Skip to Content

Estafette spelletjes; ideeën voor binnen, buiten, parcours en opdrachten

Estafette spelletjes; ideeën voor binnen, buiten, parcours en opdrachten

Estafette spelletjes kun je op veel momenten gebruiken. Bij een verjaardagsfeestje, op een sportdag van de school of de club. Of zelfs tijden de gymlessen op school (zowel in het basisonderwijs als in het middelbare!).

Maar natuurlijk ook gewoon op een vakantiedag met kinderen uit de straat of op de camping. Nu is een beetje afwisseling hierin wel leuk, dus zijn we op zoek gegaan naar verschillende manieren om een estafettespel te houden.

Wat is een estafettespel?

Waarschijnlijk bij iedereen wel bekend, maar voor de mensen die het toch niet helemaal weten: onder een estafette wordt een wedstrijd verstaan waarbij de deelnemers eerst iets aan een teamgenoot moet geven voordat hij of zij mag gaan deelnemen.

Er zijn dus teams en iedere deelnemer moet bijvoorbeeld een stuk rennen. Hij of zij kan dit gaan doen als de vorige deelnemer het stokje of lintje aan hem of haar doorgeeft. Het team wat als eerste alle deelnemers heeft gehad heeft dus gewonnen.

Stuk rennen

Waarschijnlijk de meest simpele en bekendste: er moet met een stok gehold worden en weer terug en vervolgens geef je het lintje of stokje door aan de volgende deelnemer.

Natuurlijk prima als opwarmertje bij een gymles maar voor de lol is er weinig aan. Het wordt een stuk leuker als je het uitbreidt met andere vormen.

Hindernisbaan

Het wordt al een stuk leuker als je eerst een hindernisbaantje maakt op de heenweg. Om de pionnen heen hollen, over een bank heen lopen, misschien wel ergens overheen springen. Hoe meer variatie hoe leuker.

De terugweg kun je ook via een hindernisbaan doen, of dan mag het kind zo snel mogelijk terughollen.

Je kunt er eveneens voor kiezen dat een team aan beide kanten mensen heeft staan, zodat iedereen maar 1 kant op hoeft te hollen en aan de overkant dus al zijn stokje overgeeft aan de volgende.

Zaklopen

Zaklopen wordt een stuk lastiger en hoe sneller je wilt, hoe sneller je kans maakt om onderuit te gaan. Ondertussen staan de anderen ook nog te joelen dat je moet opschieten. Spanning ten top én een hoop lol.

Bokjespringen

Het hele team gaat in een rij achter elkaar als bok staan. 1 teamlid springt dus over iedereen heen. Bij heel kleintjes kun je de kinderen gewoon op de grond laten liggen waar het ene kindje (voorzichtig) overheen moet springen.

Is de springer vooraan, dan gaat ook hij of zij als bok staan (of op de grond liggen) en dan mag de achterste bok gaan springen. Zo komen ze natuurlijk steeds verder vooruit. Welk team is het snelst bij de overkant?

Kruiwagenrace

Ieder team krijgt een kruiwagen. Eén deelnemer moet duwen en een ander moet erin plaatsnemen. Aan de andere kant moeten ze wisselen. Zijn ze weer terug aan het begin, dan nemen twee anderen uit hetzelfde team de kruiwagen over.

Op handen en voeten

Zeker binnen is dit een leuk alternatief. De baan moet afgelegd worden op handen en voeten. Kruipend dus.

Hoe je kruipt maakt niet uit, zolang je maar wel je handen ook op de grond houdt! Tijgeren, kruipen op je knieën of ‘kruipen’ op je voeten: net wat je zelf het fijnste vindt.

Estafette met een handicap

Wat zeker ook voor een hoop lol zorgt is een estafette met een handicap. Door die ‘handicap’ wordt het afleggen van het parcours een stuk lastiger. Zo kun je de benen aan elkaar knopen van twee mensen en moeten ze dus samen hinkend de baan af.

Of je knoopt een blinddoek voor en een teamgenoot moet dus aanwijzingen geven. Een lepel in je handen of zelfs in je mond, met een rauw ei erop…zorgt voor behoorlijk veel stress.

Ook leuk is het vastknopen van twee kinderen met hun ruggen tegen elkaar aan. Zorg je dan ook nog voor bochten en obstakels in de route, dan wordt het echt leuk!

Opdrachten uitvoeren

In plaats van alleen maar een parcours kun je ook denken aan opdrachten die uitgevoerd moeten worden onderweg. Er moet eerst een bal door een basket heen, bijvoorbeeld. Of er moet een slalomroute al dribbelend met een bal goed afgelegd worden.

De bal moet in hoepels gegooid worden die op een afstand op de grond liggen of juist door de hoepels heen gegooid worden.

Zeker voor sportverenigingen die balvaardigheid (met de handen) nodig hebben is dit een leuke oefening. Bijvoorbeeld bij basketbal, korfbal, maar ook handbal.

Uiteraard kun je de oefeningen zo aanpassen dat juist balvaardigheid met de voeten aan bod komen en het zo geschikt maken voor de voetbal.

Bal doorgeven

Van een heel andere orde is het bal doorgeven. De kinderen staan per team in een rij. De bal moet van voor naar achter doorgegeven worden. Dit kan helemaal over de hoofden heen of helemaal onderlangs (tussen de benen door) óf je wisselt beide af.

De eerste geeft het dus onder door en de volgende juist over het hoofd heen. Is de bal bij de laatste aangekomen, dan holt hij naar voren met de bal en begint het geheel weer opnieuw. Je kunt nu zeggen dat het spel klaar is als er bij een team de eerste weer vooraan staat.

Eventueel kun je kiezen voor een korte afstand die afgelegd moet worden op deze manier. Het geheel gaat immers zachtjes aan vooruit. Let hier wel bij op dat er niet gesmokkeld wordt!

De speler mag proberen zich zo ver mogelijk op afstand van de voorste te zetten. Maar hij zal wel de bal nog door moeten kunnen geven. Iedereen blijft verder vast op zijn plek staan.

Graadje moeilijker…

Heb je genoeg ruimte dan kun je denken aan heel andere dingen om in de baan te stoppen. Een kruiwagen met iets erin wat er ook in moet blijven liggen.

Een stukje fietsen op een hobbelfiets (hier in het dorp heeft de fietsenmaker ooit fietsen gemaakt met wielen met ongelijke spaken. Hierdoor hobbelt de fiets).

Stukje zaklopen kan erbij en natuurlijk andere hindernissen. Een hinkelbaan, een bal ergens in moeten gooien. Hoe langer de baan, hoe meer je er uiteraard in kunt stoppen.

Je kunt eigenlijk diverse dingen van bovengenoemde manieren combineren en zo het estafetteparcours heel uitdagend maken en daarmee is het ook leuk voor pubers!

Snoepje happen

Leg in een schaal met water iets eetbaars. Deze schaal staat aan de overkant. Ieder kind holt erheen, hapt iets uit de bak (zonder handen dus) en rent weer terug. De volgende mag gaan rennen als de vorige over de beginstreep is of bijvoorbeeld de ander aangetikt heeft.

Spelletjes
Wil Cats
Volg me via:
Latest posts by Wil Cats (see all)