Skip to Content

Wel of niet donor worden; Orgaan- en weefseldonatie in Nederland

Wel of niet donor worden; Orgaan- en weefseldonatie in Nederland

Rond de achttiende verjaardag van je kind ontvangt hij of zij een brief van de overheid met daarin de vraag om een keuze te maken over orgaandonatie en weefseldonatie. Je kunt dan kiezen om wel of geen donor te worden, en je kunt eventueel bepaalde organen of weefsels uitzonderen.

Deze keuze wordt dan geregistreerd in het Donorregister. Voorheen moest iedereen zelf hun keuze registreren; deed je dat niet, dan werd er van uit gegaan dat je geen donor wil worden.

Sinds 1 juli 2020 is de Donorwet gewijzigd en krijgt iedereen die nog geen keuze heeft ingevuld in het Donorregister een brief met de vraag dat alsnog te doen. Daarna volgt nog een brief ter herinnering.

Indien daar geen gehoor aan wordt gegeven, word je geregistreerd in het Donorregister met ‘geen bezwaar’ tegen donatie van organen en weefsels.

Het is nu dus in feite omgekeerd: eerst moest je het aangeven als je wél donor wilde zijn, en nu ben je automatisch donor van organen en weefsels als je niéts doorgeeft. De keuze kan uiteraard wel altijd worden gewijzigd.

Waarom is orgaandonatie en weefseldonatie nodig?

Orgaandonatie en weefseldonatie kan mensenlevens redden. Er zijn in Nederland meer dan 1000 mensen die op de wachtlijst staan voor een orgaan; zo’n 150 daarvan overlijden per jaar omdat het orgaan niet op tijd beschikbaar komt.

Hoe meer mensen na hun overlijden hun organen en/of weefsels beschikbaar stellen, hoe meer mensen met een ernstige ziekte geholpen kunnen worden en (langer) kunnen blijven leven.

De nieuwe Donorwet

Rond de achttiende verjaardag van je kind ontvangt hij of zij een brief van de overheid met daarin de vraag om een keuze te maken over orgaandonatie en weefseldonatie. Je kunt dan kiezen om wel of geen donor te worden, en je kunt eventueel bepaalde organen of weefsels uitzonderen.

Om meer mensen zich te laten registreren als donor van organen en/of weefsels, is de nieuwe Donorwet sinds 1 juli 2020 van kracht.

Nog steeds krijgt iedereen de keuze om wel of geen donor te zijn, maar het wordt makkelijker gemaakt om je te registreren als donor, omdat je automatisch donor bent als je géén keuze invult in het Donorregister.

Iedereen die na 1 september 2020 nog geen keuze heeft ingevuld in het Donorregister, krijgt een brief met de vraag de keuze alsnog in te vullen. Doe je dat niet, dan volgt na zes weken nog een herinneringsbrief.

Als daar ook niet op wordt gereageerd, word je geregistreerd met ‘geen bezwaar’ tegen orgaan- en weefseldonatie. Nadat je komt te overlijden, kunnen je organen dus naar een zieke patiënt gaan die het hard nodig heeft.

Ben je het niet eens met de registratie ‘geen bezwaar’ tegen orgaan- en weefseldonatie? Dan kun je te allen tijde je keuze aanpassen in het Donorregister.

Maar ook als je dit niet doet en je komt te overlijden, dan kan familie eventueel de orgaandonatie voorkomen als zij kunnen aantonen dat je echt geen donor wilde zijn.

De keuzes die je kunt maken bij het invullen van het Donorregister zijn als volgt:

Ja, ik geef toestemming.

Je wilt dus donor worden. De volgende organen kunnen gedoneerd worden: alvleesklier, darmen, hart, lever, longen en nieren. De volgende weefsels kunnen gedoneerd worden: bloedvaten, botweefsel, hartkleppen, kraakbeen, pezen, huid en ogen.

Het is mogelijk om bepaalde organen of weefsels uit te zonderen, waardoor je dus precies kunt bepalen wat je wél en wat je niét zou willen doneren als je komt te overlijden.

Nee, ik geef geen toestemming.

Je wilt geen donor worden.

Mijn partner of familie beslist.

Na het overlijden mag de partner of familie de keuze maken of er wel of geen organen en/of weefsels gedoneerd mogen worden.

Een door mij gekozen persoon beslist.

Je kunt zelf ook één iemand aanwijzen die na jouw overlijden beslist of er wel of geen organen en/of weefsels gedoneerd mogen worden.

Om je keuze te registreren, ga je naar donorregister.nl en log je in met DigiD. Je kunt ook een papieren formulier aanvragen dat je per post ontvangt en ingevuld retourneert.

Het is echter sneller en makkelijker om de keuze online vast te leggen; de keuze is dan namelijk direct geldig en zichtbaar voor artsen.

Sinds 1 oktober 2019 wordt er geen donorpas meer verstrekt; het is namelijk te omslachtig als een arts eerst moet zoeken of iemand zo’n pasje bij zich heeft of niet. Een arts kan jouw keuze snel en gemakkelijk inzien via het Donorregister.

Donatie bij leven

Veel mensen denken dat je alleen organen en weefsels kunt doneren nadat je bent overleden. Maar ook tijdens leven is er een aantal organen en weefsels die in aanmerking komen voor donatie:

  • Nieren;
  • Een deel van de lever;
  • Een deel van de longen;
  • Beenmerg.

Natuurlijk is er wel een aantal strenge voorwaarden verbonden aan het doneren van organen en weefsels bij leven:

  • De donatie mag geen blijvende schade aanrichten aan de gezondheid van de donor, behalve als de ontvanger in levensgevaar verkeert en geen alternatieven heeft.
  • Kinderen en jongeren tot 18 jaar mogen alleen organen en weefsels doneren die weer aangroeien, zoals stamcellen (beenmerg) of een deel van de lever.
  • De donor mag geen geld verdienen aan de donatie.
  • De donor mag niet onder druk zijn gezet.

Je mag dus als donor geen geld vragen of krijgen voor jouw orgaan of weefsel dat je doneert. Je kunt echter wel een onkostenvergoeding krijgen voor de voorbereiding op en het herstel na de operatie.

Bijvoorbeeld medische kosten die de zorgverzekeraar niet vergoedt, reiskosten en verblijfkosten voor de persoon die je bijstaat, opvang van kinderen, parkeerkosten of gebruiksartikelen voor een verblijf in het ziekenhuis, en een vergoeding van 6 weken inkomstenderving voor zzp’ers.

Hoe werkt orgaandonatie?

Orgaandonatie is alleen mogelijk als je overlijdt in het ziekenhuis. De arts kijkt altijd in het Donorregister welke keuze je hebt geregistreerd.

Als je geen bezwaar hebt tegen orgaandonatie of als je familie of partner beslist dat je organen en/of weefsels gedoneerd mogen worden, beginnen de artsen met allerlei onderzoeken. Ze maken bijvoorbeeld een hartfilmpje of doen bloedonderzoek, en de lichaamstemperatuur wordt goed op peil gehouden.

Het doneren van weefsels is vaker mogelijk dan van organen, en kan vaak ook als je niet in het ziekenhuis bent overleden maar elders.

Niet iedereen kan zijn organen en/of weefsels na het overlijden doneren, ook al heeft die persoon daar geen bezwaar tegen.

Een arts moet bepalen of orgaandonatie mogelijk is; het kan bijvoorbeeld zijn dat bepaalde organen of weefsels door ziekte of medicijnen niet meer gebruikt kunnen worden voor transplantatie, maar andere organen en weefsels nog wel.

Rond de achttiende verjaardag van je kind ontvangt hij of zij een brief van de overheid met daarin de vraag om een keuze te maken over orgaandonatie en weefseldonatie. Je kunt dan kiezen om wel of geen donor te worden, en je kunt eventueel bepaalde organen of weefsels uitzonderen.
Jisca van de Kerkhof

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *