Skip to Content

Dyslexie; wat is het, wat zijn de symptomen, erfelijkheid en test / behandeling

Dyslexie; wat is het, wat zijn de symptomen, erfelijkheid en test / behandeling

Iemand met dyslexie heeft moeite met het koppelen van letters en klanken in de hersenen. Mensen met dyslexie hebben dus vaak moeite met lezen, schrijven of beide. Het woord dyslexie komt uit het Grieks: ‘dys’ betekent ‘beperkt’ en ‘lexis’ betekent woord.

Het kost dyslectische kinderen meer moeite om te leren lezen, spellen en/of schrijven, en soms kost het technisch lezen zoveel aandacht en energie dat het begrijpend lezen ook belemmerd wordt.

Het kind kan hier zelf niets aan doen, als er officieel dyslexie wordt geconstateerd en er een dyslexieverklaring wordt afgegeven betekend dat dat er een volgens DSM5 sprake is van een officiële leerstoornis op het gebied van taal en spelling.

De focus ligt vooral op het lezen zelf, waardoor ze vaak uiteindelijk niet hebben begrepen wát ze eigenlijk zojuist gelezen hebben. Ongeveer 4% van de bevolking heeft te maken met dyslexie; dat zijn in ons land dus zo’n 700.000 mensen.

Twijfel je of jouw kind dyslexie heeft? Hieronder benoemen we de symptomen en wordt er uitgelegd hoe dyslexie gediagnosticeerd kan worden en hoe een eventuele behandeling in zijn werk gaat.

Symptomen van dyslexie

Kinderen met dyslexie hebben dus moeite met het koppelen van letters en klanken, waardoor het leren lezen en/of schrijven soms echt problematisch is. Dit zijn een aantal voorbeelden van problemen waar dyslectische kinderen mee te maken kunnen hebben:

  • Ze hebben moeite met het verschil te horen tussen de klanken m en n; p, t en k; s, f en g; eu, u en ui.
  • Ze hebben moeite met in de juiste volgorde zetten van bepaalde klanken. Ze schrijven bijvoorbeeld ‘prak’ wanneer ze ‘park’ bedoelen, of andersom. Maar ook met getallen kunnen dyslectische kinderen moeite hebben met de juiste volgorde, en schrijven ze bijvoorbeeld ‘23’ in plaats van ‘32’ en vice versa.
  • Ze hebben moeite met het onthouden van reeksen, zoals de spellingsregels. Maar ook bij andere vakken kan dyslexie zich uiten, bijvoorbeeld bij het aanleren van de tafels bij rekenen.
  • Ze hebben moeite met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes.
  • Ze hebben moeite met het onthouden van losse gegevens, zoals jaartallen, rijtjes en woorden.

Op het gebied van lezen vallen dyslectische kinderen vaak op doordat ze problemen hebben met hardop lezen:

  • Ze hebben een traag leestempo en lezen de woorden spellend.
  • Ze hebben juist een hoog leestempo, maar maken veel fouten.
  • Voor kinderen met dyslexie kan het erg frustrerend zijn als ze het gevoel hebben niet mee te kunnen komen met de rest van de klas op het gebied van lezen en schrijven. Ze kunnen daardoor de strategie ontwikkelen om woorden te raden, wanneer ze niet snel genoeg kunnen lezen wat er precies staat. Daardoor hebben ze dus wel een gemiddeld of hoog leestempo, maar worden er veel fouten gemaakt.

Op het gebied van spelling kan dyslexie bij kinderen zich uiten in het volgende:

  • Ze kunnen hetzelfde woord op dezelfde bladzijde vaak op verschillende manieren spellen; de ene keer staat er ‘probleem,’ daarna een keer ‘porbleem’ en vervolgens ‘probeelm’.
  • Doordat dyslectische kinderen juist dóór hun dyslexie moeite hebben met het onthouden van de spellingsregels, maken ze langdurig veel spellingfouten. Vaak proberen ze dan de spelling van specifieke woorden te onthouden, maar dat is natuurlijk erg belastend voor het geheugen en vaak blijft de opgeslagen kennis ook niet goed hangen.

Qua schrijven kunnen kinderen met dyslexie last hebben van het volgende:

  • Ze schrijven onleesbaar en strepen of krassen veel door.
  • Het kost veel moeite om wél leesbaar te schrijven, waardoor kinderen vaak een traag schrijftempo hebben.

Dyslexie en erfelijkheid

Er is bij dyslexie sprake van een erfelijke factor. Heeft één van de twee ouders dyslexie? Dan is de kans 40 tot 50% dat het kind ook aanleg voor dyslexie heeft. Hebben beide ouders dyslexie? Dan ligt dit percentage zelfs rond de 80%.

Hoe wordt dyslexie vastgesteld?

Om te beginnen moet er kunnen worden vastgesteld dat de problemen die het kind heeft met lezen en schrijven, niet te wijten zijn aan een ander (taal- of ontwikkelings)probleem, intelligentie of gedragsproblemen.

Er zullen dus eerst andere testen worden gedaan om uitsluitsel te geven hierover, wanneer er een vermoeden is van dyslexie. Vervolgens kan een diagnostisch onderzoek gedaan worden om dyslexie al dan niet vast te stellen.

Dit kunnen ze vaak dan ook pas eind groep 4 begin groep 5 doen om andere oorzaken eerst uit te sluiten; ook moet er sprake zijn van hardnekkig en ernstige taalachterstand. Daarom moet er eerst een dossier worden opgesteld.

Zo gaat een dergelijk onderzoek in zijn werk:

  • De verwijzing van het onderwijs wordt bestudeerd (wat is er al gedaan aan de door de school geconstateerde lees- en spellingproblemen? Wat waren de resultaten daarvan? Waarom wordt er gedacht aan dyslexie? Is er sprake van eventuele andere leerproblemen?)
  • De reeds beschikbare diagnostische informatie wordt verzameld.
  • Er is een intakegesprek met het betreffende kind en de ouders (hoe is de gezondheid en het (emotioneel) functioneren van het kind? Wat is de invloed van de leesproblemen op het kind en eventueel op het hele gezin? Wat kunnen de ouders eventueel doen om de leesproblemen aan te pakken?)
  • Het kind wordt diagnostisch onderzocht (wat is het niveau van lezen en spellen? Hoe zit het met de nauwkeurigheid en snelheid van woordherkenning? Wat is de algemene intelligentie? Zijn er aanverwante problemen zoals ADHD of rekenproblemen?)

Er volgt uiteindelijk een evaluatie, rapportage en de betrokken partijen worden geïnformeerd. Er kunnen drie verschillende uitkomsten zijn aan de hand van zo’n diagnostisch onderzoek:

  • Er wordt terugverwezen naar het onderwijs: er is sprake van leesproblemen, maar met extra begeleiding in de school kunnen deze voldoende worden aangepast. Er kunnen tips gegeven worden en als er sprake is van dyslexie (maar niet ernstig) kan er een dyslexieverklaring worden afgegeven.
  • Er wordt een behandelindicatie gegeven: er is sprake van ernstige dyslexie waar gespecialiseerde behandeling voor nodig is. Een dyslexieverklaring is voor altijd geldig.
  • Er wordt doorverwezen naar andere sectoren in de gezondheidszorg: er is meer aan de hand dan alleen dyslexie, ook wol comorbiditeit genoemd .
  • Een bevoegde deskundige, zoals een psycholoog of orthopedagoog, mag een dyslexieverklaring afgeven als uit het diagnostisch onderzoek is gebleken dat er sprake is van dyslexie.

Hoe verder?

Leerlingen met dyslexie krijgen op school vaak verlenging van examentijd en vergroting van het lettertype van de opgaven. Soms is er ook sprake van speciale maatregelen, aanpassingen en hulpmiddelen om de zelfredzaamheid van het dyslectische kind te bevorderen.

Er worden bijvoorbeeld aanpassingen gedaan die de gevolgen van lees- en spellingsproblemen bij het lezen en schrijven verminderen (bijvoorbeeld een mildere norm voor spelling bij het nakijken van toetsen), of er wordt gekozen voor een ontheffing van bepaalde opdrachten (bijvoorbeeld voorleesbeurten, spellingtoetsen, spellingbeoordeling, een aangepaste boekenlijst).

Jisca