Skip to Content

Draagdoek knopen op 10 verschillende manieren

Draagdoek knopen op 10 verschillende manieren

Als je eenmaal weet hoe het moet, kan een draagdoek zoveel vrijheid geven. Je kan je kindje overal mee naartoe nemen, je hebt altijd een veilige slaapplek (waar veel baby’s ook nog eens makkelijker in slaap vallen omdat je ze al lopend wiegt) en je hebt – eindelijk – je handen vrij.

Een doek hoeft maar weinig ruimte in te nemen. Ik heb standaard een doek onder de kinderwagen liggen, want mijn mannetje heeft soms ineens helemáál geen zin om in de wagen te liggen.

Nadat ik twee keer met een miepende baby in een arm en de andere in de kinderwagen heb gelopen, laat ik dat niet meer aan het toeval (ofwel de wispelturigheid van meneer) over. Overigens gebruik ik de kinderwagen nauwelijks nog, omdat ik dragen vaak makkelijker vind.

Ik draag hem meestal ofwel op mijn buik als hij moet slapen (dat begint nu wel zwaar te worden) of op mijn rug als we op pad gaan.

Draagdoek ergonomisch knopen

Hoe je knoopt hangt af van het soort doek dat je gebruikt. Ik zal daarom verschillende doeken kort behandelen en laten zien hoe je ermee kunt dragen. Voor elke doek en elke knoop geldt dat je altijd ergonomisch draagt, zowel voor je kindje als voor jouw rug (en je nek en schouders).

De onderstaande knopen voldoen daaraan, maar om te controleren of je goed hebt geknoopt, draag je je kindje altijd STRAKK:

Stevig tegen je aan

Als je voorover (of achterover met rugdragen) buigt, mag je kindje niet los van je komen. Dit is beter voor jouw rug. Als je baby nog klein is, is dit ook belangrijk ter ondersteuning van zijn ruggetje en nekje.

Als je kindje al stevig los kan zitten, is het oké als de bovenrug en armpjes los van je komen, maar dat is wel zwaarder dragen.

Tip: Kleine baby’tjes hebben ondersteuning in hun nek nodig. Als je nog niet zo goed strak kunt knopen, kan je daarvoor bijvoorbeeld een rolletje maken van een klein spuugdoekje en dat in de doek doen waar je het nekje wil ondersteunen.

Let wel op dat je niet teveel druk tegen de nek geeft. Je kan ook de doek iets over het hoofdje trekken als hij gaat slapen, waarbij je het gezicht vrij laat, ook bij grotere baby’s.

naar je Toe gekeerd;

Je kindje is altijd met buik en gezicht naar jou toe geknoopt. Alleen dan kan het ruggetje in een kleine bolling worden ondersteund.

Rechtop

Al direct vanaf de geboorte mag je kindje rechtop en met de voetjes buiten de doek geknoopt worden. Als je de voetjes in de doek knoopt, kan er teveel druk op de voetzolen komen te liggen.

De beentjes kunnen dan nog niet heel ver opzij, maar dat hoeft niet, forceer dat ook niet.

Ademwegen vrij

Zorg dat er geen stof in de weg zit bij de mond en de neus.

Kikkerhouding

Draagdoek knopen op 10 verschillende manieren - Mamaliefde

Bron

Of je nu op de buik, rug of heup draagt, je draagt je kindje altijd in de kikkerhouding of M-houding (de beentjes vormen de letter M).

De knietjes zitten iets hoger dan de billen, ter hoogte van de navel. Zo is het ruggetje licht gebold en goed ondersteund en kantelt de heup goed. Om deze houding te krijgen, moet je kindje van knie tot knie ondersteund zijn.

Bij pasgeboren baby’s wordt soms de wieghouding aangeraden, maar de kikkerhouding is vanaf de geboorte af aan de beste houding, zo zat je baby ook in de buik.

Kusjeshoogte

Niet alleen omdat je graag kusjes geeft, maar vooral omdat het gewicht dan het beste verdeeld wordt over je rug en het daardoor veel lichter dragen is.

Op je rug zorg je dat de schouders van je kindje ter hoogte van jouw schouders zitten.

Verschillende maten draagdoeken

Je hebt verschillende maten draagdoeken, welke je het beste kunt kiezen is afhankelijk van je postuur en hoe je wil knopen. Bij de kledingmaat gaat het om de maat die je voor bovenkleding draagt, met name de grootte van de borsten zorgt voor een grotere maat.

De doekmaat die bij jouw kledingmaat past wordt ook wel ‘base’ genoemd. Kies één maatje groter (base+1) als je bij het buikdragen op je buik wil afknopen, dat kan fijn zijn als je geen knoop in je rug wil bij het zitten.

  • Maat 2 en 3 zijn ‘shorties’ en zijn te gebruiken voor zowel buik-, rug- als heupdragen. Zo kan je bijvoorbeeld de Classic Hip Carry en de Ruck TUB (Tied Under Bum) hiermee knopen of bijvoorbeeld op zijn Afrikaans op de rug, ook wel torsodragen genoemd. Als je er goede slingringen bij hebt, kan je ze ook als ringsling gebruiken (Het is wel van belang dat dit ringen zijn die hiervoor bedoeld zijn, ze moeten het gewicht van je kindje kunnen dragen!). Er zijn ook met korte doeken nog veel mogelijkheden.
  • Maat 4 kan je gebruiken voor bijvoorbeeld de Kangaroo Carry en voor veel rug- en heupknopen.
  • Maat 5: alle knopen voor kledingmaat 34 of kleiner
  • Maat 6: alle knopen voor kledingmaat 36 – 44
  • Maat 7: alle knopen voor kledingmaat 46 – 50
  • Maat 8: alle knopen voor kledingmaat 52 – 56
  • Maat 9: alle knopen voor kledingmaat 54/56 – 60

Rekbare draagdoek knopen

Een rekbare doek is fijn om mee te beginnen. Omdat hij flink rekt, is het minder erg als hij niet superstrak geknoopt zit: hij geeft steun en ruimte waar nodig.

Wat ook handig is, is dat je hem vooraf kan knopen. Zo hoef te de doek niet vast te houden tussen je benen / met een hand / mond / nek terwijl je je kindje in de doek helpt.

Op een gegeven moment wordt je kindje hier te zwaar voor, ook omdat je hier in de regel niet mee kunt rugdragen.

Maar tot een kilo of 9 à 10, een maand of 9 – 12 kan je deze doek prima gebruiken, eventueel langer als je een extra brede doek hebt (70cm).

De meeste mensen knopen de rekbare doek (stretchy) maar op één manier, namelijk de Pocket Wrap Double Hammock (PWCC). Er zijn echter nog meer mogelijkheden. Ik zal er een paar laten zien en je kunt nog meer vinden op YouTube.

Geweven draagdoek knopen

Een geweven draagdoek is niet van een rekbare stof. Door de weving (veelal kruiskeper of jaquard) heeft de doek niet horizontaal of verticaal, maar diagonaal rek. Dat is ideaal bij het dragen.

Deze doeken zijn gemiddeld wat duurder, maar ze zijn ook duurzamer (en mooier, vind ik zelf). Je kunt ze tot in de peuterleeftijd gebruiken als je wil. Ze scheuren niet direct als er een gaatje in zou komen, wat zonder zo’n weving wel snel gebeurt.

Als je stopt met dragen, kan je ze vaak nog goed doorverkopen. Een ingedragen doek heeft juist de voorkeur ten opzichte van een nieuwe doek, want hoe vaker je hem gebruikt, hoe zachter hij wordt.

Voor geweven doeken zijn er eindeloos veel mogelijkheden. Heb je zo’n doek en wil je experimenten, dan kan je op YouTube heel gemakkelijk verschillende knopen vinden en verschillende manieren om af te knopen. Go nuts.

Buikdragen met een geweven of rekbare draagdoek

De meest gebruikte knoop is de Front Wrap Cross Carry (FWCC). Deze is geschikt voor zowel de geweven doek als de rekbare doek, als je je base maat hebt of langer.

Bij de geweven doek kan je de tweede en derde laag doek rondom het baby’tje laten lopen (zie filmpje), voor een rekbare doek moet je voor de stevigheid wel altijd meerdere lagen gebruiken.

Met een geweven doek

Met een rekbare doek

Stap-voor-stap instructies

De standaardknoop voor buikdragen met de rekbare doek is de Pocket Wrap Double Hammock (PWCC), die goed vooraf te knopen is (ook weer base maat of langer).

Stap-voor-stap instructies

Kangaroo Carry

De Kangaroo Carry kan je maken met een geweven doek maat 4 of zelfs maat 3 als je zelf wat smaller bent en je baby nog niet zo groot. Als je hem onder de billen knoopt, kan het zelfs met een maat 2.

Heupdragen met een geweven of rekbare draagdoek

Heupdragen kan met zowel de rekbare als geweven doek met de Hip Wrap Cross Carry (HWCC)

Met korte en langere geweven doeken kan je de Classic Hip Carry knopen, met of zonder ringen.

Zonder ringen

Met ringen

Stap voor stap instructies (onderaan de pagina).

Rugdragen met een geweven draagdoek

De geweven doek is perfect om grotere kindjes in te dragen, omdat de doek niet alleen heel sterk is, maar ook zeker omdat je er mee mag rugdragen, dit in tegenstelling tot de meeste rekbare doeken.

Je kindje veilig op je rug krijgen is het lastigste. Als je kind een beetje kan zitten, kan je de hip scoot gebruiken.

Als dat nog niet het geval is, dan moet je je kindje in een pakketje in de doek inpakken, hier wordt dat gedemonstreerd. Bij grotere kindjes kan je de Superman Toss gebruiken. Ik zou dat zelf alleen doen bij peuters die een beetje willen stoeien.

Let op dat je veilig oefent boven een bank of bed en het liefst met iemand samen, of natuurlijk met een knuffel of pop. Als je twijfelt, neem dan contact op met een draagconsulent.

De Rucksack Carry (ook wel Ruck genoemd) is een goede knoop om mee te beginnen. Let er goed op dat het zitje dat je maakt, goed tussen jou en je kindje zit. Je kindje kan niet vallen als je de knoop hebt gelegd, maar het zit niet fijn als de doek omhoog kruipt.

Stap-voor-stap instructies

De Ruck TUB (Tied Under Bum) kan ook met een maat 2 of 3.

Een andere veelgebruikte knoop is de Double Hammock

Torsodragen kan ook met een maat 2 of 3.

Ringsling gebruiken

De ringsling is een korte doek met twee slingringen. Je kunt ook een shorty kopen en twee slingringen. Je kunt deze alleen gebruiken voor heupdragen.

Stap-voor-stap instructies

Mei Tai knopen

Een Mei Tai is bijna een draagzak, hij lijkt bijvoorbeeld erg op de Bondolino. Je hebt een heupband die je als eerste vastmaakt en daarna doe je je kindje in het voorgevormde zitje en knoop je de twee schouderbanden af. Ideaal voor als je zo’n lange doek wat ingewikkeld vindt.

Op de buik:

Op de rug:

Stap-voor-stap instructies

Borstvoeding geven in een draagdoek

In een rekbare doek valt ook relatief gemakkelijk borstvoeding te geven omdat er zoveel rek in zit, zie bijvoorbeeld dit filmpje. Ook in een geweven doek zou je met de FWCC borstvoeding kunnen geven, zie bijvoorbeeld hier en hier.

Hanna Meijer