Skip to Content

Borstvoeding; moedermelk geven aan je baby

Borstvoeding; moedermelk geven aan je baby

Ik geloof dat ik al bijna een langvoeder ben, met mijn nog-net-baby van elfenhalve maand. Ik ben blij dat ik tijdens de zwangerschap al veel heb geleerd over borstvoeding geven, want alhoewel het wel enigszins voor zich spreekt, zijn er veel moeders die stoppen terwijl ze dat niet echt willen en het niet hoeft.

Iedereen die van plan is borstvoeding te geven, raad ik dan ook aan om tijdens de zwangerschap een cursus te volgen (kan vaak via de verloskundige of kraamzorg) en bij problemen of vragen een lactatiekundige in te schakelen (vaak verzekerd via een aanvullend pakket).

Ik ben zelf blij dat ik nog borstvoeding geef, het wordt steeds makkelijker. Wist je dat de samenstelling automatisch op zijn levensfase en behoefte wordt aangepast? En zelfs op zijn behoefte als jongetje? En dat er receptoren bij de tepel zitten die het waarnemen als hij ziek is zodat ik extra antistoffen aanmaak?

Oké, genoeg van de moedermaffia;-)

Samenstelling van de melk

Links colostrum van de vierde dag, rechts melk van de achtste dag na de bevalling.

Colostrum

Samenstelling colostrum

De eerste dagen na de bevalling maak je colostrum, dat is gelig en supergeconcentreerd. Het zit vol vitaminen, mineralen en antistoffen, want het immuunsysteem moet zich nog helemaal ontwikkelen.

Het heeft ook een extra laxerende werking (dat heeft moedermelk sowieso), om het meconium, de eerste zwarte poep van de baby sneller te laten komen. Omdat het zo geconcentreerd is, kan je kindje dat dan nog een maaginhoud heeft van een druif, wel alles binnenkrijgen wat hij nodig heeft.

Daarom drinken pasgeboren baby’s ook zo vaak, ze kunnen steeds maar zo’n kleine hoeveelheid wegkrijgen.

Baby valt af tijdens de kraamweek

Baby’s vallen altijd wat af na de geboorte omdat ze maar weinig vocht uit het colostrum halen, maar ze hebben in principe ook een extra vochtvoorraad bij de geboorte. Je baby wordt goed in de gaten gehouden door de kraamzorg en de verloskundige.

Als hij meer dan 7% van zijn lichaamsgewicht verliest, zal de verloskundige waarschijnlijk ingrijpen, meer dan 10% kan gevaarlijk zijn.

Moedermelk

Samenstelling moedermelk

Na een dag of vier zal de melk witter, wateriger en meer worden, moedermelk zoals we dat kennen. Moedermelk heeft veel lactose, daarom is het vrij zoet. Het is wateriger dan colostrum en is dus ook een goede dorstlesser.

Naast eiwitten, calcium, vetten, vitaminen en mineralen zitten er ook allerlei stoffen in die het immuunsysteem versterken, zoals witte bloedlichaampjes.

Het beste drinkt je kindje het zo uit de borst, maar door de samenstelling is het ook een paar uur bij kamertemperatuur, een paar dagen in de koelkast of een paar maanden in de vriezer te bewaren. Het is wel belangrijk om heel hygiënisch te werk te gaan bij het kolven (opvangen) en bewaren van moedermelk.

Variatie samenstelling moedermelk

Door de dag heen en zelfs tijdens een voeding verandert de samenstelling. In het begin van een voeding is het wat wateriger, naarmate je baby de borst verder leeg drinkt, wordt de melk vetter.

Die vettere melk vult goed, daarom wordt aangeraden om je kindje de borst goed leeg te laten drinken. Heeft hij één borst leeg, dan kan hij nog bij de andere borst drinken.

Drinkt hij die ook leeg, en heeft hij nog steeds trek, dan kan je weer naar de eerste borst, daar wordt weer nieuwe en extra vette melk aangemaakt.

’s Ochtends maak je meer en waterigere melk, ’s avonds heb je minder melk, maar is het vetter en vult het wel goed. ’s Nachts geef je melatonine via je borstvoeding, dat is het hormoon waardoor je je slaperig voelt.

Zo help je je baby met het ontwikkelen van een dag-/nachtritme.

Hoe wordt de melk aangemaakt?

Tijdens de zwangerschap

Aan het einde van je zwangerschap worden je tepels donkerder (zo kan de baby ze makkelijk vinden) en maakt je lichaam zich klaar om melk te maken.

Je borsten worden nóg iets groter en je kan zelfs al druppeltjes melk lekken. Dat is geen probleem, dan kan je alvast borstcompressen gaan gebruiken.

In de borst zit een heel netwerk van melkklieren, daarin wordt de melk aangemaakt. Het hangt niet af van de grootte van de borst of en hoeveel melk je maakt, bij kleine borsten kunnen er net zoveel klieren zitten, maar wat minder vet eromheen.

Na de bevalling

Om de borstvoeding goed op gang te brengen en ook ter bevordering van de hechting is het aan te raden om je baby binnen een uur na de bevalling op je borst te leggen en te laten drinken.

Soms kan dat niet, bijvoorbeeld bij een keizersnede, maar ook dan kan je nog prima borstvoeding geven. Onder invloed van hormonen en afhankelijk van hoe vaak en hoeveel je kindje drinkt, maak je steeds nieuwe melk aan.

Hoe leger de borst, hoe sneller de borst weer gevuld wordt. In principe maak je steeds de hoeveelheid melk en in die samenstelling die je kindje nodig heeft, zolang hij regelmatig drinkt.

Toeschietreflex

Als je borsten te vol zitten, of je lichaam denkt borstvoeding te moeten geven omdat je baby huilt (of een andere baby of gewoon omdat je denkt aan je baby), kan er melk lekken of zelfs eruit spuiten. Dat is de toeschietreflex.

Je baby roept die als het goed is zelf ook op door bij het beginnen met drinken eerst een paar keer langzaam en hard te zuigen voordat hij echt begint te drinken.

Problemen bij borstvoeding

Trage of snelle toeschietreflex

Je kan een te langzame of te snelle toeschietreflex hebben. Bij een langzame toeschietreflex helpt het om goed te ontspannen of eventueel oxytocinespray te gebruiken (op recept via de huisarts).

Bij een te snelle toeschietreflex kan je kindje zich verslikken omdat de melk eruit spuit. Het kan helpen om zelf de toeschietreflex op te roepen en de eerste melk weg te laten lopen zodat de melk niet meteen zijn keel in spuit. Daarna loopt de melk rustiger uit de borst en kan je hem laten drinken.

Stuwing

In de kraamweek en later als je baby je borsten niet goed leegdrinkt of er teveel tijd tussen twee voedingen zitten, kan je stuwing krijgen: overvolle borsten. Dat is geen fijn gevoel. Het geeft verlichting als je kindje je borsten goed leegdrinkt of als je ze leeg kolft.

Het wordt aangeraden om je baby op verzoek te laten drinken, dus net zo vaak en zo lang als hij wil. Zorg ook dat je baby bij elke voeding tenminste één borst leegdrinkt (echt leeg raken ze nooit, maar je zult een duidelijk verschil voelen tussen een ‘harde’ volle borst en een slappe lege borst).

De kans op stuwing wordt daarmee kleiner. Blijft het probleem bestaan, neem dan contact op met een lactatiekundige, het zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat je overproductie (teveel melk) hebt.

Regeldagen

De hoeveelheid melk die je maakt wordt steeds aangepast op je kindje. Die behoefte verandert natuurlijk heel vaak. Langzaamaan gaat je baby steeds meer drinken en hij heeft ook regelmatig groeispurten.

Daarom heeft je kindje zogenaamde regeldagen. Daarin drinkt hij heel vaak je borsten leeg, zodat jouw lichaam het signaal krijgen om meer melk te maken.

Het is het beste om je kindje dan zoveel hij wil te laten drinken, dan raakt de hoeveelheid zo snel mogelijk op zijn behoefte afgestemd. Vermoeiend is het wel.

Tepelkloven

Tepelkloven zijn wondjes op je tepels die ontstaan als je baby niet goed aanhapt. Het is belangrijk dat je baby de hele tepel en een deel van de tepelhof in zijn mond heeft bij het drinken.

Je herkent het aan pijn die niet overgaat tijdens een voeding of die erger wordt (veel vrouwen hebben gevoelige of ronduit pijnlijke tepels aan het begin van een voeding, meestal wordt dat tijdens de voeding snel minder).

Let erop dat je kindje goed aanhapt en vervang je bortscompressen op tijd. Je hebt speciale tepelzalf die je kunt smeren, maar wat ook goed werkt is een druppel moedermelk over de tepels smeren na elke voeding en aan de lucht laten drogen.

Mocht het probleem aanhouden, neem dan contact op met een lactatiekundige. Die kan je leren hoe je je kindje kan laten aanhappen, maar kan ook mogelijke onderliggende problemen herkennen zoals spruw of een verkort tongriempje.

Lees ook: Tepelkloven; wat is het en wat doe je eraan? Van pads tot bepanthen, kokosolie en tepelhoedje.

Harde pijnlijke plekken in je borst

Dit zijn vaak verstopte melkkanaaltjes. Als je hier niets aan doet, kan je een borstontsteking oplopen waar je flink ziek van kan worden.

Merk je een harde, pijnlijke plek op, masseer deze plek dan terwijl je kindje van die borst drinkt of terwijl je de borst leegkolft. Je baby in verschillende houdingen laten drinken kan ook helpen. Blijft het probleem bestaan, neem dan contact op met een lactatiekundige.

Wanneer hulp inschakelen van de lactatiekundige?

In principe kunnen je borsten melk maken en kan je baby vanaf de geboorte aan de borst drinken dankzij alle reflexen.

Direct na de geboorte zijn baby’s zelfs in staat om door alle aangeboren reflexen naar de borst toe te kruipen en zelf aan te happen. Maar het gaat niet altijd zo gemakkelijk.

Tijdens de zwangerschap

Het is een goed idee om tijdens de zwangerschap te leren hoe je je kindje kan laten aanhappen en welke houdingen mogelijk zijn. Ik voed bijvoorbeeld graag liggend en zet hem nu hij kan zitten ook wel eens op een knie, in de wieghouding draait hij namelijk alle kanten op.

Tijdens de kraamweek

Het kan fijn zijn om in de eerste dagen iemand met ervaring mee te laten kijken bij het voeden, het liefst een lactatiekundige. Die kan zien of je kindje inderdaad drinkt of alleen wat sabbelt, dat vond ik zelf lastig te zien in het begin.

Na de kraamweek

Bij vragen, onzekerheid, ongemak of pijn. Lactatiekundigen zijn hier echt in gespecialiseerd, bij het consultatiebureau of bij huisartsen is er niet altijd de juiste kennis.

Als je tijdelijk flesvoeding geeft

Mocht je om welke reden dan ook tijdelijk flesvoeding geven, bijvoorbeeld tijdens de kraamweek omdat je baby teveel is afgevallen, en je wil wel borstvoeding blijven geven, dan is het belangrijk om ook te kolven zodat je melk blijft maken.

Je kunt kolfapparaten huren bij een lactatiekundige of kopen als je hem langdurig gebruikt, bijvoorbeeld als je weer gaat werken.

Meestal geen problemen

Na deze opsomming zou je je bijna bedenken. Een aantal van de ongemakken zal je vast tegenkomen, zoals stuwing en regeldagen, maar zeker als je al wat langer borstvoeding geeft, heb je meestal geen problemen.

Het zou jammer zijn als je door opstartproblemen stopt, want dan kom je er misschien niet achter hoe makkelijk en gezellig het kan zijn.

Hanna Meijer