Flesweigeraar; tips baby weigert kunstvoeding en welke fles is geschikt

Borstvoeding geven aan je baby is natuurlijk fijn, als je tenminste geen flesweigeraar hebt. Ik heb mijn oudste twee kinderen vrij lang gevoed en ook mijn dochtertje van bijna één jaar krijgt nog borstvoeding.

Uit ervaring weet ik inmiddels dat er veel voordelen zijn aan het geven van borstvoeding, maar ook een aantal nadelen. Eén van de nadelen is dat je als moeder niet zo makkelijk even weg kunt. Je moet altijd rekening houden met de voedingstijden van je baby.

Gelukkig kun je wel kolven maar dan moet je kindje wel uit de fles willen drinken. En dat laatst kan soms nog wel een dingetje zijn. Alle drie mijn kinderen hadden fases dat ze niks moesten hebben van de fles.

Niet altijd handig, zeker als je na je zwangerschapsverlof weer aan het werk moet. Loop je tegen dezelfde problemen aan? Probeer de onderstaande tips eens, misschien helpt het.

Tepel-speenverwarring

Als een baby geboren is moet het echt nog leren drinken. Veel dingen doet de baby automatisch, maar sommige vaardigheden moet het nog leren.

De eerste weken na de geboorte van de baby is het daarom ook vrij normaal dat het drinken aan de borst nog niet altijd soepel gaat. Er is ook een verschil tussen het drinken uit de borst en het drinken uit de fles.

Zo moet een baby bij het drinken uit de borst zijn mondje veel verder open doen dan bij het drinken uit de fles. En ook de melkstroom van de borst verschilt met die van de fles.

Het officiële advies is daarom ook dat als je borstvoeding geeft, je dan wacht met het oefenen met de fles tot je baby vijf of zes weken oud is.

Oefenen met de fles

Ik moet eerlijk toegeven dat ik me niet aan de vijf à zes weken heb gehouden. Mijn oudste zoontje heeft de eerst maand na zijn geboorte op de neonatologie gelegen en daar doen ze alles door elkaar: borst, fles, vingervoeden.

En mijn zoontje heeft geen last gehad van tepel-speenverwarring. Daarom ben ik bij mijn tweede en derde meteen na de eerste week begonnen met oefenen met de fles.

Het is verstandig dat, als je gaat oefenen met de fles, je de baby ook consequent de fles blijft aanbieden en het liefst ook door andere mensen.

Wij lieten mijn man de fles geven en dan het liefst elke dag. Dit lukte niet altijd omdat ik daar ook voor moest kolven en dat kwam niet altijd goed tussen de voedingen door.

Flesweigeraar

Ondanks dat we ons best hebben gedaan om ook regelmatig een flesje moedermelk te geven, hebben alle drie mijn kinderen fases gehad dat ze de fles weigerden. Bij mijn oudste was dat echt een probleem.

Toen hij vier maanden was ging ik weer werken. Ik werkte lange dagen en had een lange reistijd. Mijn zoontje kon prima uit de fles drinken en kreeg elke avond een flesje van papa. Maar vlak voordat ik weer ging werken begon hij de fles te weigeren.

Wat een stress heb ik daarom gehad. Toen de dag eenmaal was aangebroken dat ik moest gaan werken ging ik weg op hoop van zegen dat hij iets zou drinken die dag.

Mijn moeder, die op hem paste, heeft de eerste dag van alles geprobeerd. Uiteindelijk is het haar gelukt om hem uit de fles te laten drinken. Ze legde mijn zoontje op de commode en ze ging zelf aan het hoofdeind staan zodat hij haar niet kon zien.

Tips om toch aan de fles te laten wennen

Heb je zelf ook een flesweigeraar? Geef het niet meteen op. Je kunt deze dingen nog proberen om je baby aan de fles te laten wennen:

Verschillende temperaturen; probeer de melk eens wat warmer of juist kouder aan te bieden dan de lichaamstemperatuur. Sommige kinderen vinden dat fijner drinken.

Verschillende personen; als je als moeder zelf de fles geeft kan het misschien nog wel goed gaan, maar als papa of oma het doet ontstaan er misschien problemen. Of andersom. Mijn zoontje wilde van mij absoluut geen fles, maar papa of oma waren dan nog wel goed.

Mama de kamer uit; als je de fles gaat geven, zorg dan dat je als moeder uit de kamer gaat. Anders is er een kans dat je baby net zo lang gaat huilen tot hij de borst krijgt.

Verschillenden flessen en spenen; je kunt ook andere flessen of spenen proberen. Iedere fles heeft zijn eigen speciale ontwikkeling, waaronder flesjes die zorgen voor minder lucht of meer de vorm van de borst benadrukken.

Geur van afwasmiddel of vaatwasmiddel; baby’s zijn tijdens het drinken de geur van mama’s huid gewend. Als het tijdens het drinken ineens ruikt naar afwas- of vaatwasmiddel dan wil hij misschien niet drinken. Soms helpt het om de fles nog even extra af te spoelen met warm water.

Andere voedingshouding; als je de baby op de arm houd dan lijkt het voor de baby misschien alsof het borstvoeding krijgt. En als het dan een speen in zijn mondje geduwd krijgt, is de teleurstelling des te groter. Je kunt je kindje op je benen leggen als je hem de fles geeft. Maar je kunt ook de baby in de wipstoel leggen of, zoals mijn moeder deed, op het aankleedkussen.

Panty over de speen; voor deze truc knip je een stukje uit een (schone) panty en dat leg je over de speen van de fles heen. Zo wordt de speen wat minder glad, sommige baby’s die borstvoeding gewend zijn vinden het zo fijner drinken.

Speen warm maken; de speen van zo’n fles is natuurlijk kouder dan de tepel. Soms kan het helpen als je de speen een beetje voorverwarmd onder de warme kraan.

Aluminiumfolie over de fles; aluminiumfolie reflecteert licht. Dat vinden baby’s vaak erg mooi om naar te kijken. Zo wordt de baby misschien afgeleid van de gedachten dat hij perse de borst wil en kan hij lekker uit de fles drinken. Of probeer het eens met kleurrijke ballonnen.

Stukje uit een door jouw gedragen t-shirt knippen; wat je ook kunt doen is jouw geur toevoegen aan de fles. Daarvoor moet je eerst een tijdje een t-shirt dragen die daarna kapot mag. Knip dan een stukje uit dat t-shirt, het liefst op de plek waar jouw borst heeft gezeten. Knip uit het stukje nog een rondje waar de speen van de fles doorheen kan. Zo leg je het stukje stof om de speen heen en heeft je baby de geur van mama tijdens het drinken.

Eerst pink en dan speen; je kunt ook proberen de baby eerst even op je vinger te laten sabbelen omdat daarna de speen van de fles in zijn mondje te doen.

Vingers op de speen; soms helpt het als je tijdens het fles geven je duim en wijsvingers rondom de speen doet. Zo komen de lipjes van de baby tegen de huid van je vingers aan. Net zo als de lipjes van de baby tijdens het drinken uit de borst tegen de huid van de borst komt.

Voeden in een wippertje of liggend in bed; je maakt dan veel makkelijker oogcontact met de baby omdat hij recht tegenover je zit in plaats van in je armen.

Klassieke muziek aanzetten op de achtergrond; dit heeft een kalmerende werking.

Zorg ook dat de speen diep in de mond zit. Sluit met je vingers zachtjes de lipjes. Druk licht in de basis van de speen, zodat er al wat melk uit druppelt. Hopelijk triggert dat de zuigreflex. Het is dan wel belangrijk dat hij niet op de rug ligt; dan zakken die druppels meteen de keel in en dat kan beangstigend zijn. Laat hem (bijna) rechtop zitten of op de zij liggend drinken. Net als aan de borst. Een lange, stugge speen werkt meestal het beste. Die kunnen ze niet zo snel met de tong dubbelklappen.

Rondlopen met baby op de arm; dan wordt je baby afgeleidt ipv stil op de bank zitten.

Wat als het toch niet lukt?

Als je dan alles geprobeerd hebt en je baby vindt de fles geen acceptabel alternatief van de borst dan kun je nog andere manieren proberen om wat voeding in hem te krijgen.

Vingervoeden

Voor deze manier van voeden heb je een doseerspuitje nodig. Je legt je baby op je benen en laat hem sabbelen op je vinger. Met je andere hand doe je melk in het spuitje.

De kleine uitgang van het spuitje zet je naast je vinger net in het mondje van je baby. Dan spuit je voorzichtig de voeding in het mondje van de baby. Deze spuitjes vind je hier.

Cupfeeder

Je kunt je baby ook met een cupje te drinken geven. Op deze manier giet je voorzichtig steeds een slokje melk in het mondje van de baby.

Lepelflesje

Dit is een flesje waar een lepeltje aan zit zodat de baby het naar binnen kan lepelen maar je niet iedere keer nieuwe melk hoeft te scheppen.

Door voorzichtig in het flesje te duwen vul je de lepel en lijkt het op het cupfeeden.

Tuitbeker of rietjesbeter

Je kunt ook proberen om de fles helemaal over te slaan en meteen over te gaan op een tuitbeker of een rietjesbeker. Een rietjesbeker hebben baby’s vaak sneller door dan je denkt.

Pap maken

Is je baby vier maanden, dan kun je de melk ook dikker maken met rijstebloem en het met een lepeltje geven. En vanaf zes maanden mag je baby ook pap.