rol bij de reformatie in Bohemen. Tot 1620 was de kerk de belangrijkste kerk van de hussieten in Praag. In het prachtige noordelijke portaal zie je beelden van het Lijden van Christus. Het interieur is wat donker, maar heeft mooie gotische kruisbeelden, een tinnen doopvont (1414) en een gotische preekstoel.

Meer informatie vind je hier.

St. Michael Kirche, München (Duitsland)

De kerk werd in opdracht van hertog Willem V van Beieren tussen 1583 en 1597 gebouwd en moest een spiritueel centrum worden van de contrareformatie in Beieren. De kerk werd in twee fases gebouwd. In de eerste fase werd de kerk gebouwd naar het model van Il Gesù te Rome. Het kerkgebouw kreeg een tongewelf, dat met een breedte van meer dan 20 meter het op een na grootste tongewelf ter wereld werd. Alleen het tongewelf van de Sint-Pieter in Rome overtrof dat van de Michaëlkerk. Tot het verbod van de orde in 1773 zwaaiden de Jezuïeten de scepter in de kerk en het college.

Vanaf dat jaar werd de Sint-Michaëlkerk een hofkerk. Tijdens de secularisatie kwamen zowel het college als de kerk in koninklijk bezit. Pas in 1921 keerden de Jezuïeten naar Sint-Michaël terug. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de Michaëlkerk zwaar beschadigd. De renovatie van de gevel vond plaats in 1971-1972 en in 1981 werd de stucdecoratie van het tongewelf weer aangebracht. Ook werd in de jaren 1980 het in 1944 vernietigde beeld van Christus Salvator gereconstrueerd en weer in de nok van de gevel opgesteld.

De buitengevel van de kerk ziet eruit als een middeleeuws raadhuis. Boven in de gevel troont Christus als Redder van de wereld. Lijnrecht onder dit beeld staat op de begane grond in een nis een bronzen beeld van de aartsengel Michaël. Tussen deze beelden bevinden zich rijen beelden van heersers die zich naar de mening van hertog Willem V verdienstelijk maakten in de strijd en verdediging van het ware christelijk geloof in Beieren. De kerk heeft een schitterend interieur met vele beelden en schilderingen.

Meer informatie vind je hier.

St.Petri Dom, Bremen (Duitsland)

De basis van de kathedraal van Bremen, gewijd aan de apostel Petrus, is 11de-eeuws, maar werkzaamheden tussen de 16de en 19de eeuw hebben het uiterlijk enorm veranderd. Binnen sieren beelden de balustrade van het orgelkoor, met in het midden Karel de Grote en Willehad, de eerste bisschop van Bremen. Hieronder vind je de westelijke crypte uit de 11de eeuw met romaanse kapitelen en een schitterende bronzen doopvont van rond 1220, gedragen door vier mannen, zittend op een leeuw. De zuilen van de oostelijke crypte, uit het begin van de Frankische tijd, worden gekroond door vier kapitelen met ornamenten. Let ook op de eikenhouten koorstoelen.

In het leuke (gratis!) museum liggen voorwerpen uit de graven die onder het schip zijn ontdekt en mooie beelden en schilderijen. Ook bijzondere, zeer oude priestergewaden zijn hier te bekijken. De toren is (tegen betaling) te beklimmen voor een mooi uitzicht over Bremen en omgeving.

Meer informatie vind je hier.

Alexander Nevski Kathedraal, Tallinn (Estland)

Dit is één van de grote monumenten van de stad. De Russisch-orthodoxe kathedraal is gewijd aan de heilige Alexander Nevski en staat op de kathedraalheuvel (Toompea). Op 30 april 1900 werd de kathedraal ingewijd. Nadat Estland in 1920 de onafhankelijkheid had verkregen wilden de Estse autoriteiten de kathedraal slopen. Veel Esten beschouwden de kathedraal als een symbool van onderdrukking en russificatie maar het besluit zou nooit worden uitgevoerd wegens gebrek aan financiële middelen. In 1941 werd de kathedraal door de Duitse bezetters gesloten, maar ze ging weer open na de Tweede Wereldoorlog.

Na de herwonnen onafhankelijkheid van Estland in 1991 werd de kathedraal nauwkeurig gerestaureerd. De kathedraal heeft een rijk interieur en heeft elf in Sint-Petersburg gegoten klokken waarvan de grootste 16 ton weegt. Er zijn drie altaren, het noordelijke altaar is gewijd aan de heilige Vladimir I, het zuidelijke altaar aan de heilige Sergius van Radonezj. De ramen zijn van gebrandschilderd glas. De torens zijn met vergulde kruisen bekroond. De kerk bezit drie vergulde, uit hout gesneden, iconostases en verder een aantal schilderijen en mozaïeken.

St. Gertrud Tyska kyrkan, Stockholm (Zweden)

Deze mooie kerk vind je in de oude stad, Gamla Stan. In deze wijk woonden al in de middeleeuwen de Duitse bevolking van de stad. In de Hanzetijd was het een gildehuis voor Duitse kooplieden, maar in de 16e eeuw werd het omgebouwd tot kerk. Die werd ingewijd in 1672. In 1878 vernietigde een brand de toren, die later door de Duitser Raschdorff weer werd opgebouwd. Het is nu met 96 meter de hoogste toren van Gamla Stan. Het interieur is in barokke stijl en heeft als opvallend onderdeel de koninklijke loge. Deze loge werd gebouwd om de Duitstalige leden van het koningshuis in de gelegenheid te stellen ‘op stand’ de vieringen bij te wonen.

Meer informatie vind je hier.

Astrid Tillemans

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.